10.3
Het meten van de aarddraadspanning (functie U
De aardweerstand meten met sonde (met netbedrijf) – aansluitschema
Ri
B
Deze meting is alleen mogelijk met sonde, zie Hoofdst. 10.1.
De aarddraadspanning U
E
optreedt tussen de aarddraadaansluiting en de referentieaarde,
als er tussen de buitenste geleider en de aarddraad een kortslui-
ting optreedt. Het berekenen van de aarddraadspanning is in de
Zwitserse norm SEV 3755 voorgeschreven.
Meetprocédé
Voor het berekenen van de aarddraadspanning meet het appa-
raat allereerst de lusweerstand R
een daarna de aardweerstand R
waarden op, berekent daarmee op basis van de formule
U
E
de aarddraadspanning en geeft deze weer op het display.
Meetfunctie kiezen
R
E
Aansluiting
Aangesloten worden: 2-polige adapter en sonde
30
E
1
is de Spanning die op de aarddraad
van de aarddraad en met-
ESchl
. Het apparaat slaat beide meet-
E
U
R
N
E
=
----------------- -
R
ESchl
)
E
E
2
Parameter instellen
❑ Meetbereik: 10 / U
❑ Soort aansluiting: 2-polige adapter + sonde
❑ Contactspanning: UL < 25 V, < 50 V, < 65 V, willekeurig instelbare
spanning zie Hoofdst. 5.7
❑ Overzetverhouding: hier niet van belang
Limiet / grenswaarde:
R
> Limiet / grenswaarde
E
U
De meting starten
Opmerking
Als de 2-polige adapter verkeerd
wordt aangesloten, verschijnt het
volgende diagram in beeld.
E
R
L
L
S
GMC-I Messtechnik GmbH