Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beademingsparameters - Weinmann MEDUMAT Standard 2 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor MEDUMAT Standard 2:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.2 Beademingsparameters

Beademings-
parameter
Vt
Freq.
P
max
PEEP
Air Mix
100% zuurstof
Bij een ingestelde PEEP-waarde > 0 mbar moet de patiënt door
zijn spontane ademinspanning een onderdruk van ten minste
-1,3 mbar onder de ingestelde PEEP-waarde produceren, om een
inspiratorische trigger van het apparaat te activeren.
Wanneer geen PEEP-waarde is ingesteld (PEEP-waarde = 0), moet
de patiënt een onderdruk van ten minste -0,8 mbar produceren,
om een inspiratorische trigger te activeren. Stel bij het gebruik van
geassisteerde beademingsmodi veilig dat de patiënt voldoende
ademinspanningen vertoont. Als dit niet het geval is, dan kan de
trigger-gevoeligheid worden verhoogd door een PEEP-
waarde > 2 mbar in te stellen. Mocht de patiënt dan ook niet in
staat zijn een trigger te activeren, dan moet de verplichte
frequentie dienovereenkomstig hoog worden gekozen om een
voldoende beademing van de patiënt te waarborgen.
Bij een wissel naar de CPR-modus zet het apparaat de PEEP-
waarde automatisch op 0 mbar.
Bij een wissel van de CPR-modus naar een andere
beademingsmodus wisselt het apparaat automatisch van de
vooringestelde P
P
-waarde voor alle andere beademingsmodi
max
Voorinstellingen patiënt", pagina
De beademingsparameters zijn onderling afhankelijk. Voorbeeld:
P
is altijd groter dan de PEEP-waarde.
max
6 Beschrijving van de modi
Eenheid Beschrijving
ml
Tidaal volume (ademteugvolume)
1/min
Beademingsfrequentie
mbar
Maximale inspiratiedruk
mbar
Positieve eindexpiratorische druk (CPAP)
Beademing door bijmenging van
-
atmosferische lucht
-
Beademing met 100% zuurstof
-waarde voor CPR naar de vooringestelde
max
80).
MEDUMAT Standard
(zie „5.3.7
2
NL
87

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave