0188K NL 20201116
BEDIENINGSORGANEN VOOR HET FIJN POSITIONEREN:
De vier toetsen op de handgrepen regelen de beweging van elk aandrijfwiel
(vooruit/achteruit). Dit maakt een nauwkeurige positionering van het toestel ten
opzichte van de patiënt mogelijk, waarbij de bediener tegenover de
röntgenbuis/collimator-module staat.
De snelheid is tijdens het justeren laag, omdat deze functie niet bedoeld is voor
het verrijden.
De toetsen komen elk overeen met een motor en wisselen niet als het toestel
in de parkeerstand staat.
Na acht seconden drukken op een van de knoppen
(Bedieningsorganen voor het fijn positioneren) op de
handgrepen, stopt het toestel met bewegen. Laat deze
knoppen los en druk ze opnieuw in om de verplaatsing van
het toestel mogelijk te maken.
VOOR
DE
JUISTE
RÖNTGENTOESTEL
HANDEN HEBBEN ALS HIJ MET HET SYSTEEM WERKT.
HET SYSTEEM NIET GEBRUIKEN OF BESTUREN MET NATTE
HANDEN OF GEÏMPREGNEERD MET DESINFECTERENDE
GEL OF ENIGE ANDERE STOF OF VLOEISTOF, SPECIAAL
BIJ HET GEBRUIK VAN DE BEDIENORGANEN VOOR HET
BEWEGEN
HOOFDMODULE); ANDERS KUNNEN DEZE STOFFEN EEN
STORING IN HET SYSTEEM EN/OF EEN ONJUISTE WERKING
VAN
DE
BEDIENORGANEN
VEROORZAKEN.
SCHAKEL IN DIT GEVAL HET TOESTEL UIT EN MAAK DE
BETREFFENDE ONDERDELEN SCHOON.
Om een onbeheerste verplaatsing tijdens het opstarten van
het toestel, als gevolg van een storing in de bedienorganen
voor
het
verplaatsen
ingedrukt
of
bewegingen
geblokkeerd, hoewel het wel mogelijk blijft het toestel te
bedienen met behulp van de trek-/duwstang.
De verplaatsing van het toestel kan tevens worden
geblokkeerd tijdens het rijden.
Er klinkt een geluidssignaal (zoeminterval van 2 seconden)
om de gebruiker te waarschuwing voor storingen (raadpleeg
Tabel 3-1).
DX-D 100 mobiel röntgentoestel
WERKING
MOET
DE
(STUUR,
HANDGREPEN
VOOR
(fijnpositioneer-bedienorganen
kortgesloten)
te
onder
aansturing
Gebruikershandleiding
VAN
HET
MOBIELE
GEBRUIKER
DROGE
VAN
DE
HET
BEWEGEN
voorkomen,
worden
van
deze
organen
55