Inhoudsopgave
Advertenties
3.8.1
BEDIENORGANEN VOOR HET VERPLAATSEN
Vergrendelstang
Trek--/duwstang
.
Opmerking
0188K NL 20201116
Trek-/duwhendel:
Deze is voorzien van inwendige sensoren voor het regelen van richting en
snelheid van elk wiel op basis van de druk die de bedienaar uitoefent op de
trek-/duwstang.
Het toestel wordt aangedreven door eerst de vergrendelstang vast te grijpen en
deze tegen de trek-/duwstang te houden. Het loslaten van de vergrendelstang
leidt tot het blokkeren van de verplaatsing.
Als de arm in de parkeerstand staat, verplaatst de eenheid
zich op de ingestelde snelheid (circa. 5 km/h (3,1 ml/h)
voorwaarts en 2,5 km/h (1,6 ml/h) achterwaarts).
Deze snelheid wordt aanzienlijk lager als de arm niet in de
parkeerstand staat (ongeveer 1,6 km/h (1 ml/h)).
Het servicepersoneel kan de snelheid configureren.
WEGENS HET GEWICHT VAN DE HET MOBIELE TOESTEL
BEDRAAG DE REMAFSTAND BIJ MAXIMUMSNELHEID OP
EEN GLAD OPPERVLAK MAXIMAAL 1 METER.
Het verplaatsen is niet mogelijk als het toestel op de netspanning
is aangesloten.
Om een onbeheerste verplaatsing van het toestel tijdens het
opstarten van het toestel, als gevolg van een storing in de
bedienorganen
ingedrukt
of
bewegingen onder aansturing van de trek-/duwstang
geblokkeerd hoewel het wel mogelijk blijft het toestel te
bedienen met behulp van de bedienorganen voor het
fijnpositioneren.
De verplaatsing van het toestel kan tevens worden
geblokkeerd tijdens het rijden.
Er klinkt een geluidssignaal (zoeminterval van 2 seconden)
om de gebruiker te waarschuwing voor storingen (raadpleeg
Tabel 3-1).
DX-D 100 mobiel röntgentoestel
voor
het
verplaatsen
kortgesloten)
te
voorkomen,
Gebruikershandleiding
(trek-/duwstang
worden
53
Advertenties
Inhoudsopgave
