Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Scènefunctie Gebruiken; Een Scène Oproepen/Opslaan; Scènefunctie Bewerken; Performancefuncties Gebruiken - Roland JUPITER-Xm Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De scènefunctie gebruiken
SCENE bovenste scherm
Dit is het scherm dat als eerste verschijnt wanneer u op de
knop
drukt.
Scènebank - Scènenummer
Scènenaam
LFO-editor
9 : Key Sw is ON
+ : Arpeggiopartij
8 : Key Sw is OFF
: Huidige partij
-
_ : Part Sw está OFF
5
: Wordt gelijktijdig
bewerkt
Spelen op het klavier
U kunt het wieltje gebruiken om de toonhoogte te wijzigen, of vibrato
toe te passen.
Gebruik de controllers om het geluid dat u speelt te wijzigen
U kunt controllers zoals de
[S1]-[S3]-knoppen
schuifregelaars gebruiken, om het geluid dat u speelt te wijzigen.
Arpeggio's spelen
U kunt I-Arpeggio gebruiken om te spelen door verschillende
arpeggiofrases te combineren.
Een scène oproepen/opslaan
Een scène oproepen
1.
Druk op de
[SCENE]-knop
openen.
2.
Gebruik de
[1]–[16]-knoppen
* Als de SYSTEEM-parameter SCENE LOCK op
een bevestigingsscherm wanneer u van scène wisselt.
Een scènebank oproepen
1.
Houd de
[SCENE]-knop
ingedrukt en druk op de
[1]–[16]-knoppen
om een scènebank te selecteren.
Een scène opslaan
De bewerkingen die u uitvoert in een partij of klank of de gegevens
die u opneemt, zijn tijdelijk. Ze gaan verloren wanneer u de stroom
uitschakelt, of wanneer u een andere scène of klank selecteert. Als u
het resultaat van uw bewerking of opname wilt behouden, moet u het
opslaan in een scène.
* Als u een klank individueel wilt opslaan, gebruikt u de Tone Write-
bewerking (p. 12).
1.
Houd de
[SCENE]-knop
ingedrukt en druk op de
knop.
Het WRITE MENU-scherm verschijnt.
2.
Gebruik de [1]- of
[2]-regelaar
druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3.
Gebruik de [1]- of
[2]-regelaar
selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Als u de scène die wordt opgeslagen wilt hernoemen, gebruikt u
de
PAGE [<] [>]-knoppen
om de cursor te verplaatsen en gebruikt u
de
[2]-regelaar
om tekens te specificeren.
4.
Druk op de [ENTER]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
5.
Druk op de
[ENTER]-knop
[SCENE]-
Huidige interne
temperatuur
ENV-editor
Netsnoer
aangesloten/
losgekoppeld
Bluetooth Sw
9 : PARTIAL Sw is ON
8 : PARTIAL Sw is OFF
– : Wordt bewerkt
en de
[SL1]
[SL2]-
om de scèneselectiemodus te
om een scène te selecteren.
"ON"
(aan) staat, verschijnt
[WRITE]-
om
"SCENE"
te selecteren en
om de opslaglocatie te
om de bewerking uit te voeren.

(SCENE)

Scènefunctie bewerken
Hier leest u hoe u de scèneparameters kunt bewerken.
1.
Druk op de
[SCENE]-knop
gaan.
2.
Druk op de
PAGE [>]-knop
EDIT-scherm te gaan.
3.
Gebruik de
[1]-regelaar
om een parameter te selecteren en
gebruik de
[2]-regelaar
om de waarde te bewerken.
4.
Wanneer de bewerking is uitgevoerd, drukt u op de
knop
om terug te keren naar het bovenste scherm.

Performancefuncties gebruiken

Het klavier splitsen om verschillende geluiden te spelen
1.
Druk op de
[FUNCTION]-knop
Kiest de functiemodus.
2.
Druk op de [15]-knop.
Splitsen wordt ingeschakeld. De part 1-klank klinkt in het
rechtergedeelte van het klavier en de part 2-klank klinkt in het
linkergedeelte.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke status, drukt u nogmaals
op de
[15]-knop
in de functiemodus.
* Als u het splitspunt wilt wijzigen, gaat u naar de functiemodus. Houd
de
[15]-knop
ingedrukt en druk vervolgens op de gewenste toets, of
gebruik SCENE ZONE EDIT om de KEY RANGE in te stellen. Raadpleeg de
"Reference Manual"
(PDF) voor meer informatie.
Twee geluiden in lagen aanbrengen
1.
Druk op de
[FUNCTION]-knop
Kiest de functiemodus.
2.
Druk op de [16]-knop.
Dual is ingeschakeld. Hierdoor wordt de part 2-klank boven op de
part 1-klank gelegd, zodat ze samen worden gehoord.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke status, drukt u nogmaals
op de
[16]-knop
in de functiemodus.
* Als u de
[SHIFT]-knop
ingedrukt houdt en op de
Dual in te schakelen, worden de instellingen automatisch zo gemaakt dat
partij 1 wordt uitgevoerd vanuit L en partij 2 wordt uitgevoerd vanuit R.

Spelen met een aangesloten pedaal

De noten vasthouden
(Hold)
Als een pedaalschakelaar (apart verkrijgbaar: DP-serie) is verbonden
met de HOLD-aansluiting, wordt het geluid aangehouden zolang u
het pedaal blijft indrukken, zelfs nadat u uw hand van het klavier hebt
verwijderd.
Een expressie aan uw uitvoering toevoegen
Als een expressiepedaal (apart verkrijgbaar: EV-5) is verbonden met
de CTRL-aansluiting, kunt u het pedaal gebruiken om het volume te
wijzigen, waardoor uw uitvoering expressiever wordt.
Door het toewijzen van de gewenste functie, kunt u het pedaal ook
gebruiken om andere bewerkingen uit te voeren, zoals schakelen
tussen scènes.
&
"Lijst met functies die kunnen worden toegewezen aan de
controllers"
(p. 24)
om naar het bovenste scherm te
om naar het SCENE COMMON
[EXIT]-
(Split)
om deze te doen branden.
(dual)
om deze te doen branden.
[DUAL]-knop
drukt om
(Expression)
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Jupitier-xm

Inhoudsopgave