VERWARMING, HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
Verdeling van de lucht in het
interieur
Draai de knop 1 om de verdelingsoptie te
kiezen.
W
De lucht wordt naar de ontwase-
mingsroosters onder de voorruit
en bij de voorportieren gevoerd.
i
De lucht wordt naar de ontwase-
mingsroosters onder de voorruit, in
het dashboard en de voorportieren en naar
de voetenruimtes gevoerd.
ó
De lucht wordt voornamelijk naar
de voetenruimtes gevoerd.
G
De luchtstroom wordt naar de ven-
tilatieroosters van het dashboard
gevoerd, naar de voeten van de inzittenden
voorin.
J
De lucht wordt naar de ventilatie-
roosters in het dashboard ge-
voerd.
3.6
1
Inschakelen van de
kringloopfunctie
Verplaats de knop 6 naar links. In deze
stand wordt de lucht uit het interieur aange-
zogen en wordt deze gebruikt zonder toela-
ting van buitenlucht.
Als de airconditioning niet is ingeschakeld ("A/C"-lampje op de 2-schakelaar uit), kan lang-
durig gebruik van de kringloopstand condensvorming op de zijruiten en voorruit veroorza-
ken alsook andere problemen als gevolg van de aanwezigheid van niet opnieuw gecircu-
leerde lucht in de cabine.
Beweeg daarom de knop 6 weer naar rechts om de toevoer van buitenlucht te herstellen
zodra de omstandigheden dat toelaten.
(3/4)
2
4
3
6
De kringloopstand kan gebruikt worden:
– om het interieur af te sluiten van de bui-
tenlucht (bijvoorbeeld als het buiten
stinkt);
– om het interieur efficiënter te koelen wan-
neer de airconditioning is ingeschakeld
(ingebouwde "A/C"-lampje in de 2-scha-
kelaar brandt).
5