5.1.3
Draaiaandrij vingen
Vereiste montageonderdelen en accessoires:
cf.. hoofdstuk 3.1 'Montage aan zwenkaan-
drij vingen'.
Indien het magneetventiel voorafgaandelij k
geconfi gureerd is voor montage aan zwenk-
aandrij vingen conform VDI/VDE 3845, zij n
geen aanvullende montageonderdelen vereist.
32 / 45
beeld 3: Aansluitbeeld conform VDI/
VDE 3845
1. Positie van de vormafdichting, dan wel
van de O-ringen op de NAMUR-boorsja-
bloon en van de codeerpen controleren.
2. Magneetventiel met twee cilinderschroe-
ven aan de draaiaandrij ving bevestigen.
EB 3967 NL
Voorbereidende maatregelen
29