Samenvatting van Inhoud voor Svedala Demag DF 65 P
Pagina 1
Asfaltafwerkmachine Gebruiksaanwijzing DF 65 P 01-0103 ....... 900 98 09 30...
Pagina 3
Voorwoord Voor een veilig gebruik van de machine is informatie nodig die in deze gebruiksaan- wijzing wordt gegeven. De informatie is kort en overzichtelijk weergegeven. De hoofdstukken zijn op letter gerangschikt. Elk hoofstuk begint met pagina 1. De pagi- na-aanduiding bestaat uit een letter die het hoofdstuk aangeeft en een paginanum- mer.
Inhoudsopgave Gebruik volgens het bestemde doel ........1 Beschrijving van de machine ..........1 Toepassing ....................1 Module- en functiebeschrijving ..............2 Machine ..................... 3 Constructie ..................... 3 Veiligheidsvoorzieningen ................6 Noodstopknop .................... 6 Parkeerrem („handrem“) ................6 Bedrijfsrem („voetrem “) ................6 Besturing ....................
Pagina 6
Transport ................. 1 Veiligheidsvoorschriften voor het transport ..........1 Transport op een dieplader ................ 2 Voorbereidingen ..................2 Op de dieplader rijden ................3 Na het transport ..................3 Transport over de openbare weg ............... 4 Voorbereidingen ..................4 Rijden op de openbare weg ............... 5 Verladen met een kraan ................
Pagina 7
Bedrijf ....................... 35 Bedrijf voorbereiden ................. 35 Benodigde apparaten en hulpmiddelen ..........35 Voor het begin van het werk (’s morgens of bij het begin van een nieuw inbouwtraject) ....35 Checklist voor de machinebestuurder ..........36 Machine starten ..................37 Voor het starten van de machine ............
Pagina 8
Onderhoud ................7 Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud ..........7 Onderhoudsintervallen ................8 Dagelijks (of om de 10 bedrijfsuren) ............9 Wekelijks (of om de 50 bedrijfsuren) ............11 Om de 500 bedrijfsuren ................13 Jaarlijks (of om de 1000 bedrijfsuren) ............13 Tweejaarlijks (of om de 2000 bedrijfsuren) ..........
A Gebruik volgens het bestemde doel De “Richtlijn voor het gebruik van asfaltafwerkmachines volgens het bestemde doel en volgens de voorschriften” wordt meegeleverd bij deze machine. De richtlijn is on- derdeel van deze gebruiksaanwijzing en dient beslist opgevolgd te worden. Nationale voorschriften zijn onbeperkt van toepassing.
B Beschrijving van de machine Toepassing De SVEDALA DEMAG asfaltafwerkmachine DF 65 P is een met rubberbanden uitge- ruste machine voor het aanbrengen van asfaltmengsel, wals- en mager beton, spoor- wegballast en niet-gebonden mineraalmengsels voor bestratingen.
De voorwielen zijn voorzien van volledig rubberen, elastische banden en & de achterwielen van grote tubeless luchtbanden (watervulling - Bij aanvullende voorwielaandrijving (DF 65 P) kan een vooras als extra aandrijfas worden ingeschakeld. Hydraulica: Afhankelijk van de uitvoering drijft de dieselmotor via direct opgeflensde hydropompen of via het opgeflensde verdelerdrijfwerk en zijn nevenaandrijvingen de hydraulische pompen voor alle hoofdaandrijvingen van de machine aan.
Pagina 14
Rijaandrijving: De traploos instelbare rijaandrijvingspomp wordt via hydraulische hogedrukslangen verbonden met de rijaandrijvingsmotor. De oliemotor drijft via een tweestanden-schakeldrijfwerk en rollenkettingen de achter- wielen aan. Het schakeldrijfwerk is voorzien van een geïntegreerd differentieel en sperdifferentieel. Besturing/bedieningsbordes: De volledig hydraulische Danfoss-Orbitrol-besturing zorgt voor een goede manoeuvreerbaarheid.
Pagina 15
Hoogte-instelling en verbreding van de worm: Door de wormhoogte-instelling en -verbreding is een optimale aanpassing aan de meest uiteenlopende inbouwdikten en -breedten mogelijk. In de basisuitvoering wordt de hoogte ingesteld met behulp van spanschroeven. & Bij de uitvoering met hydraulische cilinders ( ) kan de hoogte worden ingesteld van- af het bedieningspaneel.
Veiligheidsvoorzieningen Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht. De werking van deze voorzieningen moet regelmatig worden gecontroleerd (zie hoofdstuk D, paragraaf „Checklist voor de machinebestuurder“). Noodstopknop - op het bedieningspaneel F0005_A1.EPS Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing uitgeschakeld.
Gewichten Omschrijving DF 65 P Machine zonder balk ca. 7,1 Machine met balk EB 34 (incl. zijplaten) ca. 8,3 met aanbouwdelen voor max. werkbreedte max. extra met volle bak max. extra ca. 10 Toegestaan totaalgewicht voor transport (zonder lading) ca. 9,0 max.
Hydraulische installatie - Hydropompen rechtstreeks op de motor geflensd (bij uitvoering met V-balk) - Hydropompen via verdelerdrijfwerk Drukopwekking (rechtstreeks op de motor geflensd) (bij uit- voering met TV-balk en vierwielaandrijving & Hydraulische kringlopen voor: - Rijaandrijving - Mengseltransporteurs en verdeling &...
4.11 Elektrische installatie Spanning 24 V Accu's 2 x 12 V,72 Ah zie hoofdstuk F, paragraaf „Elektrische Zekeringen zekeringen“ 4.12 Gasverwarmingsinstallatie voor de balk Brandstof (vloeibaar gas) propaangas Gasflessen: 1 stuk inhoud per fles 70 l brutogewicht per fles 33 kg Werkdruk ca.
Aanduidingsplaatjes en typeplaatjes Hydraulische olie Attentie: oponthoud in de HE 46 draaicirkel van de hopperbak is verboden DIESEL 5BAR vol gas vrijloop Veiligheidsklep onmiddellijk sluiten - wanneer de brander uitgaat - bij branden Na afloop van het werk ook de gasflesklep sluiten Vloeibaar-gasinstallatie bouwjaar: propaan propaan...
Pagina 29
Pos. Omschrijving Bordje „Vulopening hydraulische olie“ Bordje „Niveau hydraulische olie controleren“ Bordje „Bedrijfsmiddelenoverzicht motor“ Bordje „Max. toegestane snelheid 20 km/h“ bij zelfstandige deelname aan het verkeer“ Typeplaatje machine Bordje „Attentie: Oponthoud in de draaicirkel..“ Bordje „Bandenspanning“ Bordje „Vulopening diesel“ Bordje „Gehoorbescherming“ Bordje „CE en geluidsemissie“...
Typeplaatje machine (6) Typdf1.jpg Pos. Omschrijving Machinetype (b.v. DF 65 P) Bouwjaar Serienummer van de machineserie Maximaal toegelaten bedrijfsgewicht incl. alle aanbouwdelen in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de vooras in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de achteras in kg...
Typeplaatje vloeibaar-gasinstallatie (49) Vloeibaar-gasinstallatie bouwjaar: propaan propaan aansluitdruk 1,5 bar aansluitwaarde per brander 1,5 kg/h Pos. Omschrijving Bouwjaar Te gebruiken gassoort Aansluit-overdruk in bar Gemiddeld gasverbruik van de gemonteerde balk in kg/h B 21...
EN-normen Continu geluidsniveau Bij deze machine is het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen verplicht. Het ge- luidsniveau bij het oor van de bestuurder kan sterk variëren afhankelijk van het in- bouwmateriaal en kan hoger worden dan 85 dB(A). Zonder gehoorbescherming kan er gehoorbeschadiging optreden. De metingen van de geluidsemissie van de machine zijn uitgevoerd volgens ENV 500-6 van maart 1997 en ISO 4872 onder open-veldomstandigheden.
Op het hele lichaam inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 0,5 m/s zoals bedoeld in het ont- werp van prEN 1032-1995 niet overschreden. Op hand en arm inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 2,5 m/s...
C Transport Veiligheidsvoorschriften voor het transport Bij ondeskundige voorbereiding van de machine en de balk en bij ondeskundig trans- port bestaat er ongevalgevaar! Alle uitstekende onderdelen (nivelleerautomatie, wormeindschakelaar, etc.) demon- teren en opbergen. Hopperwanden sluiten en hoppervergrendelingen bevestigen. Balk omhoogzetten en de balktransportborging aanbrengen.
Transport op een dieplader De machine en de balk tot de basis- breedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. Om beschadiging van de balk te voorkomen, mag de hel- ling van de oprit niet groter zijn dan 15° (26 %). Voorbereidingen - De machine rijklaar maken (zie hoofd- stuk D).
Op de dieplader rijden Ervoor zorgen dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden bij het laden. - Op de werksnelheid (schildpad) en met een laag motortoerental op de dieplader rijden. - De balk omlaag zetten op de diepla- der, er kanthouten onder leggen.
Transport over de openbare weg De machine en de balk tot de basis- breedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. Voorbereidingen - Schakelaar (1) op “Stop” zetten om de transporteuraandrijving uit te schake- len. - Bakhelften met schakelaar (2) sluiten. Beide baktransportborgingen (3) aan- brengen.
Rijden op de openbare weg - Rijsnelheidknop (1) op maximum zet- ten. - Snelheid bepalen met de rijhendel (2). Ongevalgevaar! - Niet rijden met ingeschakeld sperdiffe- rentieel. - Bij scherpe bochten rekening houden met de grote wieldeflexie. Het stuur- wiel moet ca. 3 keer geheel worden gedraaid voor een volledige wielde- flexie.
Verladen met een kraan Uitsluitend hijsgereedschap met voldoende draagvermogen gebruiken. (Gewichten en afmetingen zie hoofdstuk B, paragrafen 4.1 en 4.2). Er zijn vier bevestigingspunten (13, 14) beschikbaar om de machine met een kraan te verladen. - Het voertuig veilig stallen. - Transportborgingen vastzetten.
Wegslepen Alle voorschriften naleven en alle benodigde voorzorgsmaatregelen treffen die gel- den voor het wegslepen van zware bouwmachines. De trekker moet de asfaltafwerkmachine ook op hellingen veilig kunnen trekken. Uitsluitend goedgekeurde sleepstangen gebruiken! Indien nodig de machine en de balk demonteren tot de basisbreedte. De machine kan nu voorzichtig en langzaam worden weggesleept van de inbouw- plaats.
Veilig stallen Wanneer de machine wordt gestald op voor publiek toegankelijk terrein, moet de machine zodanig worden beveiligd dat onbevoegden of spelende kinderen geen schade kunnen aanrichten. De contactsleutel en de hoofdschakelaar (18) verwijderen en meenemen - niet „verstoppen“ op de machine. F0077/0078_A1.EPS - Bedieningspaneel afdekken met de kap (19) en afsluiten.
D Bediening Veiligheidsvoorschriften Door inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoor- zieningen kunnen personen gevaar lopen. Voor het starten nagaan of er niemand werkzaamheden uitvoert in of onder de ma- chine, of zich ophoudt in de gevarenzone van de machine! - De motor niet starten en geen bedieningselementen gebruiken indien deze zijn voorzien van een uitdrukkelijke waarschuwing dat ze niet gebruikt mogen worden! De bedieningselementen uitsluitend bedienen wanneer de motor loopt, tenzij an-...
Pagina 45
Pos. Omschrijving Korte beschrijving De voorwielen worden hydraulisch aangestuurd. Bij transport door nauwe bochten rekening houden met Stuurwiel de speciale stuuroverbrenging (ca. 3 omdraaiingen voor een volledige wieldeflexie). Ongevalgevaar! Hiermee wordt het verschuifbare bedieningspaneel op de ge- wenste machinezijde geborgd tegen verschuiven. - Kartelschroef op de daartoe bestemde plaats in de gemar- Bedieningspaneel- keerde inkeping draaien en borgen (vastzetten) met de...
Pagina 47
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Starten is alleen mogelijk met de rijhendel in de middelste Starter (“startmo- stand. Alle noodstopknoppen (op bedieningspaneel en hoek- tor”) bedieningen) moeten omhooggetrokken zijn. niet in gebruik Door deze schakelaar te activeren kan er ook bij een vooraf ingestelde rijsnelheid met de maximale rijsnelheid worden ge- Inschakeling „rij- reden zonder dat de rijsnelheidknop bediend hoeft te worden.
Pagina 49
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Sleutelstanden: 1 Contact aan 2 Parkeer-/achterlicht, instrumentenverlichting, Contactslot en eventueel schijnwerpers lichtschakelaar 3 Rijlicht (dimlicht) 4 Groot licht Tussen 2 en 3 schakelen door hem in te drukken. Sleutel linksom draaien = parkeerlicht Bedienen bij dreigend gevaar en als geluidssignaal voordat Claxon men gaat rijden! Indrukken bij noodgevallen (personen in gevaar, dreigende...
Pagina 51
Pos. Omschrijving Korte beschrijving De transportrichting kan van beide transporteurhelften afzon- derlijk in omgekeerde richting worden geschakeld, bijv. om in- bouwmateriaal dat vlak voor de worm ligt een stuk terug te transporteren. Zo kan bijv. materiaalverlies tijdens transport- Achteruitschake- bewegingen worden voorkomen.De transporteur beweegt ca. ling transporteur 1 meter in de richting van de bak.
Pagina 53
Pos. Omschrijving Korte beschrijving niet in gebruik Met de „uitschakeling van de drijfstand“ kan de balkhydraulica Uitschakeling van worden geblokkeerd, om te voorkomen dat de balk in de in- de drijfstand bouwlaag zakt wanneer de machine stilstaat (tussenstop). A: automatisch, wanneer de rijhendel op de middelste stand staat - Stand C wordt gebruikt voor het instellen van de machine, stand A voor het inbouwen.
Pagina 55
Pos. Omschrijving Korte beschrijving A stop: uitgeschakeld Worm B handmatig:naar buiten transporterend links/rechts C auto: met rijhendel ingeschakeld en via de mengsel- eindschakelaars op de worm traploos geregeld auto D handmatig:naar binnen transporterend In positie (B) en (D) is de wormhelft continu ingescha- stop keld (op volledig transportvermogen, zonder automati- sche mengselregeling).
Pagina 56
44 51 Ã Element3.cdr, Ansichx.eps, Temp.Tif D 14...
Pagina 57
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Hiermee worden de nivelleercilinders handmatig bediend als Nivelleercilinder de nivelleerautomatie is uitgeschakeld. links/rechts De schakelaar op de hoekbediening moet hiertoe op “hand- matig” staan. niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik In de bovenste stand is de extra voorwielaandrijving ingescha- keld.
Pagina 58
44 51 Ã Element3.cdr, Ansichx.eps, Temp.Tif D 16...
Pagina 59
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Normale indicatie tot 85 °C = 185 °F. Temperatuurindi- Bij hogere temperatuur knippert de desbetreffende catie hydraulische LED (rood) - de machine stoppen (rijhendel op de mid- olie delste stand), motor in vrijloop laten afkoelen. Oorzaak zoeken en eventueel verhelpen Brandt wanneer de motor niet kan worden gestart (bijv.
Pagina 60
44 51 Ã Element3.cdr, Ansichx.eps, Temp.Tif D 18...
Pagina 61
Pos. Omschrijving Korte beschrijving niet in gebruik Moet kort na het starten uitgaan. Oliedrukcontrole Als het lampje niet uitgaat, de motor direct uitzetten. dieselmotor (rood) Overige mogelijke fouten, zie Motor-Betriebsanleitung. Brandt wanneer de motortemperatuur te hoog is. De machine stoppen (rijhendel op de middelste stand), Motortemperatuur- motor in vrijloop laten afkoelen.
Pagina 62
44 51 Ã Element3.cdr, Ansichx.eps, Temp.Tif D 20...
Pagina 63
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Voor de indeling van de zekeringhouders Zekeringenkast I zie hoofdstuk F. Voor de indeling van de zekeringhouders Zekeringenkast II zie hoofdstuk F. Beveiliging van de vooruitbeweging van de rijaandrijving. Rijbeveiliging Wanneer de rijaandrijving niet reageert, zie de para- graaf “Storingen”.
Hoekbediening Met twee hoekbedieningen – links en rechts op de balk – kunnen de func- ties van de desbetreffende machine- zijde worden bestuurd. Voorzijde Fernb_F6.cdr Pos. Omschrijving Korte beschrijving Claxon Werking als bij knop (13) op het bedieningspaneel. Werking en gebruik gelijk aan schakelaar (27) op het bedie- Nivelleercilinder ningspaneel.
Achterzijde Fernb.Unters_F6.jpg Pos. Omschrijving Korte beschrijving Stopcontact voor nivelleerautoma- Hier de aansluitkabel van de nivelleerappa- raat aansluiten. Hier de aansluitkabel van de mengseleind- Stopcontact worm-eindschakelaar schakelaar aansluiten. Aansluitkabel van de hoekbedie- Aansluiten op het stopcontact onder de dak- ning bevestiging. D 23...
Bedieningselementen op de machine Motortoerentalinstelling (67) Deze instelhendel bevindt zich centraal op de middenwand van het bedienings- bordes. Hiermee kan het motortoerental traploos worden gewijzigd. Instelling: - De hendel omhoog zetten om het mo- tortoerental te verhogen. Gas_F6.jpg - De hendel omlaag zetten om het motortoerental te verlagen. Voor inbouwwerk normaal gesproken het maximale toerental instellen, voor transpor- ten het toerental verlagen! D 24...
Accu’s (68) Links achter de ommanteling bevinden zich de accu’s van de 24 V-installatie. Zie hoofdstuk B „Technische gegevens“ voor de specificaties. Zie hoofdstuk F voor het onderhoud. BATTERIE_F6.jpg Accuhoofdschakelaar (69) Links op de voorwand van het bedie- ningsbordes bevindt zich de hoofdscha- kelaar;...
Transporteureindschakelaar (peddel) De transportbanden moeten stilhouden wanneer het mengsel ongeveer tot on- der de wormbuis is getransporteerd. Beide transporteurs beschikken over een eindschakelaar die het uitschakel- punt van de transporteuraandrijving be- paalt. Uitschakelpunt instellen: - Schroefdraadpen (A) losdraaien en de excentriekas (B) tot aan het gewenste uitschakelpunt draaien.
Ultrasone wormeindschakelaar (72) Aan elke zijde bevindt zich een ultraso- ne sensor (72) die met een stangensy- steem bevestigd op de zijplaat. De aansluitkabels worden aangesloten op de hoekbedieningen die zich op de zijkant van de balk bevinden. Transporthoeveelheid instellen: De sensor (72) richten op het mengsel voor de worm.
Stopcontacten voor nivelleerautomaat/dwarshelling (74) Aan beide zijden van de console aan de achterzijde bevindt zich een stopcontact voor de nivelleerautomaat. - Afsluitdop afschroeven, stekker van de nivelleerautomaat erin steken en borgen met de wartel van de stekker. Stopcontact voor hoekbediening (75) Aan elke zijde bevindt zich een stopcontact voor de hoekbediening aan de onderkant van de console aan de achterzijde.
Toerentalregeling vibratie (76) en stamper (balkspecifiek) (77) Op de achterzijde van de machine be- vinden zich de toerentalregelaars voor stamper en vibratie van de balk. Hier- mee wordt het gewenste toerental (fre- quentie) van de balkbeweging traploos ingesteld. - De toerentalregelaar voor de vibratie (76) bevindt zich op het hekwerk aan de rechterzijde van de machine (hou- der van de oplosmiddelinstallatie).
Manometer voor voorwielaandrijving (78) ( ) Deze geeft de aandrijfdruk van de extra voorwielaandrijving weer. Drukinstelling met klep (79) Ervaringswaarde: ca. 110 - 140 bar Maximale waarde: ca. 200 bar Drukregelklep voor voorwielaan- drijving (79) ( ) Hiermee wordt de aandrijfdruk van de extra voorwielaandrijving ingesteld.
Sproei-installatie voor oplosmiddel (80), (81) Voor het besproeien met oplosmiddel van onderdelen die met asfalt in aanra- king zijn gekomen. Er zijn twee verschillende varianten ver- krijgbaar: A Sproeifles met drukpomp (80) B Sproeivoorziening met elektrische Pomp (81) Sproei-installatie alleen inschakelen wanneer de dieselmotor loopt, anders raakt de accu leeg.
Mechanische balktransportborging (links en rechts) (90) Hiermee wordt voorkomen dat de om- hoog gezette balk onbedoeld zakt. De balktransportborging moet worden vast- gezet voor transporten en na afloop van het werk. Bij het transporteren met een niet-ge- borgde balk bestaat er ongevalgevaar! - Balk omhoog zetten.
Stoelvergrendeling (achter de be- stuurdersstoel) (91) Uitschuifbare stoelen (optie) kunnen over de basisbreedte van de machine naar de buitenkant worden geschoven; ze moeten vergrendeld (zie ook bedie- ningspaneelborging). F0169_A1.EPS Tijdens transporten mogen de stoelen niet naar buiten staan. Beide stoelen terug- schuiven binnen de basisbreedte van de machine! - Vergrendelknop uittrekken en de stoel verschuiven;...
Schakelhendel voor tweesnelheden- drijfwerk (94) De schakelhendel heeft drie standen: werksnelheid vrijloop transportsnelheid - Als de rijsnelheid zich niet soepel laat inschakelen, de rijhendel iets bewe- gen. Alleen bedienen bij stilstand! Bij het wegslepen van de machine (bijv. bij uit- val van de dieselmotor) de vrijloop- Getriebesch_F6.jpg stand gebruiken.
Bedrijf Bedrijf voorbereiden Benodigde apparaten en hulpmiddelen Om vertraging op de bouwplaats te voorkomen, dient men voor het werkbegin te con- troleren of de volgende apparaten en hulpmiddelen beschikbaar zijn: - laadwagen voor het transport van zware aanbouwdelen - diesel - motorolie, hydraulische olie, smeermiddelen - oplosmiddel (emulsie) en handsproeier - een volle fles propaangas (bij balk met gasverwarmingsinstallatie)
Checklist voor de machinebestuurder Controleren! Hoe? Knoppen indrukken. Noodstopknop Dieselmotor en alle ingeschakelde aandrijvingen - op het bedieningspaneel moeten onmiddellijk stoppen. De machine moet onmiddellijk en correct reageren Besturing op elke besturingsopdracht. Controle rechtuitloop. Claxon Claxonknop kort indrukken. - op het bedieningspaneel Claxonsignaal moet klinken.
Machine starten Voor het starten van de machine Voordat de dieselmotor wordt gestart en de machine in gebruik kan worden geno- men, dient men het volgende te doen: - Dagelijks onderhoud van de machine (zie hoofdstuk F). Controleer aan de hand van de be- drijfsurenteller of er verdere onder- houdswerkzaamheden uitgevoerd...
Externe start (starthulp) Als de accu’s leeg zijn en de startmotor niet draait, kan de motor worden gestart met behulp van een externe stroombron. Geschikt als stroombron: - voertuig met 24-V-installatie; - 24-V-reserveaccu; - startapparaat dat geschikt is voor 24 V/90 A. Normale acculaders of snelladers zijn niet geschikt als starthulp.
Na het starten Om het motortoerental te verhogen: - Toerentalinstelling (1) op een gemid- deld toerental zetten. Gas2_F6.jpg Als de motor koud is, de machine ca. 5 minuten laten warmdraaien. Hiertoe de tweesnelheden-schakelhendel (3) op de vrijloopstand zetten. Getriebesch_F6-jpg D 39...
Controlelampjes controleren De volgende controlelampjes moeten beslist worden gecontroleerd: Oliedrukcontrole dieselmotor (1) - Moet kort na het starten uitgaan. Ã Als het lampje niet uitgaat of tijdens het gebruik gaat branden: direct de contact- Kontrollleucht_F6.cdr sleutel uit het contact trekken om de motor uit te zetten.
Voorbereidingen voor het inbouwen Oplosmiddel Alle onderdelen die in aanraking komen met asfaltmengsel besproeien met op- losmiddel (bak, balk, worm, duwrol etc.). Geen dieselolie gebruiken, omdat die- selolie het bitumen oplost (verboden in Duitsland!) F0147_A1.TIF Balkverwarming De balkverwarming moet ca. 10-15 minuten (afhankelijk van de buitentemperatuur) voor het begin van de inbouwwerkzaamheden worden ingeschakeld.
Mengselopname/mengseltransport - De bak openen met schakelaar (1). De vrachtwagenchauffeur aanwij-zin- gen geven bij het storten van het mengsel. - De wormschakelaar (2) en de trans- porteurschakelaar (3) op “auto” zet- ten. - Op de hoekbedieningen de desbetref- fende wormschakelaars en transpor- teurschakelaars (indien aanwezig) op „auto“...
Starten voor het inbouwen Element1_F.cdr, Element2_F6.cdr,Tamprev.cdr,Vibrev.cdr,Getriebesch_F6.cdr D 43...
Pagina 86
Wanneer de balk op inbouwtemperatuur is en er voldoende mengsel voor de balk ligt, dienen de volgende schakelaars, hendels en regelaars in de vermelde stand te wor- den gezet Pos. Schakelaar Stand Transport-/werksnelheid werksnelheid ( Rijsnelheidknop rijaandrijving afhankelijk van de inbouwsituatie Motortoerental maximum Balkstop...
Controles tijdens het inbouwen Tijdens het inbouwen dienen de volgende zaken voortdurend te worden gecontro- leerd: Machinefuncties - Balkverwarming - Stamper en vibratie - Temperatuur motorolie en hydraulische olie - Bijtijds intrekken en uitschuiven van de balk voor hindernissen aan de buitenzijden - Gelijkmatig mengseltransport en verdeling resp.
Inbouwen met balkstop Algemeen Om optimale inbouwresultaten te behalen, kan de balkhydraulica worden beïnvloed: Uitschakeling van de drijfstand Met „uitschakeling van de drijfstand“ kan de balkhydraulica worden geblokkeerd, om te voorkomen dat de balk in de inbouwlaag zakt bij een tussenstop. Schakelaar (1) heeft de volgende stan- den: A: automatische balkstop indien...
Bedrijf onderbreken, bedrijf beëindigen Bij inbouwpauzes (bijv. vertraging van materiaalvrachtwagens) - Schatting maken v.d. vertragingsduur. - Als men verwacht dat het materiaal af- koelt tot onder de minimum inbouw- temperatuur, de machine leegmaken en een sluitrand aanbrengen zoals bij einde van het wegdek. - Rijhendel (1) op de middelste stand zetten.
Na afloop van het werk - Machine leegmaken en stoppen. - Balk omhoog zetten: Schakelaar (1) op de bovenste stand zetten en scha- kelaar (2) op Omhoog zetten. - Balk inschuiven tot de basisbreedte en de worm naar boven zetten. Evtl. nivelleercilinder geheel uitschuiven Elemenrt1.cdr - Balktransportborging (3) aanbrengen.
Pagina 91
- Rijhendel (4) op de middelste stand zetten, toerentalinstelling (5) op mini- mum zetten. - Contact uitschakelen (6). - Balkverwarming uitschakelen. - Bij een optioneel gebruikte balk met gasverwarmingsinstallatie de hoofd- afsluiter en de flesklep sluiten. - Nivelleerapparaten demonteren en in de bergkasten opbergen, kleppen slui- ten.
Storingen Problemen bij het inbouwen Probleem Oorzaak - Mengseltemperatuur is veranderd, ontmenging - Onjuiste mengselsamenstelling - Onjuiste bediening van de wals - Onjuist geprepareerde onderbouw - Lange stilstandtijden tussen ladingen - Ongeschikte referentielijn niveausensor - Niveausensor springt op referentielijn Golvend oppervlak - Niveausensor wisselt tussen Omhoog en Omlaag („korte golven“) (te hoge traagheidsinstelling)
Pagina 93
Probleem Oorzaak - Temperatuur van het mengsel Scheuren in het - Balk is koud wegdek - Bodemplaten versleten of vervormd (middelstreep) - Onjuist wegdekprofiel van de balk - Temperatuur van het mengsel - Balkaanbouwdelen onjuist gemonteerd Scheuren in het - Eindschakelaars onjuist ingesteld wegdek - Balk is koud (buitenstrepen)
Storingen van de machine Storing Oorzaak Oplossing Zie bedrijfshandleiding van de Dieselmoter Diverse motor Zie „Externe start“ Accu’s leeg Dieselmotor springt (starthulp) niet aan Diverse Zie “Wegslepen“ Stamper geblokkeerd door koud Balk goed verwarmen bitumen Te weinig hydraulische olie in de Olie bijvullen tank Stamper of...
Pagina 95
Storing Oorzaak Oplossing Regelklep defect Vervangen Bak gaat ongewenst Manchetten van de hydrauli- omlaag Vervangen sche cilinder ondicht Oliedruk te laag Oliedruk verhogen Balk kan niet omhoog Manchet ondicht Vervangen worden gezet Zekering en kabel controleren, Stroomtoevoer onderbroken evt. vervangen Schakelaar van de hoekbe- Schakelaar op „handmatig“...
Pagina 96
Storing Oorzaak Oplossing Vervangen (zekeringssokkel op Zekering rijaandrijving defect het bedieningspaneel) Potentiometer, kabel, stekker con- Stroomtoevoer onderbroken troleren; evt. vervangen Rijaandrijvingscontrole (type- Geen vooruitbewe- Vervangen afhankelijk) defect ging Elektro-hydraulische instel- voorziening van de pomp de- Instelvoorziening vervangen fect Aanzuigfilter controleren, evt. voe- Voedingsdruk onvoldoende dingspomp en filter vervangen Toerental motor onre-...
E Instellen en ombouwen Speciale veiligheidsvoorschriften Door onbedoelde inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoorzieningen kunnen personen gevaar lopen. De werkzaamheden altijd bij stilstaande motor uitvoeren, tenzij anders is aangegeven! - De machine beveiligen tegen onbedoelde inwerkingstelling: De rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien; eventueel de rijbeveiliging verwijderen uit het bedieningspaneel.
Verdeelworm Hoogte-instelling De hoogte van de verdeelworm (1) dient - vanaf zijn onderkant gemeten - min. 50 mm (2 inch) boven de materiaal-inbouw- hoogte te liggen, afhankelijk van het ma- teriaalmengsel. Voorbeeld: inbouwdikte 10 cm instelling 15 cm vanaf de grond F0130_A1.TIF Een onjuiste hoogte-instelling kan leiden tot de volgende inbouwproblemen:...
Bij mechanische instelling met ratel (optie) - Ratelmeeneembout instellen op links- of rechtsdraaiend. Meename naar links beweegt de worm omlaag, naar rechts wordt de worm omhoog gezet. - De gewenste hoogte instellen door af- wisselend de linker en de rechter zijde te bedienen.
Wormverbreding Afhankelijk van de balkuitvoering zijn verschillende werkbreedten mogelijk. Worm- en balkverbreding moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie hiervoor in de Bohlen-Betriebsanleitung het hoofdstuk “Instellen en ombouwen”: – balkmontageschema, – wormmontageschema. Om de gewenste werkbreedte te bereiken, moeten de desbetreffende balkaanbouw- delen, wormen, tunnelplaten of reduceerschoenen worden gemonteerd.
Balk Alle werkzaamheden voor het monteren, instellen en verbreden van de balk worden beschreven in de Bohlen-Betriebsanleitung. Elektrische aansluitingen Na montage en instelling van de mechanische modules dienen de volgende aanslui- tingen te worden gemaakt: Hoekbedieningen aansluiten - op stopcontact (17) (links en rechts onder de achterzijdeconsole).
Worm-eindschakelaar aansluiten - op stopcontact (19) (links/rechts op de hoekbediening). Nivelleerapparaat aansluiten - op stopcontact (20) (links/rechts op de hoekbediening). F0119_A1.TIF Schijnwerpers aansluiten - op stopcontacten (21) (op de machine). Steckdosen_F6.jpg...
F Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud Onderhoudswerkzaamheden: Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend uitvoeren bij uitgeschakelde motor. Voor begin van de onderhoudswerkzaamheden de machine en de aanbouwdelen be- veiligen tegen onbedoeld inschakelen: - Rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien. - Rijbeveiliging verwijderen uit het bedieningspaneel.
Controle-, smeer-, olieaftappunten 24 25 In het onderstaande zijn de details van de controle-, smeer- en olieaftappunten ver- meld. Hierbij hebben de positienummers in de opschriften betrekking op de boven- staande afbeelding. F 16...
Controlepunten Asbouten (1) Alle vier de asbouten hebben elk 1 smeernippel. Achsschenkel.jpg Accu’s (2) De accu’s zijn in de fabriek gevuld met de juiste hoeveelheid accuzuur. Het vloeistofpeil moet tot de bovenste mar- kering reiken. Indien nodig dient men uit- sluitend gedestilleerd water bij te vullen! De poolklemmen moeten oxidevrij zijn en met speciaal accuvet worden be-...
Kettingspanning aandrijving (4) Kettingspanning controleren: De kettingspanning is in orde wanneer de kettingdoorhang tussen de 20 en 30 mm is. Ketting spannen: De vetspanner van de aandrijfkettingen wordt gevuld via de smeernippels achter de zijkleppen. - Klep (4.1) openen (achter de smeer- nippel).
Hydraulisch hogedrukfilter (6) Alle filters van de hydraulische installatie moeten 20 bedrijfsuren na een reparatie worden gecontroleerd en eventueel ver- vangen! De filterelementen moeten worden ver- vangen zodra de onderhoudsindicatie (6.1) rood is. Nadat de filterhouder is losgeschroefd, het afgescheiden vuil in een bak voor oude olie doen.
Aandrijfkettingen transporteur (8) De spanning is correct wanneer de ket- ting ca. 10 - 15 mm heen en weer kan worden bewogen. Om de kettingen te spannen de vier be- vestigingsschroeven (8.1) en de contra- moeren (8.2) iets losdraaien. De benodigde kettingspanning instellen met behulp van de stelschroef (8.3).
Buitenlager worm (9) De smeernippels bevinden zich aan bei- de zijden boven op de buitenste wormla- gers. Deze punten moeten dagelijks (na be- eindiging werk) gesmeerd worden, waardoor in warme toestand (eventueel) het lager gereinigd en gesmeerd wordt. Vet toevoegen met een smeerpistool (6 slagen).
Wormkastvulpeil (11) Onderhoudswerkzaamheden aan de aandrijfkettingen uitsluitend uitvoeren bij uitgeschakelde motor. 11.2 11.1 De wormkast is gevuld met permanent vet. Voor controle van het vulpeil: - Moeren (11.1) demonteren en afsluit- deksel (11.2) verwijderen. De wormkast moet tot de bovenkant van het onderste kettingwiel met vet zijn ge- vuld.
Aandrijfkettingen van de transportwormen (12) Onderhoudswerkzaamheden aan de aandrijfkettingen uitsluitend uitvoeren bij uitge- schakelde motor. Controleren van de kettingspanning: - Beide wormen met de hand naar rechts en links draaien. De speling bij de bui- tenomtrek van de wormen dient hierbij 13-15 mm te zijn. Bijspannen van de kettingen - Bevestigingsschroeven (12.1) 12.1...
Luchtdruk aandrijfwielen (14) De vereiste luchtdruk is 5,0 bar. F0019_A1.TIF Aandrijfas (15) 15.1 De aandrijfas heeft aan de bovenzijde een peilstaaf (15.1). Het oliepeil moet tot de bovenste inkeping komen. 15.2 De pijlstaafopening (15.2) dient ook om olie bij te vullen. Getriebepeil_F6.jpg Besturing (16) De smeernippel bevindt zich op de rech-...
Klepspeling en gloeispiralen controleren De klepspeling en de gloeispiralen van de motor om de 1000 bedrijfsuren con- troleren en eventueel instellen/vervan- gen. Voor de controle en instelling van de klepspeling en controle van de gloeispi- ralen: Valve.Tif zie de gebruiksaanwijzing van de motor. Wiellager (18) De smeernippels zitten bij elk wiel op de wielnaaf.
Brandstoftank (22) Altijd de brandstoftank vullen voordat men begint met het werk; zo voorkomt u ’drooglopen’ en daardoor een tijdroven- de ontluchting. Kraftstoff_F6.jpg Brandstoffilter (23) Het systeem bestaat uit een voorfilter (23.1) en een hoofdfilter (23.2). 23.1 Zie voor het onderhoud de gebruiksaan- 23.2 wijzing van de motor Vorfilt.TIF...
Kettingspanning transporteur (27) De stelschroeven (27.1) bevinden zich vooraan op de dwarstraverse. De transporteurketting mag niet te slap of te strak zijn gespannen. Bij een te strak gespanning ketting kan materiaal tussen ketting en kettingwiel leiden tot 27.1 stilstand of breuken. Lrostspann_F6.jpg Indien de kettingen te slap zijn gespan- nen, kunnen ze uitstekende voorwerpen grijpen en daardoor breken.
Algemene visuele controle Bij de dagelijkse routine dient men rond de machine te lopen en de volgende contro- les uit te voeren: - Onderdelen of bedieningselementen beschadigd? - Lekkages in motor, hydraulisch systeem, drijfwerken enz.? - Alle bevestigingspunten (transporteur, worm, balk enz.) in orde? Geconstateerde fouten direct verhelpen om schade, ongevalgevaar en milieuvervui- ling te voorkomen! Controle door een deskundige...
Olieaftappunten Oude olie moet altijd worden opgevangen en worden afgegeven bij een recyclings- punt! Gevaar van milieuvervuiling! Voor de hoeveelheden, zie „Vulhoeveelheden”. Pompverdelerdrijfwerk (5) Het aftappunt van het pompver-deler- drijfwerk bevindt zich achter de linker zij- klep. Olie aftappen: - Het uiteinde van de slang (5.1) in een opvangbak voor oude olie steken.
Aandrijfmotor - oliefilterpatroon 17.4 De nieuwe patroon wordt aangebracht tijdens de olieverversing nadat de oude olie is afgetapt. - Filterpatroon (17.3) met een filterband 17.3 of een schroevendraaier losmaken en handmatig afschroeven. - Rubberafdichting (17.4) van de nieu- Mo_oel4.tif we smeeroliefilterpatroon licht invet- ten en met de hand vastdraaien totdat deze tegen de afdichting ligt.
Hydraulische olietank (25) Om de hydraulische olie af te tappen, 25.1 moet de aftapschroef (25.1) worden uit- gedraaid en de olie met behulp van een trechter worden opgevangen in een bak. Na het aftappen de schroef weer vast- draaien met een nieuwe afdichting. HydAblass_F6.jpg F 31...
Smeermiddelen en bedrijfsstoffen Gebruik uitsluitend de vermelde smeermiddelen of een bekend merk van dezelfde kwaliteit. Gebruik voor het bijvullen van olie of brandstof uitsluitend reservoirs die van binnen en van buiten schoon zijn. Vulhoeveelheden in acht nemen (zie paragraaf “Vulhoeveelheden”). Een verkeerd olie- of smeermiddelpeil bevordert de slijtage en machineuitval.
Hydraulische olie Geprefereerde hydraulische olie: a) Synthetische hydraulische vloeistof op basis van esters, HEES ( ) Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Naturelle HF-E46 Panolin HLP SYNTH 46 Esso HE 46 b) Minerale olie-persvloeistoffen Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Tellus Oil 46 Als u in plaats van persvloeistoffen op minerale basis biologisch afbreekbare pers- vloeistoffen wilt gebruiken, dient u contact op te nemen met ons bedrijfsadviesbu-...