Inhoudsopgave
Advertenties
10.2
Meten zonder sonde
Aardweerstandsmeting zonder sonde (met netbedrijf) – aansluitschema
Ri
B
Legenda
R
Gebruiksaarddraad
B
R
Aardweerstand
E
R
Interne weerstand
i
R
Aardweerstand door systemen van de potentiaalvereffe-
X
ning
R
Sondeweerstand
S
PAS
Potentiaalvereffeningsrail
RE
Totale aardweerstand (R
In de gevallen waarin het niet mogelijk is een sonde te plaatsen,
kunt u de aardweerstand door schatting zonder sonde vaststellen
met een „aarddraadlusweerstandsmeting".
De meting wordt op dezelfde manier verricht als beschreven in
Hoofdst. 10.1 „Meten met sonde" vanaf pag. 28. Op de sonde-
aansluiting (17) is echter geen sonde aangesloten.
De weerstandswaarde R
ESchl
gemeten, bevatten ook de weerstandswaarden van de gebruiks-
aarddraad R
en van de buitenste geleider L. Voor het berekenen
B
van de aardweerstand moeten deze twee waarden worden afge-
trokken van de gemeten waarde.
Als men uitgaat van gelijke draaddiameters (buitenste geleider L
en nulleider N), dan is de weerstand van de buitenste geleider half
zo groot als de netimpedantie Z
U kunt de netimpedantie meten, zoals beschreven in Hoofdst. 9
vanaf pag. 25. De gebruiksaarddraad R
DIN VDE 0100 „0 tot 2 " bedragen.
1) Meting:
Z
is R
= 2 · R
LN
i
2) Meting:
Z
is R
L-PE
ESchl
3) Berekening: R
is Z
E1
L-PE
Bij het berekenen van de aardweerstand is het zinvol om geen
rekening te houden met de weerstandswaarde van de gebruiks-
aarddraad R
, omdat deze waarde over het algemeen niet
B
bekend is.
De berekende weerstandswaarde bevat dan als veiligheidstoe-
slag de weerstand van de gebruiksaarddraad.
GMC-I Messtechnik GmbH
E
E
1
//R
//waterleiding)
E1
E2
die bij deze meetmethode wordt
(buitenste geleider + nulleider).
L-N
mag volgens
B
L
– 1/2 · Z
; voor R
= 0
L-N
B
2
Meetfunctie kiezen
R
E
Parameter instellen
❑ Meetbereik: AUTO,
10 k (4 mA), 1 k (40 mA), 100 (0,4 A), 10 (> 0,8 A)
Bij installaties met RCD-aardlekschakelaar moet de weerstand
resp. de meetstroom zodaning gekozen worden, dat deze
onder de aanspreekstroom (½ I
❑ Soort aansluiting: 2-polige adapter
❑ Contactspanning: UL < 25 V, < 50 V, < 65 V
❑ Overzetverhouding: hier niet van belang
Limiet / grenswaarde:
R
> Limiet / grenswaarde
E
U
De meting starten
Opmerking
Als de 2-polige adapter verkeerd
wordt aangesloten, verschijnt het
volgende diagram in beeld.
) ligt.
N
R
L
L
29
Advertenties
Inhoudsopgave
