Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koeling; Bijverwarm - Danfoss DHP-AQ Series Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AQ Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

10.4

KOELING

Parameter
KOELING
KOELTIJD
MAX. STARTTEMP.
MIN. STOPTEMP.
KAMERSENSOR
KLHYS.KAMSNS.LG
KLHYS.KAMSNS.HG
10.5

BIJVERWARM.

Parameter
MAX STAP
INTEGRAAL A2
HYSTERESIS
MAX STROOM
WARMWATER STOP
Betekenis
Activeert de koelfunctie.
Fabrieksinstelling:
, interval:
Als de warmtepomp moet wisselen tussen verschillende functies, bijvoorbeeld verwar-
ming, warm water, zwembadverwarming en koeling, wordt er maximaal gedurende het
ingestelde aantal minuten koeling geproduceerd.
Fabrieksinstelling: 20M, interval: 5M – 40M
Maximaal instelbare temperatuur voor parameter START in INFORMATIE -> KOELING.
Fabrieksinstelling: 30°C, interval: KOELING->START – 55°C
Minimaal instelbare temperatuur voor parameter STOP in INFORMATIE -> KOELING.
Fabrieksinstelling: 16°C, interval: 5°C – KOELING->STOP
Activering van kamersensorfunctie voor invloed van koelingsproductie.
Fabrieksinstelling:
, interval:
Compressor wordt stopgezet als temperatuur vanuit kamersensor lager ligt dan gewenste
waarde minus KLHYS.KAMSNS.LG.
Compressor mag niet starten als niet wordt voldaan aan het criterium.
Betekenis
Maximale aantal toegestane stappen voor bijverwarming.
staan (betekent dat alleen bedrijfsmodi AUTO, WARMTEPOMP of [symbool] kunnen worden
gekozen en dat de anti-legionellafunctie niet mogelijk is). P = de potentiaalvrije uitgang
stuurt een vóór de driewegklep warm water aangesloten elektrisch verwarmingselement
aan en niet, zoals anders, een externe bijverwarming.
Fabrieksinstelling:
, interval:
Er moet aan twee voorwaarden worden voldaan om de bijverwarming te kunnen starten:
de integraalwaarde om te starten moet minder dan integraal A2 zijn en de aanvoertempe-
ratuur moet 2°C lager zijn dan de berekende temperatuur. Zie INTEGRAAL, Pagina 44 voor
meer informatie.
Fabrieksinstelling: -600°min, interval: -990°min – A1 - 10°min
Als het verschil tussen de werkelijke aanvoertemperatuur en de berekende aanvoertempe-
ratuur te groot is (zie Belangrijke parameters) , wordt de integraalwaarde op de startwaarde
A2 ingesteld (de bijverwarming start) of wordt de waarde op 0 ingesteld (de bijverwarming
stopt).
Fabrieksinstelling: 20°C, interval: 5°C – 30°C
Toont de hoofdzekering van de installatie in ampère. Voorwaarde is dat er een uitbreidings-
kaart voor stroommeting is aangesloten.
Fabrieksinstelling: 20A, interval: 16A – 35A
Stoptemperatuur voor warmwater tijdens BIJVERWARM. De waarde wordt afgelezen door
de warmwatersensor.
Fabrieksinstelling: 60°C, interval: 50°C – 65°C
, ACTIEVE KOELING, GEÏNTEGR. IN WP
– AAN
, – 5, P
Installatiehandleiding VMGFD110 – 57
= geen bijverwarming toege-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave