9 Bediening
5 Meet het CO
-percentage. Als het CO
2
afwijkt van de waarden in de tabel die het CO
maximumvermogen aangeeft, neem dan contact op met uw
plaatselijke verdeler.
6 Druk tegelijk op
en
om het testprogramma te verlaten.
7 Zet het voorpaneel terug op zijn plaats.
9
Bediening
9.1
Overzicht: Bediening
De gasboiler is een modulerende, hoogefficiënte ketel. Dit betekent
dat het vermogen wordt aangepast in overeenstemming met de
gewenste warmtebehoefte. De aluminium warmtewisselaar heeft 2
afzonderlijke kopercircuits. Als resultaat van de afzonderlijk
gebouwde circuits voor ruimteverwarming en warm tapwater,
kunnen de verwarming en de warmwateraanvoer afzonderlijk
werken, maar niet gelijktijdig samen.
De gasboiler heeft een elektronische ketelcontroller die het volgende
doet wanneer verwarmen of aanvoer van warm water nodig is:
▪ de ventilator starten,
▪ de gasklep openen,
▪ de brander ontsteken,
▪ de vlam voortdurend opvolgen en controleren.
Het is mogelijk om het warm tapwatercircuit van de gasboiler te
gebruiken zonder het ruimteverwarmingssysteem aan te sluiten en
te vullen.
9.2
Verwarming
Verwarming wordt geregeld door de binnenunit. De ketel start het
verwarmingsproces wanneer er een verzoek van de binnenunit is.
INFORMATIE
Voor gasboilers van derden kan lange werking van de
boiler
bij
lage
buitentemperaturen
onderbroken om de buitenunit en waterleidingen te
beschermen tegen bevriezing. Tijdens deze tijdelijke
onderbreking kan het lijken dat de boiler uitgeschakeld is.
9.3
Warm tapwater
Niet van toepassing voor Zwitserland
Ogenblikkelijk warm tapwater wordt aangevoerd door de ketel.
Omdat de aanvoer van warm tapwater voorrang heeft op
ruimteverwarming,
schakelt
tapwaterstand wanneer er een warm waterverzoek is. Wanneer er
tegelijkertijd een verzoek voor ruimteverwarming als een verzoek
voor warm tapwater is:
▪ wanneer de warmtepomp alleen werkt (ruimteverwarmingsstand),
zal de warmtepomp warmte leveren, wordt de ketel omzeild en
schakelt deze over op de stand warm tapwater om warm tapwater
te leveren.
▪ wanneer alleen de ketel werkt, met de ketel in de stand warm
tapwater, wordt GEEN ruimteverwarming geleverd, maar wel
warm tapwater.
▪ wanneer de warmtepomp en de ketel gelijktijdig werken, zal de
warmtepomp warmte leveren en wordt de ketel omzeild en
schakelt deze over op de stand warm tapwater om warm tapwater
te leveren.
Deze handleiding beschrijft enkel de productie van warm tapwater
voor
systemen
die
niet
warmtapwatertank.
Raadpleeg
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
30
-percentage nog steeds
2
-percentage bij
2
tijdelijk
worden
de
ketel
over
naar
de
warm
gecombineerd
zijn
met
de
handleiding
van
warmtepompmodule voor de werking en de vereiste instellingen voor
warm tapwater in combinaties met een warm tapwatertank voor
Zwitserland.
INFORMATIE
Voor
EHY2KOMB28+32AA
ogenblikkelijk warm tapwater bij lage buitentemperaturen
tijdelijk
worden
waterleidingen te beschermen tegen bevriezing.
9.4
Bedrijfsmodi
De volgende codes op het servicedisplay geven de volgende
werkingsstanden aan.
Uit
De gasboiler is buiten werking maar krijgt elektrische stroom. Er zal
geen antwoord komen op verzoeken voor ruimteverwarming en/of
warm tapwater. Vorstbeveiliging is actief. Dit betekent dat de
wisselaar wordt verwarmd als de watertemperatuur in de gasboiler
te laag is. Indien van toepassing zal de warmhoudfunctie tevens zijn
ingeschakeld.
Als vorstbeveiliging of de warmhoudfunctie ingeschakeld is,
verschijnt
op het display (de wisselaar verwarmen). In deze stand
kan ook de druk in de ruimteverwarmingsinstallatie worden
afgelezen op het hoofddisplay (bar).
Wachtstand (leeg servicedisplay)
De LED bij de -knop brandt en mogelijk ook een van de LED's voor
de comfortfunctie warm tapwater. De gasboiler wacht voor een
verzoek om ruimteverwarming en/of warm tapwater.
Pomp omzeild door verwarming van ruimten
Na elke verwarming van ruimten blijft de pomp draaien. Deze functie
wordt geregeld door de binnenunit.
Ketel wordt uitgeschakeld wanneer de gewenste temperatuur
is bereikt
De controller van de ketel kan het verzoek voor ruimteverwarming
tijdelijk stoppen. De brander stopt. Het uitschakelen gebeurt omdat
de gewenste temperatuur is bereikt. Wanneer de temperatuur te
snel zakt en de anti-cyclustijd is voorbijgegaan, wordt het
uitschakelen geannuleerd.
Zelftest
De sensoren controleren de ketelcontroller. Tijdens de controle voert
de ketelcontroller GEEN andere taken uit.
Ventilatie
Wanneer het apparaat is gestart, gaat de ventilator naar
startsnelheid. Wanneer de startsnelheid is bereikt, gaat de brander
branden. De code zal ook zichtbaar zijn wanneer naventilatie actief
is nadat de brander is gestopt.
Ontsteking
Wanneer de ventilator zijn startsnelheid heeft bereikt, wordt de
brander ontstoken door middel van elektrische vonken. Tijdens
ontsteking zal de code zichtbaar zijn op het servicedisplay. Als de
brander NIET ontsteekt, gebeurt een nieuwe ontstekingspoging
plaats na 15 seconden. Als de brander na 4 ontstekingspogingen
nog steeds NIET brandt, gaat de ketel naar de storingsstand.
Warm tapwater
Niet van toepassing voor Zwitserland
De aanvoer van warm tapwater heeft voorrang op ruimteverwarming
uitgevoerd door de gasboiler. Als de flowsensor een verzoek voor
warm
tapwater
van
ruimteverwarming door de gasboiler onderbroken. Nadat de
ventilator de snelheidscode heeft bereikt en de ontsteking is
een
gebeurd, gaat de ketelcontroller naar de warm tapwaterstand.
de
Daikin Altherma hybride warmtepomp – gasketelmodule
kan
lange
werking
onderbroken
om
de
buitenunit
meer
dan
2 l/min
detecteert,
EHYKOMB33A
4P353067-1K – 2020.10
van
en
wordt