OLIEPEIL VAN DE MOTOR: algemeen
Iedere motor verbruikt wat olie voor het
smeren en koelen van de bewegende delen
in de motor. Het is daarom normaal dat u
tussen twee onderhoudsbeurten olie moet
bijvullen.
Indien u na de inrijperiode echter meer dan
0,5 liter olie per 1000 km moet bijvullen,
dient u dit aan een merkdealer te melden.
Controleer het oliepeil regelmatig en
in ieder geval voor elke grote reis: vul
indien nodig tijdig olie bij om ernstige
schade aan de motor te voorkomen.
Voordat u iets doet onder de
motorkap, moet u het contact
afzetten. ➥ 2.2.
(1/2)
C
B
A
Aflezen van het oliepeil
De auto moet horizontaal staan en de motor
mag geruime tijd niet hebben gedraaid.
Voor het exacte oliepeil en het controle-
ren of het maximumpeil niet overschre-
den is (risico op schade aan motor), moet
u de peilstaaf gebruiken.
Afhankelijk van de auto waarschuwt het dis-
play van het instrumentenpaneel uitsluitend
als het oliepeil minimaal is.
Raadpleeg de volgende pagina's.
– Haal de peilstaaf eruit en veeg hem af
met een droge en niet pluizende doek;
– druk de peilstaaf C zo ver als mogelijk
terug.
– haal de peilstaaf weer uit de motor;
– lees het peil af; dit mag nooit lager zijn
dan de markering "MINI" A en nooit
hoger dan de markering "MAXI" B.
Druk de peilstaaf na het aflezen van het peil
zo ver mogelijk terug.
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk
daalt, moet u een merkdealer raadple-
gen
4.3