Aansluitmogelijkheden
BELANGRIJK
De BT25-temperatuursensor wordt met het apparaat
meegeleverd. Het moet op de installatie worden geïnstal-
leerd volgens de richtlijnen in het volgende hoofdstuk.
Aansluiting op de binnenunit
De SHB10 unit is niet uitgerust met afsluitkleppen
voor de verwarming die buiten de binnenunit moet
worden geïnstalleerd om het latere onderhoud te ver-
gemakkelijken.
SHB10
P
-BT12
-BT15
-BT3
HS1
P
-BP4
Gebruik zonder warmtepomp
Het is niet nodig om de configuratie van de hydrau-
lische aansluitingen te wijzigen om de binnenunit
onafhankelijk te laten werken zonder een buitenunit.
Het toestel is uitgerust met een hulpverwarming, die
bij afwezigheid van een warmtepomp kan dienen als
belangrijkste warmtebron.
SHB10
P
-BT12
-BT15
-BT3
HS1
P
-BP4
Aansluiten van de boiler voor het warm water
Het SHB10-apparaat moet worden aangesloten op de
wisselaar in de externe boiler voor het warm water om
warm water te verkrijgen. Het vervangingsoppervlak
van de wisselaar is zeer belangrijk voor de selectie er-
van. Wij raden u aan gebruik te maken van de selectie-
tabellen die beschikbaar zijn op www.nibe.eu. De BT6-
SHB10
-BT63
-BT25
-QN10
-BT71
-GP12
-BT63
-BT25
-QN10
-BT71
-GP12
en BT7-sensoren moeten op de juiste plaatsen worden
geplaatst. De BT7-sensor op de plaats die de hoogste
temperatuur in de tank aangeeft. De BT6-sensor is
1/3÷1/2 van de spoelhoogte gemeten vanaf het onder-
ste uiterste punt. De locatie van de sensoren is weerge-
geven in het bedradingsschema voor warm water. De
boiler voor warm water voor huishoudelijk gebruik moet
worden aangesloten op een watertoevoersysteem met
waterdruk die wordt aanbevolen door de fabrikant van
de boiler. Als de druk bij de koudwatertoevoer naar de
tank hoger is dan toegestaan, moet een drukregelaar
worden gebruikt. Bij het opwarmen van het water in de
tank neemt de druk toe, dus elke tank moet worden uit-
gerust met een geschikte veiligheidsklep, gemonteerd
op de koudwatertoevoer, die de boiler voor warm wa-
ter zal beschermen tegen overmatige drukverhoging.
In geval van gebruik van circulatie van warm water, zie
subsectie "Circulatie van warm water".
SHB10
P
-BT12
-BT63
-BT15
-BT3
-BT71
HS1
P
-BP4
-BT7
-BT6
BELANGRIJK
De plaats van de BT6-sensor moet worden gekozen
op basis van het ontwerp van de gebruikte warmwa-
terboiler.
BELANGRIJK
Op de koudwatertoevoerleiding moet een geschikte
veiligheidsklep worden geïnstalleerd.
BELANGRIJK
Het veiligheidsklep voor de boiler moet in overeen-
stemming met de instructies van de boilerfabrikant en
de desbetreffende voorschriften worden geïnstalleerd.
BELANGRIJK
Gebruik het apparaat niet als er een obstakel in het
veiligheidsventiel zit.
BELANGRIJK
Het is niet toegestaan om vernauwingen (bijv. verloop-
stukken, vuilvangers, etc.) en afsluitkleppen tussen
de tank en de veiligheidsklep te installeren. Alleen de
installatie van een T-stuk met een aftapkraan en een
T-stuk met een membraantank is toegestaan.
-BT25
-QN10
-GP12
-GP11
Hoofdstuk 4 |
Pijpaansluitingen
17