7.1 Wanddoorvoering
De binnen- en buitenunit worden via de koelmiddelleidingen en de elektrische verbindingskabel met
elkaar verbonden. Hiervoor zijn wanddoorvoeringen mogelijk noodzakelijk.
Bij het maken van deze doorvoeringen goed opletten op dragende constructiedelen, balken,
isolatiemateriaal, dampscherm, enz.
Monteer de doorvoerbuis onder afschot (2-5°) naar buiten toe, zodat eventuele condensvorming
naar buiten loopt. Zorg er voor dat de koudemiddelleidingen de doorvoerbuis niet direct raken, en
niet onder spanning tegen de rand zitten, om geluidsoverdracht te voorkomen.
Nadien kan eventueel de resterende opening in de buis worden volgespoten met PUR-Schuim.
7.2 Leidinglengtes koudemiddelleidingen:
•
Maximaal hoogteverschil tussen binnen en buiten unit: 10 meter
•
Minimale leidinglengte:
•
Maximale leidinglengte HPS.Z-06 en HPS.Z-08:
•
Maximale leidinglengte HPS.Z-12 en HPS.Z-16:
•
De opgegeven maximale leidinglengte tussen het buiten en binnendeel betreft de maximale
lengte van zowel de vloeistof leiding als de heetgas leiding. Deze lengtes hoeven dus niet bij
elkaar te worden opgeteld, maar gelden als maximale totale afstand van de leidingset.
25
5 meter
25 meter
30 meter