Inhoudsopgave
Advertenties
MONTAGEVOORBEREIDING
3
Montagevoorbereiding
3.1
Inbouwpositie
• De inbouwplaats kan worden afgeleid uit het positioneringsplan van de ventilatie planning. De
exacte positionering van de afzonderlijke apparaten en regeleenheden moet ter plaatse worden
gecontroleerd en eventueel ter plaatse worden aangepast.
Vraag hiervoor de verantwoordelijke adviseur!
• Voor een optimale werking is de installatie van het ventilatiesysteem aan de bovenzijde van de
muur aanbevolen (bijv. 1,80 m bovenkant vloer).
• Plaats het ventilatiesysteem niet in de buurt van radiatoren, thermostaten van de binnenlucht,
gevoelig meubilair of boven foto's.
• Zorg ervoor dat het ventilatiesysteem geplaatst wordt op plaatsen waar direct contact met spat-
water mogelijk is. Neem de voorschriften van de NEN 1010 bij de keuze van de inbouwplaats in
acht.
Minimale afstand van de opening van de wand voor het ventilatiesysteem:
• Minimale afstanden tot componenten/onderdelen aan de binnen- en buitenwand:
OPMERKING:
• Ihou rekening met solatiedikte en eventuele zonwering!
• Niet in de buurt van radiatoren aanbrengen!
• Let op de minimale afstand van 1,2 m tot de aangrenzende luchtopeningen.
Componentafsluiting
Weerbestendige kap
Flex Zero
Buitenafsluiting Corner
Buitenafsluiting Nordic
Binnenkap Flair Zero
• tussen twee ventilatie units die tegengesteld werken (apparaatpaar) in een ruimte
Inbouw horizontaal of verticaal
A
(aan de zelfde wand)
B
Inbouw over een hoek
12
12
Storing door verkeerde plaatsing van het ventilatiesysteem.
Afstand vanaf het midden van de boring bij de
Buitenwand [mm]
450 (boven)
250 (zijkant, onder)
250 ... 385 bij het kozijn
250 (boven, beneden)
250 rondom
–
1,2 m
1,2 m
1,0 m
1,0 m
1,0 m
1,4 m
1,0 m
1,4 m
1,2 m – 0,75 y
1,2 m – 0,75 y
y
Binnenwand [mm] Voorzijde [mm]
–
1,2 m
1,0 m
250 rondom
1,4 m
C
Inbouw met hoogteverschil
1,2 m – 0,75 y
Ventilatiesysteem iV14-Zero | Montagehandleiding
–
300
1,0 m
y
Advertenties
Inhoudsopgave
