Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Automatische Airconditioning; Handmatige Instellingen Van De Automatische Airconditioning; Regeling Van De Luchtstroom - CITROEN C4 2022 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

10. Temperatuursynchronisatie
11. Voorverwarmen / voorkoelen (afhankelijk van
de uitvoering)
Dit systeem werkt bij draaiende motor maar toegang
tot de aanjager en bedieningsfuncties blijft mogelijk
bij ingeschakeld contact.
Regeling van de temperatuur
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk en naar eigen wens
instellen.
De weergegeven waarde heeft betrekking op een
bepaald comfortniveau en niet op een exacte
temperatuur.
► Draai knop 1 of 2 van het centrale
bedieningspaneel om de temperatuur te verhogen
(rood) of te verlagen (blauw).
We raden u aan om het verschil tussen de
instellingen links en rechts op maximaal 3 °C te
houden.
Temperatuursynchronisatie
De temperatuurinstelling aan de kant van de
bestuurder wordt toegepast op de kant van de
passagier.
► Druk op toets 10 om de functie in of uit te
schakelen.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als de
passagier de toetsen voor de temperatuurregeling
aan zijn / haar kant bedient.

Automatische airconditioning

Deze automatische stand zorgt voor een optimale
regeling van de temperatuur, luchtstroom en
luchtverdeling in het interieur, op basis van het
geselecteerde comfortniveau.
► Druk op knop 3 van het centrale
bedieningspaneel om de automatische stand van
het airconditioningssysteem in of uit te schakelen.
Het controlelampje in de toets gaat branden als het
airconditioningssysteem automatisch werkt.
De intensiteit van de automatische airconditioning
kan worden geregeld door een van de volgende
instellingen te kiezen:
– AUTO ZACHT: voor een aangename en stille
werking door de luchtstroom te beperken.
– AUTO NORMAAL: voor het beste compromis
tussen een comfortabele temperatuur en een stille
werking (standaardinstelling).
– AUTO HARD: voor een dynamische en efficiënte
luchtverdeling.
Druk herhaaldelijk op toets 9 om de automatische
stand te wijzigen.
Gebruik instellingen AUTO NORMAAL en AUTO
HARD om ervoor te zorgen dat passagiers op de
achterbank zich comfortabel voelen.
De toevoer van lucht in de auto wordt bij
koud weer en een koude motor beperkt en
geleidelijk verhoogd totdat de gewenste
comfortwaarde is bereikt, zodat er minder koude
lucht in het interieur stroomt.
Als de temperatuur in de auto bij het instappen
veel lager of hoger is dan de ingestelde
Ergonomie en comfort
comfortwaarde, heeft het geen zin om de
ingestelde waarde te wijzigen om de gewenste
temperatuur sneller te bereiken. Het systeem
corrigeert het temperatuurverschil automatisch
en zo snel mogelijk.
Handmatige instellingen
van de automatische
airconditioning
Het is mogelijk om een of meerdere van deze
functies handmatig in te stellen terwijl het systeem
de andere functies automatisch blijft regelen:

– Regeling van de luchtstroom.

– Regeling van de luchtverdeling.
Het controlelampje van de toets "AUTO" gaat uit
wanneer een instelling is gewijzigd.
► Druk nogmaals op knop 3 om de automatische
airconditioning opnieuw in te schakelen.
Regeling van de luchtstroom
► Draai knop 3 om de luchtstroom te verhogen of
te verlagen.
Het airconditioningssysteem
uitschakelen
Als de luchtstroom tot een minimum is beperkt,
stopt de ventilatie.
"OFF" wordt weergegeven en de verlichting van
het centrale bedieningspaneel gaat uit.
3
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C4 x 2022

Inhoudsopgave