8.3 Maaidraad bijregelen
Als een halfautomatische draadkop wordt gebruikt:
Fig. 14
(schematische voorstelling)
Terwijl de maaiboom onbelast werkt maar de
draadkop draait, stuit u met de draadkop enkel
keren op begroeide ondergrond. De snijdraad komt
dan gedeeltelijk vrij. Per ontgrendeling wordt de
draad ongeveer 30 mm verlengd. Als de draad te
lang is, wordt dit door het draadafsnijmes
gecorrigeerd.
Als de maaidraad opgebruikt is, kunt u hem door
de als toebehoren aangeboden maaidraad
bestelnr.: 6900942 vervangen.
8.4 Tweedelige maaiboom
Type 129LTS en 129BTS
Voor het transport en een plaatsbesparende
opberging zijn de types 129LTS en 129BTS uitgerust
met een tweedelige maaiboom. Bovendien zijn
speciaal voor het type 129LTS verschillende
toebehorenkits leverbaar, waarbij het werktuig
reeds op het onderste gedeelte van de maaiboom
bevestigd is. U kunt de machine dan snel
ombouwen door het onderste gedeelte van de
maaiboom gewoon te verwisselen. (Zie hoofdstuk
10 "Accessoires")
Fig. 15
De twee delen van de maaiboom loskoppelen:
• Maak de spanschroef (1) los.
•
Ontgrendel de borgpen (2) door eraan te
trekken.
• Trek de onderste helft van de maaiboom met de
aandrijfas uit de koppelmof.
Als u beide helften weer in elkaar schuift, moet u
erop letten dat het onderste gedeelte van de
maaiboom in het vierkant in het bovenste gedeelte
van de aandrijfas grijpt. Indien nodig moet u het
snijwerktuig wat verdraaien om de boom in te
schuiven. Klik de borgpen (2) hoorbaar vast in het
boorgat van de maaiboom.
Draai daarna de spanschroef (1) vast.
Gebruik van de bosmaaier
NEDERLANDS
15