Inhoudsopgave
Advertenties
Parameter
MAX
STOOKLIJN +5
STOOKLIJN 0
STOOKLIJN -5
BIJ KOELING
CONST. TEMP.
VERL.TEMP
9.5
WARMWATER
Parameter
WARMWATER
TOP-UP
9.6
KOELING
Parameter
KOELING
START
50 – Installatiehandleiding VMGFD110
Betekenis
Maximale berekende instelwaarde voor de aanvoertemperatuur.
Fabrieksinstelling: 55°C (bij vloerverwarming 45°C), interval: 15°C – 70°C
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentemperatuur van +5°C. Wordt in
de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Fabrieksinstelling: 0°C, interval: -5°C – 5°C
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentemperatuur van 0°C. Wordt in de
grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Fabrieksinstelling: 0°C, interval: -5°C – 5°C
Plaatselijke stijging of daling van STOOKLIJN bij een buitentemperatuur van -5°C. Wordt in de
grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Fabrieksinstelling: 0°C, interval: -5°C – 5°C
Bij productie van koeling kan de shuntgroep worden aangepast.
Fabrieksinstelling: AUTO, interval: AUTO, OPEN, GESLOTEN
De regeling van de shuntgroep richting een constante temperatuur is een alternatief voor de
bovenstaande regeling met een warmstooklijn. De keuze voor regeling met constante tem-
peratuur maakt u met de parameter CONST. TEMP. in het Service-menu.
Fabrieksinstelling: 18°C, interval: 10°C – 30°C
De temperatuur waar de shuntgroep naartoe werkt als temperatuurverlaging is geactiveerd
in het menu KALENDER.
Fabrieksinstelling: 18°C, interval: 10°C – 30°C
Betekenis
Maak productie van warm water mogelijk.
Fabrieksinstelling:
, interval:
Geforceerde warmwaterproductie met compressor en bijverwarming.
Fabrieksinstelling:
, interval:
Betekenis
Maak de productie van koeling mogelijk.
Fabrieksinstelling:
, interval:
Temperatuur retoursensor voor start productie van koeling.
Fabrieksinstelling: 25°C, interval: STOP + 5°C – MAX. STARTTEMP.
– AAN
– AAN
– AAN
Advertenties
Inhoudsopgave
