Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrijf; Regulier Bedrijf; Overstroming Van De Opvoerinstallatie - Wilo EMUport CORE Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
2.
Controleer de bedrijfssituatie van de schakelkast.
De schakelkast moet zich in de automatische
modus bevinden.
3.
Open alle afsluitarmaturen, zodat het verzamelre-
servoir langzaam wordt gevuld:
-
1 x toevoerleiding
-
2 x afsluiter van de scheidingsreservoirs voor
vaste stoffen
-
2 x persleiding
-
Eventueel afsluitarmaturen in de persleiding ter
plaatse
4.
Via de niveauregeling moeten beide afvalwater-
pompen afwisselend worden in- en uitgescha-
keld.
5.
Voor een succesvolle testloop moeten beide
pompen een volledige pompcyclus doorlopen.
6.
Sluit de afsluiter in de toevoer. Normaliter mag de
opvoerinstallatie nu niet meer inschakelen omdat
er geen medium meer toegevoerd wordt.
Mochten de opvoerinstallaties desondanks
weer inschakelen, dan zijn de afsluitarmatuur
in de toevoer of een terugslagklep niet dicht.
Controleer de installatie en neem contact op
met de Wilo-servicedienst.
7.
Controleer de dichtheid van alle buisverbindingen
en het verzamelreservoir.
8.
Als alle verbindingen en onderdelen dicht zijn en
de testloop succesvol is voltooid, kan de installa-
tie in regulier bedrijf worden gebruikt.
9.
Als de installatie niet direct in regulier bedrijf
wordt gebruikt, zet u de schakelkast in de
standbymodus.
AANWIJZING
Als de installatie langere tijd tot aan het regu-
liere bedrijf stilstaat, sluit u alle afsluitarmaturen
en schakelt u de schakelkast uit.

6.2. Bedrijf

6.2.1. Toepassingsbegrenzingen
De vastgestelde toepassingsgrenzen mogen niet
worden overschreden:
Max. toevoer:
-
CORE 20.2: 20 m³/h
-
CORE 45.2: 45 m³/h
-
CORE 50.2: 50 m³/h
-
CORE 60.2: 60 m³/h
Het maximale toevoervolume moet altijd
kleiner zijn dan het debiet van een pomp op elk
individueel bedrijfspunt.
Max. overloopniveau van het reservoir, tijdens het
bedrijf: 0 m
Max. overloopniveau van het reservoir, bij uitval
van de installatie (boven de bodem van het
reservoir)
-
CORE 20.2: 5 m gedurende max. 3 uur
-
CORE 45.2, 50.2, 60.2: 6,7 m gedurende
max. 3 uur
Max. toegestane druk in de persleiding van de
installatie: 6 bar
24
Max. mediumtemperatuur: 40 °C
Max. omgevingstemperatuur: 40 °C
Transportmedium is aanwezig.
Drooglopen kan leiden tot schade aan de motor
en is ten strengste verboden!
6.2.2. Gedrag tijdens het bedrijf
Bij het bedrijf van de opvoerinstallatie moeten de
ter plaatse geldende wetten en voorschriften voor
veiligheid op de werkplek, ongevallenpreventie
en de omgang met elektrische machines in acht
worden genomen.
Het motorhuis van de afvalwaterpomp kan tijdens
het bedrijf tot 100 °C heet worden. Door de eind-
gebruiker moet een toepasselijk werkbereik wor-
den gedefinieerd. In dit bereik mogen zich tijdens
het bedrijf geen personen ophouden en mogen
geen licht-ontvlambare en brandbare voorwerpen
worden opgeslagen.
Het werkbereik moet eenduidig en duidelijk
herkenbaar worden gemarkeerd!
PAS op voor brandwonden!
Het motorhuis kan tijdens het bedrijf tot
100 °C heet worden. Er bestaat verbrandings-
gevaar! Als personeel zich tijdens het bedrijf
binnen het werkbereik van de installatie
bevindt, moet er een aanrakingsbeveiliging
worden geïnstalleerd.
Voor de veiligheid moet de gebruiker duidelijk de
bevoegdheden van het personeel vastleggen. Het
volledige personeel is verantwoordelijk voor het
naleven van de voorschriften.

6.2.3. Regulier bedrijf

De opvoerinstallatie draait standaard in auto-
matisch bedrijf en wordt via de geïntegreerde
niveauregeling in- en uitgeschakeld.
1.
Installatie via de schakelkast inschakelen: Hoofd-
schakelaar op "AAN".
2.
Controleer de bedrijfssituatie van de schakelkast.
De schakelkast moet zich in de automatische
modus bevinden.
3.
Controleer of alle afsluitarmaturen geopend zijn
en open indien nodig gesloten afsluitarmaturen:
-
1 x toevoerleiding
-
2 x afsluiter van de scheidingsreservoirs voor
vaste stoffen
-
2 x persleiding
-
Eventueel afsluitarmaturen in de persleiding ter
plaatse
4.
De installatie draait nu in automatisch bedrijf.

6.2.4. Overstroming van de opvoerinstallatie

De opvoerinstallatie is beveiligd tegen overstro-
mingen en kan ook in overstroomde toestand nog
worden gebruikt.
INBEDRIJFNAME/BEDRIJF
WILO SE 01/2022 DIN A4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave