Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
70
10.4.4. — Filters
Er zijn vier instellingen voor gegevensfiltering voor het beoordelen van de gegevenskwaliteit.
De oppervlakgegevensfilters maken visualisatie en beoordeling van de verdeling van
oppervlakpunten in elke kegelvormige klasse van de gegevensstructuur van de puntenwolk
mogelijk aan de hand van de volgende statistieken:
• Geen – er wordt geen filter of kleuroverlay toegepast.
• Aantal punten - het aantal punten in elke klasse.
• Aantal punten in één standaarddeviatie - het aantal punten waarvan de radiale afstand
vanaf de oorsprong binnen één standaarddeviatie van het rekenkundige gemiddelde van de
set stralen in elke klasse valt.
• Standaarddeviatie - de standaarddeviatie van alle radiale afstanden vanaf de oorsprong
tot elk punt in elke klasse, de zogeheten 'set met radii'.
Klik op de selectieknop van het gewenste gegevensfilter in het paneel Gegevenskwaliteit.
(
Afbeelding 10-4, A
Schuifregelaar filterdrempel
• Aantal punten ≥ - Als u de schuifregelaar verplaatst, wordt de drempelwaarde gewijzigd
waarmee de kleur van elke klasse voor de kleuroverlay op het weergegeven oppervlak
wordt bepaald. Klassen waarvan de kwaliteitsstatistiek van de oppervlakgegevens
onder de drempelwaarde uitkomt, krijgen een andere kleur dan de klassen waarvan de
kwaliteitsstatistiek boven de drempel uitkomt. Voor het aantal punten in 1 std wordt
aanbevolen om een waarde > 3 te gebruiken; deze waarde kan worden verhoogd als de tijd
voor oppervlakacquisitie toeneemt zodat het Gewogen gemiddelde voor identificatie van
kritieke gebieden om kan worden toegepast.
• Gewogen gemiddelde inschakelen - Met deze instelling wordt een weegfunctie
op de oppervlakpunten in elke klasse toegepast, waarbij de nadruk op de meest recente
punten ligt. Deze functie wordt alleen toegepast op klassen waarvan de kwaliteitsstatistiek
van de oppervlakgegevens onder de geconfigureerde drempel valt. Schakel deze instelling
in wanneer het aantal oppervlakpunten groot is en de oppervlakanatomie minder snel op
nieuw verkregen punten reageert. Deze instelling kan, waar nodig, opeenvolgend worden
in- en uitgeschakeld tijdens de acquisitie van de oppervlakanatomie. Deze optie is standaard
uitgeschakeld.
• Hoekpunten onder de drempel verwijderen - Klassen waarvan de kwaliteitsstatistiek
van de oppervlakgegevens onder de geconfigureerde drempel valt, worden uit de ruwe
oppervlakanatomie verwijderd als u het vakje 'Hoekpunten onder de drempel verwijderen'
inschakelt.
)