Fig. 2: Voorbeeld voor een fundament-draad-
aansluiting
7.4.3
Toegestane krachten en momen-
ten aan de pompflenzen
7.4.4
Aansluiting van de leidingen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Atmos BST • Ed.01/2023-07
De grondplaat mag niet verspannen of op het oppervlak van het fundament omlaag getrok-
ken worden. De grondplaat moet zodanig worden gesteund dat de oorspronkelijke uitrich-
ting hetzelfde blijft.
Om de grondplaat voldoende te verankeren, moeten de afmetingen van de bevestigings-
schroeven overeenkomstig de in de grondplaat geboorde gaten worden gekozen/aanbevo-
len:
Boorgat in de grondplaat
∅ [mm]
12
15
18,5
•
Stel het complete aggregaat bij het opstellen op het fundament met behulp van een wa-
terpas af.
•
Gebruik altijd schokdempers (B) links en rechts tussen het dempingsfundament (D) en de
sokkel (F) dicht bij het bevestigingsmateriaal (bijv. steenbouten (A)) tussen de grondplaat
en het dempingsfundament (D).
•
Draai het bevestigingsmateriaal gelijkmatig en stevig vast.
•
Om verdere trillingen te verminderen, kan de grondplaat na de bevestiging met zo tril-
lingsvrij mogelijk mortel over de opening tot aan de bovenkant worden afgewerkt. Voor-
kom hierbij holle ruimtes.
DN
Krachten F [N]
F
F
X
Y
Druk- en zuigflens
32
367,5
315,0
40
385,0
350,0
50
525,0
472,5
65
647,5
595,0
80
787,5
717,5
100
1050,0
945,0
Tab. 5: Toegestane krachten en momenten op pompflenzen
Indien niet alle werkende lasten de maximaal toegestane waarden bereiken, mag een van de-
ze lasten de algemene grenswaarde overschrijden. Onder voorwaarde dat er aan de volgende
extra voorwaarden wordt voldaan:
•
Alle componenten van een kracht of een moment bereiken hoogstens het 1,4-voudige
van de maximaal toegestane waarde.
•
De krachten en momenten die op elke flens inwerken, voldoen aan de voorwaarden van
de compensatievergelijking.
Fig. 3: Compensatievergelijking
Σ F
en Σ M
zijn de aritmetische sommen van de effectieve waarden van beide
effectief
effectief
pompflenzen (ingang en uitlaat). Σ F
van de maximaal toegestane waarden van beide pompflenzen (ingang en uitlaat). De alge-
braïsche voortekens Σ F en Σ M worden niet meegenomen in de compensatievergelijking.
VOORZICHTIG
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering!
De pomp mag nooit als vast punt voor de leiding worden gebruikt.
Schroefdraad
Schroeflengte
[mm]
M10
120
M12
160
M16
200
Momenten M [Nm]
F
Σ Krachten
M
Z
X
F
297,5
367,5
385,0
437,5
437,5
455,0
577,5
577,5
490,0
735,0
735,0
525,0
875,0
875,0
560,0
1172,5 1172,5
595,0
en Σ M
max. permitted
max. permitted
nl
Schroefdraadlengte
[mm]
36
40
50
M
M
Σ Momenten M
Y
Z
262,5
297,5
385,0
315,0
367,5
455,0
350,0
402,5
490,0
385,0
420,0
525,0
402,5
455,0
560,0
437,5
507,5
595,0
zijn de aritmetische sommen
19