Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Externe Sensor Systeemwater; Hulpweerstanden; Systeemweerstand - MAXA i-32V504 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor i-32V504:
Inhoudsopgave

Advertenties

Als de sanitaire werking is ingeschakeld en de parameter, als alternatief voor het gebruik van de temperatuursensor, kan de sanitair
warmwaterfunctie worden geactiveerd middels het sluiten/openen van een digitale ingang van de unit. Deze functie wordt aanbevolen
wanneer er twee of meer warmtepompen in cascade-opstelling worden gebruikt die hydronisch zijn aangesloten op eenzelfde opslagtank
voor sanitair water; op deze manier wordt de activering van de sanitair warmwaterfunctie bepaald door de op de eerste machine
aangesloten opslagtanksensor, terwijl de andere machines automatisch worden ingeschakeld door digitale toestemming.
Het systeem gaat over naar de sanitaire modus wanneer de digitale ingang dicht gaat en verlaat de sanitaire productie wanneer de
digitale ingang open gaat.
I/O-bron - Parameter
ID9 activeerbaar via H53 28
Het is mogelijk de polariteit van de digitale ingang om te keren, met de onderhoudsparameter ingesteld op H76 = 1
Het setpoint SAN van de warmtepomp wordt niet in aanmerking genomen, het beheer van dit setpoint is gedelegeerd aan de
ontwerper, die rekening moet houden met de beveiliging sanitair warm water en met de configuratie van het gehele systeem.

10.5 EXTERNE SENSOR SYSTEEMWATER

Bij sommige systeemoplossingen (bijv: warmtepomp parallel aan de ketel op hetzelfde hydronische circuit en omloopklep) kan het
noodzakelijk zijn een systeemtemperatuursensor in te schakelen zodat de regelaar aan boord van de machine het beheer correct
kan verwerken.
De externe systeemsensor thermoregelt de warmtepomp alleen tijdens de startfase van de compressor, de uitschakeling wordt
beheerd door de sensor aanwezig op de aanvoer van de warmtepomp.
Ter verduidelijking volgt de tabel die de werking van het systeem illustreert:
Bedrijfsmodus
verwarmen
koelen
Opmerking: b22=5°C. Zie paragraaf 13.

10.6 HULPWEERSTANDEN

In bepaalde systeemoplossingen kan het gebruik van een integratieweerstand voor het systeem of het sanitair nodig blijken.
Om de interventiemodus van de integratieweerstanden te definiëren, moet parameter r24 worden ingesteld:
r24=0 niet gebruikte integratieweerstanden;
-
-
r24=1 alleen gebruik van systeemintegratieweerstand;
r24=2 alleen gebruik van sanitair-integratieweerstand;
-
-
r24=3 gebruik zowel van systeemintegratieweerstand als van sanitair-integratieweerstand.

10.6.1 SYSTEEMWEERSTAND

Als de insteltemperatuur onder het setpoint warm water (Hea) – 0.5°C blijft voor een periode gelijk aan r12 dan wordt de
integratieweerstand geactiveerd afhankelijk van de werking van de machine in de aaneengeschakelde of vervangende periodes
aangegeven in paragraaf 10.11.
De weerstand gaat uit wanneer het ingestelde setpoint wordt bereikt (waarbij ook rekening wordt gehouden met een eventuele
offset ingesteld met de parameters r29 of r30.
Als de insteltemperatuur onder het setpoint water min r11 (°C) blijft en de machine is geblokkeerd vanwege de interventie van een
alarm, dan wordt de weerstand geactiveerd. De weerstand gaat uit wanneer de machine de alarmblokkering verlaat.
Regelaar voor de i-32V5
Waarde Functie
Gesloten contact  oproep sanitair actief.
Open contact  oproep sanitair niet actief.
I/O-bron - Parameter
ST7 activeerbaar via H18 41
Actieve oproep van de warmtepomp
Temperatuur gemeten door de aanvoersensor van de warmtepomp < setpoint Hea - 0.5°C
Temperatuur gemeten door de externe systeemsensor < setpoint water Hea – b22
Temperatuur gemeten door de aanvoersensor van de warmtepomp < setpoint Coo + 0.5°C
Temperatuur gemeten door de externe systeemsensor < setpoint Coo + b22
Omkeerbare luchtgecondenseerde waterkoelers en warmtepompen
Waarde Beschrijving
Schakelt externe systeemsensor in
21
en
en

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave