4.
Klik op [Stuurprogramma] of [Opties], selecteer de optie die op het apparaat is
geïnstalleerd en klik vervolgens op [OK].
• Indien de bruikbare opties niet worden weergegeven, is het IP-adres onjuist opgegeven of is
het PPD-bestand niet juist geregistreerd. Om het IP-adres in te voeren of het PPD-bestand te
registreren, zie Pag. 105 "Het apparaat registreren in [Printers & Scanners] voor
netwerkverbinding".
5.
Sluit het scherm Systeemvoorkeuren af.
• Als de optie die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, zijn de PPD-bestanden mogelijk niet
goed geconfigureerd. Om de configuratie te voltooien, controleert u of de naam van het PPD-
bestand wordt weergegeven in het dialoogvenster.
• Als voorbeeld voor de instelprocedures wordt het besturingssysteem macOS 10.14 gebruikt. De
werkelijke procedure kan anders zijn afhankelijk van de versie die u gebruikt.
• Wilt u een optionele Adobe PostScript opgeven als u een PostScript 3-printerstuurprogramma
gebruikt, selecteer dan [Adobe PostScript] in de lijst "PostScript:" op het tabblad [Opties].
Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding (macOS)
109