Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Startproblemen - Automatische Ontsteking Kalibreren, Startvermogen Branderventilatie En Gashoeveelheid Instellen - Daikin Gas Combi Unit GCU compact 315 Installatie- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas Combi Unit GCU compact 315:
Inhoudsopgave

Advertenties

7
x
Verwarmingscel met gasbrander
7. Programma [Emissiemeting] aan de regeling RoCon BF van
de GCU compact starten en de instelling [Vollast]
selecteren, echter niet bevestigen.
Als de brander niet start hoewel de stroom- en gasvoor-
ziening veiliggesteld en het rookgastraject vrij is, moet
de oorzaak voor deze fout gevonden en verholpen wor-
den (zie hfst. 7.3.4).
8. Rookgas analysetoestel op de testadapter van de
rookgasleiding aansluiten.
9. Stroomdruk controleren.
De stroomdruk van de gasinvoer mag niet ver onder de
rustdruk minus het drukverlies in de gasaansluitingsslang
(zie tab. 12-6) dalen. Bij te lage stroomdruk gaat het bran-
dervermogen achteruit.
10. Als de waarden voor het rookgas niet meer veranderen (ten
vroegste 2 min na het opstarten van de brander) CO
gehalte en O
-gehalte meten. Meetwaarden vergelijken met
2
de aangegeven instelwaarden (zie hfst. 7.3.1).
a) Als de O
/CO
-concentraties binnen de toegestane
2
2
waarden liggen:
Geen verdere maatregelen vereist.
b) Als de O
/CO
-concentraties buiten de toegestane
2
2
waarden liggen:
100 %-kalibratie uitvoeren en [Drop Io-base] zo instellen
dat het instelbereik wordt bereikt, zie hfst. 7.3.4 en meting
herhalen.
11. In het programma [Emissiemeting] de instelling [Basislast]
selecteren, echter niet bevestigen.
12. Als de waarden voor het rookgas niet meer veranderen (ten
vroegste 2 min na het opstarten van de brander) CO
gehalte en O
-gehalte meten. Meetwaarden vergelijken met
2
de aangegeven instelwaarden (zie hfst. 7.3.1).
a) Als de O
/CO
-concentraties binnen de toegestane
2
2
waarden liggen:
Geen verdere maatregelen vereist.
b) Als de O
/CO
-concentraties buiten de toegestane
2
2
waarden liggen:
100 %-kalibratie uitvoeren en [Drop Io-base] zo instellen
dat het instelbereik wordt bereikt, zie hfst. 7.3.4 en meting
herhalen.
Wijziging instelling aardgas naar vloeibaar gas
1. Instelschroef gas-/lucht-mengsel (afb. 4-44, pos. 3.1) op
stand 2 zetten.
2. Gassoort in de regeling RoCon BF als volgt wijzigen:
● Draaischakelaar op "Configuratie"
Overzicht wordt weergegeven.
● Met de draaiknop het niveau "Lambda-Gx" selecteren.
Overzicht wordt weergegeven.
● Met de draaiknop de parameter [Gas type] selecteren en
bevestigen.
● Met de draaiknop de waarde "vloeibaar gas" selecteren.
● Wijziging bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Wijziging werd aanvaard. Terug naar het vorige scherm.
3. De vermogenswijziging op het instellingstypeplaatje en in het
gebruikshandboek vermelden en met handtekening
bevestigen.
4. Apparaatsticker voor gasomstelling op het huis van de
brander plakken.
Installatie- en onderhoudshandleiding
54
5. Inbedrijfstelling conform hfst. 5.1.3 uitvoeren. Zie bij
startproblemen hfst. 7.3.4.
Verdere toelichtingen en mogelijke instelwaarden voor deze parameters staan in de
gebruikshandleiding "Daikin Regeling RoCon BF".
Wijziging instelling vloeibaar gas naar aardgas
1. Instelschroef gas-/lucht-mengsel (afb. 4-44, pos. 3.1) op
stand 1 zetten.
2. Gassoort in de regeling RoCon BF als volgt wijzigen:
● Draaischakelaar op "Configuratie"
Overzicht wordt weergegeven.
● Met de draaiknop het niveau "Lambda-Gx" selecteren.
Overzicht wordt weergegeven.
● Met de draaiknop de parameter [Gas type] selecteren en
bevestigen.
● Met de draaiknop de waarde "aardgas" selecteren.
● Wijziging bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
-
2
Wijziging werd aanvaard. Terug naar het vorige scherm.
3. De vermogenswijziging op het instellingstypeplaatje en in het
gebruikshandboek vermelden en met handtekening
bevestigen.
4. Apparaatsticker voor gasomstelling op het huis van de
brander plakken.
5. Inbedrijfstelling conform hfst. 5.1.3 uitvoeren. Zie bij
startproblemen hfst. 7.3.4.
Verdere toelichtingen en mogelijke instelwaarden voor deze parameters staan in de
gebruikshandleiding "Daikin Regeling RoCon BF".
7.3.4 Startproblemen - automatische ontsteking
-
2
Verdere toelichtingen en mogelijke instelwaarden staan in de
gebruikshandleiding "Daikin Regeling RoCon BF". Deze is inbe-
grepen bij de levering.
Normaal gesproken kan er met het af fabriek ingestelde startver-
mogen een probleemloze en rustige branderstart gerealiseerd
worden.
Het startvermogen van de branderventilatie is af fabriek inge-
steld.
Mocht bij het starten een opvallende knal of fluitgeluid optreden,
of regelmatig meerdere startpogingen nodig zijn, dan kan dit
zetten.
worden verholpen door een lichte wijziging van het startver-
mogen.
Bij knalvorming: startvermogen of gashoeveelheid redu-
ceren.
Bij startmoeilijkheden als fluiten van de brander of vlam-
menvorming: startvermogen of gashoeveelheid opvoe-
ren.
Daikin adviseert voor het verhelpen van algemene startpro-
blemen de volgende aanpak:
kalibreren, startvermogen branderventilatie en
gashoeveelheid instellen
Bij startproblemen kan het startvermogen van de bran-
derventilatie door de verwarmingsdeskundige gewij-
zigd worden en de automatische ontsteking automa-
tisch opnieuw gekalibreerd worden.
zetten.
Daikin GCU compact
Daikin Gas Combi Unit
008.1543899_00 – 06/2017 – NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave