Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
02-01.03
Asfaltafwerkmachine
DF 115 P
DF 135 P
900 98 06 50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Svedala Demag DF 115 P

  • Pagina 1 Asfaltafwerkmachine DF 115 P Gebruiksaanwijzing DF 135 P 02-01.03 900 98 06 50...
  • Pagina 2 Voorwoord Voor een veilig gebruik van de machine is informatie nodig die in deze gebruiksaan- wijzing wordt gegeven. De informatie is kort en overzichtelijk weergegeven. De hoofdstukken zijn op letter gerangschikt. Elk hoofstuk begint met pagina 1. De pagi- na-aanduiding bestaat uit een letter die het hoofdstuk aangeeft en een paginanum- mer.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Gebruik volgens het bestemde doel ........1 Beschrijving van de machine ..........1 Toepassing ....................1 Module- en functiebeschrijving ..............2 Machine ..................... 3 Constructie ..................... 3 Aanvullende uitrusting ................3 Veiligheidsvoorzieningen ................6 Noodstopknoppen ..................6 Besturing ....................6 Contactslot / verlichting ................
  • Pagina 4 Transport ................. 1 Veiligheidsvoorschriften voor het transport ..........1 Transport op een dieplader ................ 2 Voorbereidingen ..................2 Op de dieplader rijden ................3 Na het transport ..................3 Transport over de openbare weg ............... 4 Voorbereidingen ..................4 Rijden op de openbare weg ............... 5 Verladen met een kraan ................
  • Pagina 5 Bedrijf ....................... 57 Bedrijf voorbereiden ................. 57 Benodigde apparaten en hulpmiddelen ..........57 Voor het begin van het werk (’s morgens of bij het begin van een nieuw inbouwtraject) ....57 Checklist voor de machinebestuurder ..........58 Machine starten ..................60 Voor het starten van de machine ............
  • Pagina 6 Instellen en ombouwen ............1 Speciale veiligheidsvoorschriften ............... 1 Verdeelworm ....................2 Hoogte-instelling ..................2 Bij mechanische instelling met ratel ............2 Bij hydraulische instelling (optie) ..............3 Wormverbreding ..................3 Verbredingsdelen monteren ............... 4 Balk ......................6 Elektrische aansluitingen ................6 Afstandsbedieningen aansluiten ..............
  • Pagina 7 Schakeldrijfwerk (3.2) ................26 Remvloeistofreservoir (3.3 ..............26 Remsysteem (3.4) ................26 Wielen (3.5) ..................27 Stuuras (3.6) ..................27 Schommelas (3.7) ................27 Stuurhendel (3.8) ................. 27 Besturingsslangen (3.9) ............... 27 Transporteurketting (4.1) ..............28 Middenlager ladders (4.2) ..............28 Drijfwerk transporteuraandrijving (14) ..........
  • Pagina 8: A Gebruik Volgens Het Bestemde Doel

    A Gebruik volgens het bestemde doel De “Richtlijn voor het gebruik van asfaltafwerkmachines volgens het bestemde doel en volgens de voorschriften” wordt meegeleverd bij deze machine. De richtlijn is on- derdeel van deze gebruiksaanwijzing en dient beslist opgevolgd te worden. Nationale voorschriften zijn onbeperkt van toepassing.
  • Pagina 9: B Beschrijving Van De Machine

    B Beschrijving van de machine Toepassing De SVEDALA DEMAG asfaltafwerkmachine is een met rupsrijwerk uitgeruste machi- ne voor het aanbrengen van asfaltmengsel, wals- en mager beton, spoorwegballast en niet-gebonden mineraalmengsels voor bestratingen. Df_115_p.tif Df_135_p.tif...
  • Pagina 10: Module- En Functiebeschrijving

    Module- en functiebeschrijving Df_115_p.tif Pos. Omschrijving Hopperbak Duwrollen voor bevestiging aan vrachtwagen Buis voor peilstaaf (richtingaanwijzer) en sleepschoenbevestiging Vooras / wielen Nivelleercilinder voor inbouwdikte Trekrol Draag-trekbalk Indicatie van de inbouwdikte Draagbalk Achterwielen Worm Balk Bedieningsbordes Bedieningspaneel (verschuifbaar) Cabinedak = standaarduitrusting = aanvullende uitrusting...
  • Pagina 11: Machine

    Machine Constructie De asfaltafwerkmachine bestaat uit een frame van gelast staal waarop de afzonder- lijke modules zijn gemonteerd. Met de traploze hydrostatische rijaandrijving (10) en de tweestanden-transmissie kan de snelheid van de machine worden aangepast aan de omstandigheden. De bediening van de asfaltafwerkmachine wordt aanzienlijk vereenvoudigd door de overzichtelijke bedienings- en controle-elementen (15).
  • Pagina 12 Motor: De asfaltafwerkmachine wordt aangedreven door een watergekoelde 6-cilin- der-Deutz-dieselmotor. Zie voor meer details de gebruiksaanwijzing van de motor. Hydraulica: De dieselmotor drijft via het opgeflensde verdelerdrijfwerk en de neven- aandrijving en de hydraulische pompen voor alle hoofdaandrijving en van de machine aan.
  • Pagina 13 Hoogte-instelling en verbreding van de worm: Door de wormhoogte-instelling en verbreding is een optimale aanpassing aan de meest uiteenlopende inbouwdikten en -breedten mogelijk. Bij het instellen m.b.v. ratels wordt de hoogte ingesteld via spanschroeven op het ge- leidingsstuk aan de achterzijde. De ingestelde hoogte is afleesbaar op de wormhoog- teschaalmeter.
  • Pagina 14: Veiligheidsvoorzieningen

    Veiligheidsvoorzieningen Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht. De werking van deze voorzieningen moet regelmatig worden gecontroleerd (zie hoofdstuk D, paragraaf 2.1). Noodstopknoppen - op het bedieningspaneel - op beide hoekbedieningen (optioneel) 11.eps Door indrukken van de noodstopknop...
  • Pagina 15: Claxon

    Claxon - op het bedieningspaneel - op beide hoekbedieningen Horn.tif Horn_k.cdr Hoofdschakelaar De hoofdschakelaar bevindt zich aan de rechterzijde tussen de middenwand en de bak. F0077_a1.eps Hoppervergrendelingen F0076A_A1.eps Balktransportborging balktransportborgingen bevinden zich aan beide zijden op het bedienings- bordes achter de zitplaatsen. F0083_a1.tif...
  • Pagina 16 Df_115_p.tif Df_135_p.tif Pos. Omschrijving 23 Motorommantelingen 24 Zijkleppen 25 Loopplank 26 Balkafdekkingen 27 Materiaalschacht 28 Waarschuwingsknipperlicht balk Overige uitrusting: - onderlegblokken...
  • Pagina 17: Technische Gegevens Standaarduitvoering

    Achterwielen 13 R 22,5 / 4.5 - 8.0 bar 14.00 R 25 XGC / 4.0 bar Vuldruk 4.0 bar Motor DF 115 P Merk/type Deutz BF6M 2012 EC Uitvoering 6-cil. dieselmotor (watergekoeld) Vermogen 118 KW / 160 PK (bij 2100 toeren/min)
  • Pagina 18: Hydraulische Installatie

    Hydraulische installatie Hydropompen via verdelerdrijfwerk Drukopwekking (rechtstreeks op de motor geflensd) - Hydraulische kringlopen voor: - rijaandrijving - mengseltransporteurs en verdeling - balkhefaandrijvingen voor Drukverdeling stamper / vibratie (optie) - cilinderbediening voor bak, nivellering, balklift, balk inschuiven/uitschuiven, wormlift (optie) - nacompressie (optie) Hydr.
  • Pagina 19: Mengseltransporteurs

    Mengseltransporteurs Lattentransportkettingen Links en rechts afzonderlijk schakelbaar - Aandrijving Hydrostatisch, traploos regelbaar - Regeling Volautomatisch, via instelbare schakelpunten transporthoeveelh. Mengselverdeling Links en rechts afzonderlijk schakelbaar Verdeelwormen Hydrostatische aandrijving, traploos regelbaar Onafhankelijk van transporteur - Aandrijving Contrarotatie wormhelften mogelijk - Regeling transporthoeveelh. Volautomatisch, via instelbare schakelpunten - hydraulisch (optie) - Wormhoogte-instelling...
  • Pagina 20: Afmetingen (Alle Maten In Mm)

    4.12 Afmetingen (alle maten in mm) Massep.tif Mass135.tif DF 115 P DF 135 P Omschrijving Totale hoogte met dak 3600 3600 Transporthoogte met neergeklapt dak 3080 3080 Min. transporthoogte zonder dak en 2610 2610 uitlaatpijpeindstuk Bakhoogte (bak geheel gesloten) 2040...
  • Pagina 21: En-Normen

    EN-normen Continu geluidsniveau Bij deze machine is het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen verplicht. Het ge- luidsniveau bij het oor van de bestuurder kan sterk variëren afhankelijk van het in- bouwmateriaal en kan hoger worden dan 85 dB(A). Zonder gehoorbescherming kan er gehoorbeschadiging optreden. De metingen van de geluidsemissie van de machine zijn uitgevoerd volgens ENV 500-6 van maart 1997 en ISO 4872 onder open veld-omstandigheden.
  • Pagina 22: Op Het Hele Lichaam Inwerkende Vibraties

    Op het hele lichaam inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 0,5 m/s zoals bedoeld in het ont- werp vanr prEN 1032-1995 niet overschreden. Op hand en arm inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 2,5 m/s...
  • Pagina 23: Aanduidingspunten Voor Bordjes

    3. Foutopsporing uitsluitend door opzichter. Gebruiksaanwijzing in acht nemen. Veiligheidsklep onmiddellijk sluiten 7. Uitsluitend originele SVEDALA DEMAG- gasslangen met keurmerk - wanneer de brander uitgaat DIN-DVGW 29.02e588 gebruiken. - bij branden Na afloop van het werk ook de gasflesklep sluiten...
  • Pagina 24 Pos. Aanduiding Typeplaatje Bordje „Vloeibaar-gasinstallatie“ Bordje „Vulopening diesel“ Bordje „Vulopening hydraulische olie“ Bordje „Veiligheidsklep onmiddellijk sluiten“ Bordje „Attentie: Oponthoud in de draaicirkel..“ Bordje „Niveau hydraulische olie controleren“ Bordje „Gehoorbescherming“ Bordje „Veiligheidsvoorschriften voor de gasinstallatie“ bordjes bevinden zich onder de motorkap bordjes op beide zijden van de machine bordje bevindt zich op de bedieningsconsole B 16...
  • Pagina 25: Typeplaatje Machine (1)

    Typeplaatje machine (1) Pos. Aanduiding Machinetype (bijv. DF 115 P) Bouwjaar Serienummer van de machineserie Maximaal toegelaten bedrijfsgewicht incl. alle aanbouwdelen in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de vooras in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de achteras in kg Nominale vermogen in kW...
  • Pagina 26: Typeplaatje Vloeibaar-Gasinstallatie (2)

    Typeplaatje vloeibaar-gasinstallatie (2) Flüssiggasanlage Baujahr: Propan Propan Anschlußdruck 1,5 bar Anschlußwert pro Brenner 1,5 Kg/h Pos. Aanduiding Bouwjaar Te gebruiken gassoort Aansluit-overdruk in bar Gemiddeld gasverbruik van de gemonteerde balk in kg/h B 18...
  • Pagina 27: Transport

    C Transport Veiligheidsvoorschriften voor het transport Bij ondeskundige voorbereiding van de machine en de balk en bij ondeskundig trans- port bestaat er ongevalgevaar! De machine en de balk demonteren tot de basisbreedte. Alle uitstekende onderdelen (nivelleerautomatie, wormeindschakelaar, zijplaten etc.) demonteren. Bij transporten met speciale vergunning deze onderdelen borgen! Hopperwanden sluiten en hoppervergrendelingen bevestigen.
  • Pagina 28: Transport Op Een Dieplader

    Transport op een dieplader De machine en de balk tot de basis- breedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. Om beschadiging van de balk te voorkomen, mag de hel- ling van de oprit niet groter zijn 11° (19 %). Voorbereidingen - De machine rijklaar maken (zie hoofd- stuk D, paragraaf 3).
  • Pagina 29: Op De Dieplader Rijden

    Op de dieplader rijden Ervoor zorgen dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden bij het laden. - Op de werksnelheid (schildpad) en met een laag motortoerental op de dieplader rij- den. - De balk omlaag zetten op de dieplader, er kanthouten onder leggen. - De machine uitschakelen.
  • Pagina 30: Transport Over De Openbare Weg

    Transport over de openbare weg De machine en de balk tot de basis- breedte demonteren, eventueel ook de zijplaten demonteren. Voorbereidingen - De machine rijklaar maken (zie hoofd- stuk D, paragraaf 3). - Bakhelften met schakelaar (1) sluiten. Beide baktransportborgingen (6) aan- brengen.
  • Pagina 31: Rijden Op De Openbare Weg

    Rijden op de openbare weg - De snel/langzaam-schakelaar (12) eventueel op “Haas“ zetten. - Rijsnelheidknop (8) op maximum zet- ten. - Snelheid bepalen met de rijhendel (9). Bij noodsituaties de noodstopknop in- drukken! Element1_SPSC.cdr,Element2_SPSC.cdr...
  • Pagina 32: Verladen Met Een Kraan

    Verladen met een kraan Uitsluitend hijsgereedschap met voldoende draagvermogen gebruiken. (Gewichten en afmetingen zie hoofdstuk B, paragraaf 3). Er zijn vier bevestigingspunten (1,2) beschikbaar om de machine met een kraan te verladen. - Het voertuig vergrendelen. - Transportborgingen vastzetten. - Machine en balk demonteren tot de basisbreedte.
  • Pagina 33: Wegslepen

    Wegslepen Alle voorschriften naleven en alle benodigde voorzorgsmaatregelen treffen die gel- den voor het wegslepen van zware bouwmachines. De trekker moet de asfaltafwerkmachine ook op hellingen veilig kunnen trekken. Uitsluitend goedgekeurde sleepstangen gebruiken! Indien nodig de machine en de balk demonteren tot de basisbreedte. De machine kan nu voorzichtig en langzaam worden weggesleept van de inbouw- plaats.
  • Pagina 34: Vergrendeld Stallen

    Vergrendeld stallen Wanneer de machine wordt gestald op voor publiek toegankelijk terrein, moet de machine zodanig worden beveiligd dat onbevoegden of spelende kinderen geen schade kunnen aanrichten. - De contactsleutel en de hoofdschake- laar (19) verwijderen en meenemen - niet „verstoppen“ op de machine. F0077/0078_A1.EPS - Bedieningspaneel afdekken met de kap (20) en afsluiten.
  • Pagina 35: Bediening

    D Bediening Veiligheidsvoorschriften Door inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoor- zieningen kunnen personen gevaar lopen. Voor het starten nagaan of er niemand werkzaamheden uitvoert in of onder de ma- chine, of zich ophoudt in de gevarenzone van de machine! - De motor niet starten en geen bedieningselementen gebruiken indien deze zijn voorzien van een uitdrukkelijke waarschuwing dat ze niet gebruikt mogen worden! De bedieningselementen uitsluitend bedienen wanneer de motor loopt, tenzij an-...
  • Pagina 36: Bedieningselementen

    Bedieningselementen Bedieningspaneel Graf1Neu.EPS Hebel.tif Bed_SPS_C2.tif, Element1_SPSC.cdr, Element2_SPSC.cdr, Element3_SPSC.cdr...
  • Pagina 37 Algemene aanwijzingen voor de naleving van CE-bepalingen Alle vergrendelschakelaarfuncties die bij een dieselstart gevaren kunnen veroorza- ken (transportfunctie worm en transporteur), worden bij een NOODSTOP of bij her- start van de besturing in de STOP-functie gezet. Als er bij stilstaande dieselmotor instelwijzigingen worden aangebracht (“AUTO”...
  • Pagina 38 Element2_KC.cdr...
  • Pagina 39 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Sleutelstanden: 1 Contact aan 2 Parkeer-/achterlicht, instrumentenverlichting, eventueel Contactslot en schijnwerpers lichtschakelaar 3 Rijlicht (dimlicht) 4 Groot licht Tussen 2 en 3 schakelen door hem in te drukken. Sleutel linksom draaien = parkeerlicht Knipperlicht Inschakelen voor veiligheid op straat. Richtingaanwijzer Gebruiken bij verandering van rijrichting op straten.
  • Pagina 40 Element2_KC.cdr...
  • Pagina 41 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Inschakeling van machinefuncties en traploze instelling van de rijsnelheid - vooruit of achteruit. Middelste stand: starten mogelijk; motor in vrijlooptoerental; geen rijaandrijving; Afhankelijk van de rijhendelstand worden de volgende functies Rijhendel (rijden) ingeschakeld: 1. stand: Transporteur en worm aan. 2.
  • Pagina 42 Element1_SPSC.cdr...
  • Pagina 43 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie: Links: linkerwand van de hopper openen Rechts: rechterwand van de hopper openen Hopperbak openen Als de bakken gelijktijdig hydraulisch worden bediend (1 klep), dan kan zowel de linker- als de rechterschakelaar worden gebruikt. Schakeltoetsfunctie: Links: linkerwand van de hopper sluiten Rechts: rechterwand van de hopper sluiten Hopperbak sluiten Afzonderlijke bediening ( ):...
  • Pagina 44 Element1_SPSC.cdr D 10...
  • Pagina 45 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toetsen met vergrendelstand en LED-indicatie. Haas: transportsnelheid Als toets 16 op UIT staat, d.w.z. inbouw, wordt toets 17 auto- Rijaandrijving matisch op schildpad geschakeld. snel/langzaam Schildpad: werksnelheid voor inbouw Alleen bedienen bij stilstand! Bij herstart zijn de toetsen op werksnelheid (schildpad) geschakeld.
  • Pagina 46 Element1_SPSC.cdr D 12...
  • Pagina 47 Pos. Omschrijving Korte beschrijving niet in gebruik Vibratie Bediening en gebruik als schakelaar (20) Toetsen met vergrendelstand en LED-indicatie Schakeling tussen twee schakelstanden. Stop: inschakelstand Worm Auto links/rechts Bij activering van de NOODSTOP en bij herstart wordt deze op STOP geschakeld. Toets 16 vergrendelt de transportfunctie.
  • Pagina 48 Element1_SPSC.cdr D 14...
  • Pagina 49 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Toets met vergrendelstand en LED-indicatie. UIT-schakeling door opnieuw op de toets te drukken of door op toetsen 25 of 31 te drukken. 1. Wormtransport “HANDMATIG” Voorwaarde: toets 24 op “AUTO”. Wormtransport Met de toetsen van het toetsenblok links voor de “HANDMATIG”...
  • Pagina 50 Element1_SPSC.cdr D 16...
  • Pagina 51 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Schakeltoetsfunctie balk omhoogzetten Toets met vergrendelstand en LED-indicatie balk omlaagzetten/balk „drijfstand“ Balk drijfstand: indrukken schakelt LED AAN en de balk staat klaar voor de “drijfstand”, die wordt geactiveerd door de rijhen- del uit te zwenken (9). Uitschakelen door opnieuw op de toets te drukken of via de toets balk omhoogzetten.
  • Pagina 52 Element3_SPSC.cdr, Kontrollleucht_SPSC.cdr D 18...
  • Pagina 53 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Display-toetsenbord Toets “Enter” start de menubediening Toetsen links/rechts Besturingsinvoer- en weergavetermi- Toetsen omhoog/omlaag bladeren Toets “Escape” om het menu te verlaten Normale indicatie tot 120 °C = 248 °F. Temperatuurindi- Bij hogere temperatuur de machine stoppen (rijhendel catie hydraulische (9) op de middelste stand), motor in vrijloop laten afkoe- olie...
  • Pagina 54 Element3_SPSC.cdr, Kontrollleucht_SPSC.cdr D 20...
  • Pagina 55 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Brandt wanneer er teveel water is geconstateerd in de water- afscheider van het brandstofsysteem. Om beschadiging van de aandrijfmotor te voorkomen, Waarschuwings- moet het afgescheiden water direct volgens de onder- licht „water in de houdshandleiding worden afgetapt. brandstof“...
  • Pagina 56 Element3_SPSC.cdr, Kontrollleucht_SPSC.cdr D 22...
  • Pagina 57 Pos. Omschrijving Korte beschrijving Brandt wanneer de sperdifferentieel is ingeschakeld. De sperdifferentieel wordt gebruikt bij tractieproblemen (losse ondergrond). Hij kan tijdens het rijden worden in- geschakeld. Controlelampje Met ingeschakelde sperdifferentieel en opgetilde balk Sperdifferentieel geen bochten maken. De differentieel kan beschadigd raken.
  • Pagina 58: Bediening Van De Invoer- En Weergaveterminal

    Bediening van de invoer- en weergaveterminal TDM.cdr Betekenis van de displaytoetsen Met de toets “Escape” verlaat u het menu (B)/(C) Toetsen links/rechts (D)/(E) Toetsen voor het omhoog/omlaag bladeren Met de toets “Enter” start u de menubediening D 24...
  • Pagina 59: Menubediening

    Menubediening Nadat het contact is geactiveerd, geeft na een korte laadtijd de display het basismenu weer: Hier worden diverse actuele werkelijke waarden weergegeven en kunnen 6 submenu’s worden gekozen. 001.bmp - Transporthoeveelheid/inbouwdikte (1) - Bedrijfsurenteller (2) - Temperatuurinstelling van de elektrische balkverwarming ( ) (3) - Noodfunctie / balkstop en stamperstart (4) - Indicatie van diverse toestanden van de aandrijfmotor (5) - Serviceprogramma voor de werkplaats en servicepersoneel (6)
  • Pagina 60 Transporthoeveelheid/inbouwdikte (1) Transporthoeveelheid transporteur Analoog aan de twee hoekbedieningen kan de transportsnelheid van beide transporteurs afzonderlijk worden inge- qsb_205.bmp steld. - Snelheid verlagen, linker transporteur - toets (B) - Snelheid verhogen, linker transporteur - toets (C) - Snelheid verlagen, rechter transporteur - toets (D) - Snelheid verhogen, rechter transporteur - toets (E) De snelheid kan op 8 niveaus worden ingesteld.
  • Pagina 61 Bedrijfsurenteller (2) Er worden twee verschillende bedrijfsu- renwaarden weergegeven: qsb_096.bmp - Totale bedrijfsuren (1) bij lopende aandrijfmotor - Werkelijke bedrijfsuren (2) tijdens het inbouwen Ter naleving van de onderhoudsintervallen (hoofdstuk F) dient u dit dagelijks op te roepen en de totale bedrijfsuren te controleren! D 27...
  • Pagina 62 Temperatuurinstelling elektrische balkverwarming (3) ( ) Bij dit menupunt kan men de verwar- mingstemperatuur van de volgende bal- qsb_151.bmp kelementen aflezen voor alle balkelementen gezamenlijk instellen: - werkelijke temperatuurwaarde basisbalk links (1) - werkelijke temperatuurwaarde basisbalk rechts (2) - werkelijke temperatuurwaarde uitschuifdeel links (3) - werkelijke temperatuurwaarde uitschuifdeel rechts (4) - ingestelde gewenste temperatuurwaarde voor alle balkelementen (5) De temperatuur kan in stappen van 1 °C worden ingesteld tussen 20 °C en 180 °C.
  • Pagina 63 Noodfunctie / balkstop en stamperstart (4) Bij storing van een instelwaardegever of de werkelijke-waardesensor (bijv. sen- qsb_147.bmp sor defect, afstandsbediening uitgeval- len), kunnen diverse functiewaarden voor de automatische modus worden ingesteld. - Worm (1) - Transporteur (2) - Stamper (3) - Vibratie (4) De stroomwaarde kan worden ingesteld tussen 0 en 100%.
  • Pagina 64 Indicatie van diverse actuele toestanden van de aandrijfmotor (5) In dit submenupunt kunnen diverse ac- tuele toestanden van de motor worden 007.bmp gecontroleerd. - Motortemperatuur (1) - Oliedruk (2) - Brandstofverbruik in l/h (3) - Accuspanning (4) Door het symbool „submenu“ (6) te kiezen en dit te bevestigen met toets (F), wordt het submenu “Ingebouwde afstand in meters”...
  • Pagina 65 Serviceprogramma voor de werk- plaats en servicepersoneel (6) Na het kiezen van de onderste functie verschijnt de mogelijkheid om een neubild2.EPS wachtwoord in te geven. Alleen toegankelijk voor de servicedienst van de importeur of op aanwijzing van de importeur. - Terug naar het basismenu met toets (A). - Door op toets (F) te drukken, wordt het volgende venster weergegeven en kan de softwareversie (1) van der PLC...
  • Pagina 66 Overige bedieningsmogelijkheden / weergaven via de LC-display Motortoerentalinstelling Wordt op de display weergegeven door op toets (26) van het bedieningselement te drukken. Bild79.EPS - Toont de gewenste waarde en de werkelijke waarde van het motortoerental. Om de gewenste waarde van het motortoerental in te stellen: op toets (A) drukken (het getal wordt zwart en knippert) en met de toetsen (D/E) de gewenste waarde in- stellen.
  • Pagina 67: Foutdiagnose En Foutopsporing

    Foutdiagnose en foutopsporing Wanneer er wordt aangegeven dat er een fout bestaat, kunt u de foutmelding weer- geven door op toets (F) te drukken. De foutmelding geeft de volgende aanwijzingen. Voorbeeld: Bild14.Tif Pos. Beschrijving betrokken component en functie elektrische storing bijbehorende PLC-module aangestuurd element bijbehorende contactstrip...
  • Pagina 68 Foutvarianten bij pos. 2 Betekenis Weergave Kabelbreuk Kortsluiting Varianten bij Pos. 4 Betekenis Weergave Ultrasone sensor / mech. eindschakelaar Potentiometer Klep Elektronica rijautomaat D 34...
  • Pagina 69 Foutvarianten bij pos. 1 Functie / betekenis Symbool Wormdrager links omhoogzetten Wormdrager links omlaagzetten Wormdrager rechts omhoogzetten Wormdrager rechts omlaagzetten Nivellering links omhoogzetten Nivellering links omlaagzetten Nivellering rechts omhoogzetten Nivellering rechts omlaagzetten Bak links openen Bak links sluiten Bak rechts openen Bak rechts sluiten Balkbelasting Balkontlasting...
  • Pagina 70 Functie / betekenis Symbool Balkstop Stamperfunctie Vibratiefunctie Afstandsbediening links Afstandsbediening rechts Balk links uitschuiven Balk links inschuiven Balk rechts uitschuiven Balk rechts inschuiven Inschakelfunctie Claxonfunctie Extra aanwijzing “zekering“ Bij enkele foutmeldingen wordt ook de bijbehorende zekering vermeld (bijvoor- beeld F250.6). neu_4.bmp Deze dient men eerst te controleren voordat er verdere maatregelen worden genomen.
  • Pagina 71 Kleurvarianten bij pos. 7 Afkorting Betekenis blauw bruin geel groen roze rood zwart violet Voorbeeld: - Functiefout wormdrager rechts om- laagzetten. - Kortsluiting bij klep Y35B van PLC- Bild21.Tif module A2. - Contactstrip X1, kabelklem 65, kabelkleur groen-rood. D 37...
  • Pagina 72 Foutmelding rijautomaat De elektronica van de rijautomaat is uit- gevallen. De gegevensverbinding met de master- 005.bmp module is onderbroken. Controleer eerst of zekering F5.1 intact is! Als de zekering niet de oorzaak is van de onderbreking in de gegevensverbinding, kan een noodstart van de dieselmotor worden uitgevoerd: - Toets (1) inschakelen (LED Aan).
  • Pagina 73 Overige mogelijke foutvarianten: Foutmelding slave - Slave defect (voorbeeld slave A31) neubild4.Tif Accuspanning - Te lage accuspanning Bild_088.bmp Rijsnelheid - Potentiometer defect Bild_086.bmp Rijhendel - Potentiometer defect Bild_087.bmp Sensor motortoerental - Sensor defect Bild_085.bmp Dode-bandinstelling - Sensor defect Bild_212.bmp Balkwaarschuwingsinstallatie - Kabelbreuk of defecte gloeilamp Bild70.Tif Balkwaarschuwingsinstallatie...
  • Pagina 74: Foutmeldingen Aandrijfmotor

    Foutmeldingen aandrijfmotor Als een fout van de aandrijfmotor is ge- constateerd, wordt deze gemeld door het bijbehorende waarschuwingslicht (1) van de elektronische motorregeling (EMR) en tegelijkertijd inclusief code weergegeven op de display. - Waarschuwingslicht (1) (geel) brandt continu: er is een fout in de aandrijf- Kontrolelucht_SPSC.cdr motor.
  • Pagina 75: Foutmelding "Koelmiddelpeil Te Laag

    Voorbeeld: Toelichting: He knipperende waarschuwingslicht meldt een ernstige fout van de aandrijfmotor met automatische of noodzakelijke motorstop. Display-indicatie: SPN: FMI: Oorzaak: De sensor geeft aan dat het oliepeil te laag is. Gevolg: Het toerental wordt verlaagd en de motor wordt eventueel uitgeschakeld in- dien de motorbeveiligingsuitschakelfunctie is geactiveerd.
  • Pagina 76: Afstandsbediening

    Afstandsbediening SPSRemote.Tif D 42...
  • Pagina 77 Item Aanwijzing Korte omschrijving Werking en gebruik gelijk aan de noodstopknop (7) op het bedieningspaneel. Noodstopknop ( ) Belangrijk bij gevaarlijke situaties die de bestuurder niet kan zien. Werking en gebruik gelijk aan schakelaar (30) op het Claxon bedieningspaneel. Werking en gebruik gelijk aan schakelaar (25) op het Nivelleercilinder bedieningspaneel.
  • Pagina 78 Onderzijde SPSRemote2.Tif Pos. Omschrijving Korte beschrijving Stopcontact voor Hier de aansluitkabel van de niveausensor aanslui- nivelleerautomatie ten. Stopcontact worm- Hier de aansluitkabel van de mengseleindschakelaar eindschakelaar aansluiten. Aansluitkabel van Aansluiten op het stopcontact van de balk de afstandsbedie- (zie de gebruiksaanwijzing van de balk). ning Ventilatieklep D 44...
  • Pagina 79: Noodbesturingsprogramma Bij Tdm Uitval

    Noodbesturingsprogramma bij TDM uitval Om bij een uitval van het display een tijdelijke werking van de machine te waarbor- gen, wordt automatisch een noodprogramma gestart. De volgende waarden en functies wor- 2100 min den ingeschakeld: - Toerental van de motor wordt inge- steld op 2100 min - Rijaandrijving (1) wordt op werksnel- heid ingesteld (Schildpad)
  • Pagina 80 Op de hoekbedieningen van de balk kunnen de volgende functies ingescha- keld worden: - Schakelaar 1 = hopper sluiten. - Schakelaar 2 = hopper openen. - Balk omhoog: - LED lampen van de worm en trans- porteur (3) uitschakelen door op de bijbehorende min-toets (4) te druk- ken.
  • Pagina 81: Speciale Functies

    Speciale functies Omkeerbare transporteur De transportrichting van de transporteur kan in omgekeerde richting worden ge- schakeld, bijv. om inbouwmateriaal dat vlak voor de worm ligt een stuk terug te transporteren. Zo kan bijv. materiaalver- lies bij transporten worden voorkomen. - Functiehoofdschakelaar (16) op de stand “uit”...
  • Pagina 82: Bedieningselementen Op De Machine

    Bedieningselementen op de machine Accu’s (71) Achter de rechter zijklep bevinden zich de accu’s van de 24 V-installatie. Zie hoofdstuk B "Technische gegevens" voor de specificaties. Zie hoofdstuk F voor het onderhoud. Externe start uitsluitend volgens de in- structies (zie paragraaf “Machine star- ten, Externe start (starthulp)“.
  • Pagina 83: Hoppervergrendelingen (73)

    Hoppervergrendelingen (73) Voordat de machine wordt getranspor- teerd of wordt gestald, moeten de hop- perwanden worden omhooggeklapt en de twee klauwen worden vastgezet. De bak niet betreden wanneer de motor loopt. Intrekgevaar door de transporteur! Zonder aangebrachte hoppervergrende- lingen kan de hopper langzaam open- gaan en bestaat er ongevalgevaar bij het transporteren! F0076A_A1.EPS...
  • Pagina 84: Stoelvergrendeling (Achter De Bestuurdersstoel) (75)

    Stoelvergrendeling (achter bestuurdersstoel) (75) De stoelen kunnen over de basisbreedte van de machine naar de buitenkant wor- den geschoven; ze moeten vergrendeld worden (zie ook Bedieningspaneelbe- vestiging ( ). F0169_A1.EPS Tijdens transporten mogen de stoelen niet uitsteken buiten de machine. Beide stoe- len terugschuiven binnen de basisbreedte van de machine! - Vergrendelknop uittrekken en de stoel verschuiven;...
  • Pagina 85: Schakelhendel Voor Tweesnelheden-Drijfwerk (78)

    Schakelhendel voor tweesnelheden- drijfwerk (78) De schakelhendel heeft drie standen: werksnelheid vrijloop transportsnelheid Voor het schakelen deparkeerrem aan- trekken. Alleen bedienen bij stilstand! - Als de rijsnelheid zich niet soepel laat F0281_A2.PICT inschakelen, de rijhendel iets bewe- gen. Bij het wegslepen van de machine (bijv. bij uitval van de dieselmotor) de vrijloop- stand gebruiken.
  • Pagina 86: Sproei-Installatie Voor Oplosmiddel (80) (O)

    Sproei-installatie voor oplosmiddel (80) ( ) Voor het besproeien met oplosmiddel van onderdelen die met asfalt in aanra- king zijn gekomen. A Sproeifles met drukpomp B Sproeivoorziening met elektrische pomp (81) Sproei-installatie alleen inschakelen wanneer de dieselmotor loopt, anders raakt de accu leeg. Na gebruik uitschakelen.
  • Pagina 87: Transporteureindschakelaars (8) (Links En Rechts)

    Transporteureindschakelaars (8) (links en rechts): De mechanische transporteureindscha- kelaars (88) of de transporteurscha-ke- laar met ultrasone sensor (89) regelen het mengseltransport van de desbetref- fende transporteurhelft. De transporteu- reindschakelaars moeten uitschakelen wanneer het mengsel ongeveer tot on- der de wormbalk is getransporteerd. Voorwaarde hierbij is dat de worm op de juiste hoogte is ingesteld (zie hoofdstuk F0114_A1.EPSUltra3.EPS...
  • Pagina 88: Ultrasone Wormeindschakelaars (90) (Links En Rechts)

    Ultrasone wormeindschakelaars (90) (links en rechts) De eindschakelaars regelen het meng- seltransport van de desbetreffende wormhelft. De ultrasone sensor is met een stangen- systeem bevestigd op de zijplaat. Om de instelling te wijzigen, de spanhef- boom losmaken en de hoek/hoogte van de sensor wijzigen.
  • Pagina 89: Drukregelklep Voor Balkbelasting/-Ontlasting (93) (O)

    Drukregelklep voor balkbelasting/- ontlasting (93) ( ) Hiermee wordt de druk van de extra F0105_A1.TIF Balkbelasting/-ontlasting ingesteld. - Inschakelen zie Balkbelasting/-ontlasting (44 - Drukweergave, zie manometer (93b). Drukregelklep voor balkstop met voorspanning (93a) ( ) Deze klep bevindt zich onder de rechter bodemklep van het bedieningsbordes.
  • Pagina 90: Drukregelklep Voor Voorwielaandrijving (94) (O)

    Drukregelklep voor voorwielaan- drijving (94) ( ) Hiermee wordt de aandrijfdruk van de F0105_A1.TIF extra voorwielaandrijving ingesteld. - Voorwielaandrijving met de schakelaar (30) inschakelen. - Drukweergave, zie manometer (94a). Drukinstelling bij rijdende machine zodanig uitvoeren dat de voorwielaandrijvingen niet slippen. Manometer voor voorwielaandrijving (94a) ( ) Deze geeft de aandrijfdruk van de extra...
  • Pagina 91: Bedrijf

    Bedrijf Bedrijf voorbereiden Benodigde apparaten en hulpmiddelen Om vertraging op de bouwplaats te voorkomen, dient men voor het werkbegin te con- troleren of de volgende apparaten en hulpmiddelen beschikbaar zijn: - laadwagen voor het transport van zware aanbouwdelen - diesel - motorolie, hydraulische olie, smeermiddelen - oplosmiddel (emulsie) en handsproeier - twee volle propaangasflessen...
  • Pagina 92: Checklist Voor De Machinebestuurder

    Checklist voor de machinebestuurder Controleren! Hoe? Noodstopknoppen Knoppen indrukken. op het bedieningspaneel Dieselmotor en alle ingeschakelde aan- op beide afstandsbedieningen drijvingen moeten onmiddellijk stoppen. De machine moet onmiddellijk en cor- Besturing rect reageren op elke besturingsop- dracht. Controle rechtuitloop. Claxon Claxonknop kort indrukken.
  • Pagina 93 Controleren! Hoe? Beide vergrendelbouten moeten in de Cabinedak daartoe bestemde boringen zitten. Overige voorzieningen: Ommantelingen en kleppen controleren motorommantelingen op stevige bevestiging. zijkleppen Overige uitrusting: onderlegblokken De uitrusting moet zich in de daarvoor gevarendriehoek bestemde houders bevinden. EHBO-trommel D 59...
  • Pagina 94: Machine Starten

    Machine starten Voor het starten van de machine Voordat de dieselmotor wordt gestart en de machine in gebruik kan worden geno- men, dient men het volgende te doen: - Dagelijks onderhoud van de machine (zie hoofdstuk F). Controleer aan de hand van de bedrijfsurenteller of er verdere onderhoudswerk- zaamheden uitgevoerd moeten worden (bijv.
  • Pagina 95: Externe Start (Starthulp)

    Externe start (starthulp) Als de accu’s leeg zijn en de startmotor niet draait, kan de motor worden gestart met behulp van een externe stroombron. Geschikt als stroombron: - Voertuig met 24-V-installatie; - 24-V-reserveaccu; - Startapparaat dat geschikt is voor 24 V/90 A. Normale acculaders of snelladers zijn niet geschikt als starthulp.
  • Pagina 96: Na Het Starten

    Na het starten Om het motortoerental te verhogen: - Rijhendel (9) op stand 1 (iets uit de middelste stand) drukken. - Motortoerental hoger maken door in- drukken van toets (21) op het bedie- ningspaneel. Het motortoerental wordt verhoogd met de vooraf ingestelde waarde.
  • Pagina 97: Controlelampjes Controleren

    Controlelampjes controleren De volgende controlelampjes moeten beslist worden gecontroleerd: Overige mogelijke fouten: zie Motor-Betriebsanleitung. Koelmiddelcontrole (43) Moet na het starten uitgaan. Als het lampje niet uitgaat of tijdens het gebruik gaat branden: Kontrollleucht_KD.cdr Motor uitzetten en koelmiddelpeil con- troleren. Overige mogelijke fouten, zie Motor-Betriebsanleitung.
  • Pagina 98: Acculaadcontrole (47)

    Als de hydraulische olie koud is: - Transporteurschakelaar (32) “handmatig” zetten en wormschake- laar (24) op “AUTO” zetten. - De afstandsbediening moet aangeslo- ten zijn en deze functies moeten op “auto“ zijn gezet. - Rijhendel (9) op stand 1 zetten. - Schakelaar (21) indrukken om het mo- tortoerental te verhogen.
  • Pagina 99: Bediening Bij Het Transport

    Bediening bij het transport Balk omhoogzetten en borgen - Schakelaar (16) moet uitgeschakeld zijn (LED uit). - Schakelaar (34) uitschakelen en de balk met schakelaar (33) omhoogzet- ten. - Nivelleercilinders volledig uitschuiven met schakelaars (25) en (27). De afstandsbediening moet zijn aan- gesloten en deze functie moet op “ma- nual“...
  • Pagina 100: Rijden Met En Stopzetten Van De Machine

    Rijden met en stopzetten van de machine - Snel/langzaam-schakelaar (17) op “haas” zetten. - Rijsnelheidknop (10) op 10 zetten. - De machine in beweging zetten door de rijhendel (9) voorzichtig in de ge- wenste rijrichting te zetten. Bij noodsituaties de noodstopknop (7) indrukken! - Door de rijhendel (9) in de middelste stand te zetten, wordt de machine...
  • Pagina 101: Voorbereidingen Voor Het Inbouwen

    Voorbereidingen voor het inbouwen Oplosmiddel Alle onderdelen die in aanraking komen met asfaltmengsel besproeien met op- losmiddel (bak, balk, worm, duwrol etc.). Geen dieselolie gebruiken, omdat die- selolie het bitumen oplost (verboden in Duitsland!) F0147_A1.TIF balkverwarming De balkverwarming moet ca. 10-15 minuten (afhankelijk van de buitentemperatuur) voor het begin van de inbouwwerkzaamheden worden ingeschakeld.
  • Pagina 102: Mengselopname/Mengseltransport

    Mengselopname/mengseltransport - Schakelaar (16) moet uitgeschakeld zijn. - De bak openen met knoppen (13). De vrachtwagenchauffeur aanwijzin- gen geven bij het storten van het mengsel. - De wormschakelaar (24) en de trans- porteurschakelaar (32) op “auto” zet- ten. - Schakelaar (15) indrukken om de ma- chine te vullen.
  • Pagina 103: Starten Voor Het Inbouwen

    Starten voor het inbouwen Element1_SPSC.cdr/Element2_SPSC.cdr/Tamprev.cdr/Vibrev.cdr/SPSRemote.Tif D 69...
  • Pagina 104 Wanneer de balk op inbouwtemperatuur is en er voldoende mengsel voor de balk ligt, dienen de volgende schakelaars, hendels en regelaars in de vermelde stand te worden gezet Pos. Schakelaar Stand Transport-/werksnelheid werksnelheid Voorkeuzeregelaar rijaandrijving schaalstreepje 6 - 7 Balk klaarzetten drijfstand LED AAN Vibratie LED AAN...
  • Pagina 105: Controles Tijdens Het Inbouwen

    Controles tijdens het inbouwen Tijdens het inbouwen dienen de volgende zaken voortdurend te worden gecontro- leerd: Machinefuncties - balkverwarming - Stamper en vibratie - Motor- en hydraulische-olietemperatuur - Bijtijds intrekken en uitschuiven van de balk voor hindernissen aan de buitenzijden - Gelijkmatig mengseltransport en verdeling resp.
  • Pagina 106: Inbouwen Met Balkstop En Balkbelasting/-Ontlasting

    Inbouwen met balkstop en balkbelasting/-ontlasting Algemeen Om optimale inbouwresultaten te behalen, kan de balkhydraulica op twee manieren worden beïnvloed: - Balkstop met en zonder voorspanning bij stilstaande machine, - Balkbelasting of balkontlasting bij rijdende machine. Ontlasting maakt de balk lichter en verhoogt de trekkracht. Belasting maakt de balk zwaarder en vermindert de trekkracht, maar verhoogt de sta- bilisatie.
  • Pagina 107: Balkstop

    Balkstop Met “balkstop“ kan de balkhydraulica worden geblokkeerd, om te voorkomen dat de balk in de inbouwlaag zakt bij een tussenstop. Schakelaar (34) moet uitgeschakeld zijn. - Automatische balkstop wanneer de rij- hendel op de middelste stand staat. - Schakelaar (33A) indrukken om de balk omhoog te bewegen.
  • Pagina 108: Druk Instellen (O)

    Druk instellen ( ) Drukinstellingen kunnen uitsluitend bij lopende dieselmotor worden uitgevoerd. Daarom: - Dieselmotor starten, rijhendel (10) op nul draaien (voorzorgsmaat-regel te- gen ongewenste vooruitbeweging). - Schakelaar (33) op “drijfstand“ zetten. Voor balkstop met voorspanning: - Rijhendel (9) op de middelste stand zetten.
  • Pagina 109: Bedrijf Onderbreken, Bedrijf Beëindigen

    Bedrijf onderbreken, bedrijf beëindigen Bij inbouwpauzes (bijv. vertraging van materiaalvrachtwagens) - Schatting maken v.d. vertragingsduur. - Als men verwacht dat het materiaal af- koelt tot onder de minimum inbouw- temperatuur, de machine leegmaken en een sluitrand aanbrengen zoals bij einde van het wegdek. - Rijhendel (9) op de middelste stand zetten.
  • Pagina 110: Na Afloop Van Het Werk

    Na afloop van het werk - Machine leegmaken en stoppen. - Balk omhoog zetten met schakelaar (33). - Balk inschuiven tot de basisbreedte en de worm naar boven zetten. Evtl. nivelleercilinder geheel uitschuiven Bohlensch.Tif - Mechanische balktransportborging (74) vastzetten. - Bij langzaam lopende stampers de binnengedrongen mengselresten er- uit laten vallen F0083_A1.TIF...
  • Pagina 111 - Bedrijfsurenteller aflezen en controle- ren of er onderhoudswerk-zaamheden moeten worden uitgevoerd (zie hoofd- stuk F). - Bedieningspaneel afdekken en afslui- qsb_096.bmp ten. - Materiaalresten verwijderen van balk en machine en alle onderdelen besproeien met oplosmiddel. D 77...
  • Pagina 112: Storingen

    Storingen Foutcodes aandrijfmotor Toelichting: FMI: Failure Mode Identifier SPN: Suspect Parameter number D 78...
  • Pagina 113 D 79...
  • Pagina 114 D 80...
  • Pagina 115 D 81...
  • Pagina 116 D 82...
  • Pagina 117: Problemen Bij Het Inbouwen

    Problemen bij het inbouwen Probleem Oorzaak Mengseltemperatuur is veranderd, ontmenging Onjuiste mengselsamenstelling Onjuiste bediening van de wals Onjuist geprepareerde onderbouw Lange stilstandtijden tussen ladingen Ongeschikte referentielijn niveausensor Niveausensor springt op referentielijn Niveausensor wisselt tussen Omhoog en Omlaag Golvend oppervlak (te hoge traagheidsinstelling) (“korte golven“) Bodemplaat van de balk niet vast Bodemplaat van de balk ongelijkmatig versleten of ver-...
  • Pagina 118 Probleem Oorzaak Temperatuur van het mengsel Balkmontagedelen onjuist gemonteerd Scheuren in het weg- Eindschakelaars onjuist ingesteld Balk is koud (buitenstrepen) Bodemplaten versleten of vervormd Te hoge machinesnelheid Temperatuur van het mengsel Mengseltemperatuur gewijzigd Vocht op de onderbouw Ontmenging Onjuiste mengselsamenstelling Onjuist geprepareerde onderbouw Onjuiste inbouwhoogte voor max.
  • Pagina 119: Storingen Van De Machine Of De Balk

    Storingen van de machine of de balk Storing Oorzaak Oplossing Dieselmoter Diverse Zie bedrijfshandleiding vd motor Accu’s leeg Zie “Externe start“ (starthulp) Dieselmotor springt niet aan Diverse Zie “Wegslepen“ Stamper geblokkeerd door Balk goed verwarmen koud bitumen Te weinig hydraulische olie Olie bijvullen in de tank Klep vervangen, evt.
  • Pagina 120 Storing Oorzaak Oplossing Regelklep defect Vervangen Bak gaat ongewenst Manchetten van de hydrau- omlaag Vervangen lische cilinder ondicht Oliedruk te laag Oliedruk verhogen Manchet ondicht Vervangen Balk kan niet Balkbelasting of -ontlasting Schakelaar moet op de middel- omhoog worden is ingeschakelde ste stand staan gezet Stroomtoevoer onderbro-...
  • Pagina 121 Storing Oorzaak Oplossing Vervangen Zekering rijaandrijving (zekeringssokkel op het bedie- defect ningspaneel) Stroomtoevoer onderbro- Potentiometer, kabel, stekker controleren; evt. vervangen Rijaandrijvingscontrole Vervangen (typeafhankelijk) defect Elektro-hydraulische instel- Voeding reageert niet voorziening van de pomp Instelvoorziening vervangen defect Controleren, evt. instellen Aanzuigfilter controleren, evt. Voedingsdruk onvoldoende voedingspomp en filter vervan- Aandrijfas hydraulische...
  • Pagina 122: E Instellen En Ombouwen

    E Instellen en ombouwen Speciale veiligheidsvoorschriften Door onbedoelde inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, transporteur, worm, balk of hefvoorzieningen kunnen personen gevaar lopen. De werkzaamheden altijd uitvoeren bij stilstaande motor, tenzij anders is aangege- ven! - De machine beveiligen tegen onbedoelde inwerkingstelling: De rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien;...
  • Pagina 123: Verdeelworm

    Verdeelworm Hoogte-instelling De hoogte van de verdeelworm (1) dient - vanaf zijn onderkant gemeten - min. 50 mm (2 inch) boven de materiaalinbouw- hoogte te liggen, afhankelijk van het ma- teriaalmengsel. Voorbeeld: inbouwdikte 10 cm instelling 15 cm vanaf de grond F0130_A1.TIF Een onjuiste hoogte-instelling kan leiden tot de volgende inbouwproblemen:...
  • Pagina 124: Bij Hydraulische Instelling (Optie)

    Bij hydraulische instelling (optie) - De huidige ingestelde hoogte van de wormbalk - links en rechts - aflezen op op de schaal. - De knop (2) op het bedieningspaneel omhoog- of indrukken, om de hydrau- lische cilinder in of uit te schuiven. (Bij machines met PLC besturing (O) - Met knop (2) de worminstelling active- ren.
  • Pagina 125: Verbredingsdelen Monteren

    Verbredingsdelen monteren Sch_ver1.tif Sch_ver2.tif...
  • Pagina 126 - Materiaalschacht (5) met schroeven (6), schijfjes (7) en moeren (8) bevestigen op het basisapparaat. - De materiaalschacht is instelbaar, zodat deze kan worden aangepast aan de aan- wezige schacht. - Hiertoe de moeren (9) losdraaien en de opening (10) voor de schroef (6) verdraai- - Wormas-verlengstuk (11) op de wormas van het basisapparaat steken.
  • Pagina 127: Balk

    Balk Alle werkzaamheden voor het monteren, instellen en verbreden van de balk wor- den beschreven in de gebruiksaanwij- zing van de balk. Elektrische aansluitingen Na montage en instelling van de mecha- nische modules dienen de volgende aansluitingen te worden gemaakt: F0171.tif Afstandsbedieningen aansluiten op stopcontact (17) (op de balk).
  • Pagina 128: F Onderhoud

    F Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud Onderhoudswerkzaamheden: onderhoudswerkzaamheden uitsluitend uitvoeren bij uitgeschakelde motor. Voor begin van de onderhoudswerkzaamheden de machine en de aanbouwdelen be- veiligen tegen onbedoeld inschakelen: - Rijhendel op de middelste stand zetten en de rijsnelheidknop op nul draaien. - Rijbeveiliging verwijderen uit het bedieningspaneel.
  • Pagina 129: Onderhoudsintervallen

    Onderhoudsintervallen Overzicht van de modules Pos. Onderhoudspunt Aandrijfmotor Pompverdelerdrijfwerk Smeerolie aandrijfmotor Oliefilter Luchtfilter Waterkoeler Brandstofvoorfilter / brandstoffilter V-riemen Motorlager Slangen en slangverbindingen 1.10 Brandstoftank Hydraulisch systeem Hydraulische tank Hoofdfilter / retourfilter Oliekoeler Hydraulisch hogedrukfilter Hydraulische cilinder Rijaandrijving Rijaandrijfketting Schakeldrijfwerk Remvloeistofreservoir Remsysteem Wielen Stuuras...
  • Pagina 130 Pos. Onderhoudspunt Materiaalaanvoer Transporteurketting Middenlager transporteur Drijfwerk transporteuraandrijving Planeetdrijfwerk worm Aandrijfketting worm Wormkast Buitenlager wormen Overig Visuele controles Draagbalkgeleiding Schroeven en moeren Bewegende delen Elektrische installatie Accu’s...
  • Pagina 131 1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 DF_135_P.TIF...
  • Pagina 132: Eerste Onderhoud (100 Bedrijfsuren)

    Eerste onderhoud (100 bedrijfsuren) Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Pompverdelerdrijfwerk Olie verversen Slangen en slangverbindingen Visuele controles Hydraulische tank Filter vervangen Hogedruk filter Filter vervangen Remsysteem Werking controleren Wielen (achter) Luchtdruk controleren. Transporteurketting Spanning controleren Planeetdrijfwerk Olie verversen wormen Aandrijfkettingen van de transportwor- Spanning controleren Wormkast Oliepeil controleren...
  • Pagina 133: Dagelijks (Of Om De 10 Bedrijfsuren)

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 Dagelijks (of om de 10 bedrijfsuren) Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Smeerolie aandrijfmotor Oliepeil controleren Luchtfilter Controleren, eventueel reinigen Waterkoeler Vloeistofpeil controleren Hydraulische tank Oliepeil controleren Hogedrukfilter Controleren op vuil, eventueel filter verversen Middenlager ladders Smeren Buitenlager wormen Smeren Visuele controles...
  • Pagina 134: Wekelijks Of Om De 50 Bedrijfsuren

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 Wekelijks of om de 50 bedrijfsuren Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Pompverdelerdrijfwerk Oliepeil controleren, eventueel bijvullen Brandstofvoorfilter Controleren en eventueel water aftappen Rijaandrijfkettingen Smeren Schakeldrijfwerk Oliepeil controleren Remvloeistofreservoir Vloeistofpeil controleren Stuuras Smeren Schommelas Smeren Stuurhendel Smeren Transporteur Oliepeil controleren, eventueel bijvullen Draagbalkgeleiding...
  • Pagina 135: Tweewekelijks Of Om De 100 Bedrijfsuren

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 Tweewekelijks of om de 100 bedrijfsuren Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Koelsysteemmotor Controleren en eventueel reinigen en hydraulica Onderhoud volgens documentatie motorfabrikant Rijaandrijfkettingen Spanning controleren Transporteurketting Spanning controleren Planeetdrijfwerk - wormen Oliepeil controleren Aandrijfkettingen van de Spanning controleren transportwormen...
  • Pagina 136: Maandelijks Of Om De 250 Bedrijfsuren

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 Maandelijks of om de 250 bedrijfsuren Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Motor ophanging Controleren Controleren op stevige bevestiging en Wielen schade Wormkast Niveau van vetsmering controleren...
  • Pagina 137: Driemaandelijks Of Om De 500 Bedrijfsuren

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 Driemaandelijks of om de 500 bedrijfsuren Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Smeerolie aandrijfmo- Olie verversen Oliefilter (beker) Filterelement vervangen Hydraulische tank Vul- en ventilatiefilter reinigen Stuurslangen Controleren op beschadiging Alle relevante schroeven en moeren op stevige bevestiging Schroeven en moeren controleren en eventueel aanhalen Aanhaalmomenten in acht nemen!
  • Pagina 138: Jaarlijks Of Om De 1000 Bedrijfsuren

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 Jaarlijks of om de 1000 bedrijfsuren Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Pompverdelerdrijfwerk Olie verversen Luchtfilter Filterinzetstuk vervangen Brandstoffilter Brandstoffilterpatroon of filterelement vervan- Brandstofvoorfilter V-riemen van ventilator en Spanning controleren, evt. vervangen dynamo Slangen en slangverbindingen Controleren,eventueel vervangen Hydraulische tank Hoofdfilter vervangen Hydraulische cilinder...
  • Pagina 139: Tweejaarlijks Of Om De 2000 Bedrijfsuren

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 Tweejaarlijks of om de 2000 bedrijfsuren Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden Luchtfilter Veiligheidspatroon vervangen Waterkoeler Koelmiddel verversen V-riemen van ventilator Riemen vervangen en dynamo Hydraulische tank Olie verversen F 12...
  • Pagina 140: Indien Nodig

    1.3 1.2 1.10 DF_115_P.TIF 3.1 3.5 2.10 Indien nodig Pos. Onderhoudspunt Onderhoudswerkzaamheden 1.10 Brandstoftank Water en bezinksel aftappen Rijaandrijfkettingen Spannen Remsysteem Remsysteem controleren 3.10 Parkeerrem Controleren, evt. instellen F 13...
  • Pagina 141: Controle- En Smeerpunten

    2.11 Controle- en smeerpunten Pompverdelerdrijfwerk (1.1) Oliepeilcontrole: De controleschroef (1) dient als oliepeil- controle. Nadat de schroef is uitgedraaid, moet er een beetje olie uitlopen. Anders moet er olie worden bijgevuld via de vulopening (2). Goed schoonhouden! Olieverversing: PVG_115.jpg De olieverversing moet altijd in bedrijfswarme toestand worden uitgevoerd. - Afsluitdop van het olieaftappunt (3) losdraaien en de slang (zie toebehoren) erop draaien.
  • Pagina 142: Smeerolie Aandrijfmotor (1.2)

    Smeerolie aandrijfmotor (1.2) Oliepeilcontrole Voordat er met het werk wordt begon- nen altijd het oliepeil van de motor con- troleren met de peilstok (1). Oliecontrole bij horizontaal staande ma- chine! - Zo nodig olie bijvullen via de vulope- ning (2). - Teveel olie in de motor beschadigt de pakkingen;...
  • Pagina 143: Aandrijfmotor - Oliefilter (1.3)

    Aandrijfmotor - oliefilter (1.3) Het nieuwe filter wordt aangebracht tij- dens de olieverversing nadat de oude olie is afgetapt. - Smeeroliefilterdeksel (1) met een fil- terband of een sleutel aan de zeskant losmaken en tegen de klok in af- schroeven. - Papierfilterpatroon (3) voorzichtig in bovenwaartse richting van de gelei- ding (4) losmaken.
  • Pagina 144: Luchtfilter (1.4)

    Luchtfilter (1.4) De vervuiling van het luchtfilter (1) is af- hankelijk van de hoeveelheid stof in de lucht. Onderhoud van het filter is nodig wan- neer op de onderhoudsindicatie (2) het rode vlak (3) zichtbaar is bij stilstaande motor. Stofafvoerventiel: - Stofafvoerventiel (4) in pijlrichting leegmaken door de afvoergleuf sa- men te drukken.
  • Pagina 145: Koelsysteem Motor En Hydraulica (1.5)

    Koelsysteem motor en hydraulica (1.5) De machine is voorzien van een water-, hydraulica- en laadluchtkoeler. Waterkoeler Het koelwaterpeil moet in koude toe- stand worden gecontroleerd. Men dient te zorgen voor voldoende antivries en anticorrosiemiddel (-25 °C). Het optimale peil is 6 cm onder het af- dichtvlak van het afsluitdeksel.
  • Pagina 146: Aandrijfmotor - Brandstoffilter (1.6)

    Aandrijfmotor - brandstoffilter (1.6) Het brandstoffiltersysteem bestaat uit twee filters: - voorfilter met waterafscheider (1) in de brandstoftank - hoofdfilter (2) op het motorblok Voorfilter - water aftappen: Het voorfilter heeft een opvangbak (3) waarin het afgescheiden water wordt op- gevangen.
  • Pagina 147: Hoofdfilter - Filterpatroon Vervangen

    Hoofdfilter - filterpatroon vervangen - Brandstoffilterdeksel (6) met een filter- band of een sleutel aan de zeskant losmaken en tegen de klok in af- schroeven. - Papierfilterpatroon (8) voorzichtig in bovenwaartse richting van de gelei- ding (9) losmaken. - Eventueel weglopende brandstof op- vangen.
  • Pagina 148: V-Riemen En Koppelriemen (1.7)

    V-riemen en koppelriemen (1.7) - Voor de controle en instelling van de riemen, zie de gebruiksaanwijzing van de motor. Nieuwe V-riemen rekken uit en moeten na een looptijd van 15-20 minuten op- nieuw worden gespannen. KeilCom2.tif Motorlager (1.8) Het motorlager systematisch controleren op beschadiging en correcte bevestiging. Zo nodig beschadigde onderdelen vervangen.
  • Pagina 149: Brandstoftank (1.10)

    Brandstoftank (1.10) Voor het aftappen van water en slib: - Opvangbak klaarzetten. - Aftapschroef (1) uitdraaien. - Ca. 1 l brandstof in de opvangbak la- ten stromen. De opgevangen brandstof afvoeren vol- gens de nationale voorschriften. Kraftank.tif F 22...
  • Pagina 150: Hydraulische Olietank (2.1)

    Hydraulische olietank (2.1) Oliepeil controleren met de pijlstaaf (31). Het oliepeil moet bij ingeschoven cilin- ders tot de bovenste inkeping komen. De olietankontluchting moet regelmatig worden ontdaan van stof en vuil. Olie- koeler-oppervlakken schoonmaken (zie ook de gebruiksaanwijzing van de mo- tor).
  • Pagina 151: Hogedrukfilter (2.4)

    Hogedrukfilter (2.4) Op diverse plaatsen in het hydraulische systeem (achter bodemkleppen, zijklep- pen) bevinden zich in totaal 5 hogedruk- filters. De filterelementen moeten worden ver- vangen zodra de onderhoudsindicatie (1) rood is. - Filterhuis afschroeven (2). - Filterinzetstuk verwijderen. - Filterhuis reinigen. - Nieuw filterinzetstuk aanbrengen.
  • Pagina 152: Rijaandrijfkettingen (3.1)

    Rijaandrijfkettingen (3.1) Spanning controleren De kettingspanning is correct wanneer de ketting ca. 20 mm kan worden bewo- gen. Ketting (1) spannen: - Klep (1) openen. - Met het smeerpistool vet bijvullen via de smeernippels (2) tot de benodigde Antkett.tif/Chain.eps kettingspanning is bereikt. - Klep (1) beslist weer sluiten.
  • Pagina 153: Schakeldrijfwerk (3.2)

    Schakeldrijfwerk (3.2) Oliepeil controleren: Op de bovenzijde van het schakeldrijf- werk bevindt zich een peilstaaf (1). Het oliepeil moet tot de bovenste inkeping komen. De pijlstaafopening (2) dient ook om olie bij te vullen. De peilstaaf is bereikbaar via de linker bodemklep van de bestuurderspositie.
  • Pagina 154: Wielen (3.5)

    Wielen (3.5) De benodigde bandenspanning vindt u op elke velg (1) of op de daarvoor gele- gen draagbalk. De correcte bevestiging van de wielen moet worden gecontroleerd. Indien nodig moeten de wielmoeren worden vastgedraaid. De band moet visueel op slijtage, scheu- ren en andere beschadiging worden ge- controleerd.
  • Pagina 155: Transporteurketting (4.1)

    Transporteurketting (4.1) Wanneer de transporteurketting correct is gespannen, bevindt de onderkant van de ketting zich ca. 4 cm onder de onder- kant van het frame. Voor het bijspannen van de ketting de smeernippels (1) links en rechts van de spancilinder vullen met het smeerpistool tot de benodigde kettingspanning is be- reikt.
  • Pagina 156: Drijfwerk Transporteuraandrijving (14)

    Drijfwerk transporteuraandrijving (14) transporteurdrijfwerken bevinden zich onder de treeplank van het bedie- ningsbordes. Oliepeil controleren: Uitsluitend voor het begin van het werk Het oliepeil moet tot aan de bovenste inkeping van de peil- stok (1) komen. Olie bijvullen: Na verwijdering van het afsluitdeksel (2) via de olievulopening (3).
  • Pagina 157: Planeetdrijfwerk Wormen (4.4)

    Planeetdrijfwerk wormen (4.4) Schneckantr..jpg - Voor de oliepeilcontrole de controle-schroef (1) uitdraaien. Het oliepeil is correct wanneer de olie tot aan de onderkant van de controleopening staat of wanneer er een beetje olie uit de opening drupt. Vullen met olie: - Controleschroef (1) en vulschroef (2) uitdraaien.
  • Pagina 158: Aandrijfkettingen Van De Transport-Wormen (4.5)

    Aandrijfkettingen van de transport-wormen (4.5) Onderhoudswerkzaamheden aan de aandrijfkettingen uitsluitend uitvoeren bij uitge- schakelde motor. Controleren van de kettingspanning: - Beide wormen met de hand naar rechts en links draaien. De speling (A) bij de bui- tenomtrek van de wormen dient hierbij 13-15 mm te zijn. Bijspannen van de ketting: - Bevestigingsschroeven (1) losdraaien.
  • Pagina 159: Wormkast (4.6)

    Wormkast (4.6) Oliepeil controleren Het oliepeil is correct wanneer het tus- sen de twee markeringen op de peilstaaf (1) staat. Vullen met olie: - Schroeven (2) van het bovenste dek- sel van de wormkast uitdraaien. - Deksel (3) verwijderen. - Olie bijvullen tot het juiste peil. - Deksel weer monteren.
  • Pagina 160: Buitenlager Wormen

    Buitenlager wormen (4.7 De smeernippel bevindt zich boven op het buitenste wormlager links en rechts van de machine. Deze punten moeten dagelijks (na be- eindiging werk) gesmeerd worden, waardoor in warme toestand (eventueel) het lager gereinigd en gesmeerd wordt. Vet toevoegen met een smeerpistool (6 slagen).
  • Pagina 161: Schroeven En Moeren (5.3)

    Schroeven en moeren (5.3) Schroefverbindingen, vooral van aangedreven wielen, en bevestigingspunten en hy- draulica controleren, evtl. aanhalen. Aanhaalmomenten max. aanhaalmomenten voor schachtschroeven met metrische ISO-schroefdraad 10.9 12.9 Aanhaaldraai- Aanhaaldraai- Aanhaaldraai- Voorspankracht Voorspankracht Voorspankracht moment moment moment (Nm) (Nm) (Nm) 2250 3150 3800 3900...
  • Pagina 162: Accu (6.1)

    Accu (6.1) De onderhoudsvrije accu’s bevinden zich achter de rechter zijklep. Kabelaansluitingen controleren (beves- tiging, accuvet). Bat115.jpg F 35...
  • Pagina 163: Smeermiddelen En Bedrijfsstoffen

    Smeermiddelen en bedrijfsstoffen Gebruik uitsluitend de vermelde smeermiddelen of een bekend merk van dezelfde kwaliteit. Gebruik voor het bijvullen van olie of brandstof uitsluitend reservoirs die van binnen en van buiten schoon zijn. Vulhoeveelheden in acht nemen (zie paragraaf “Vulhoeveelheden”). Een verkeerd olie- of smeermiddelpeil bevordert de slijtage en machineuitval.
  • Pagina 164: Hydraulische Olie

    Hydraulische olie Geprefereerde hydraulische olie: a) Synthetische hydraulische vloeistof op basis van esters, HEES Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Naturelle HF-E46 Panolin HLP SYNTH 46 Esso HE 46 b) Minerale olie-persvloeistoffen Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Tellus Oil 46 Als u in plaats van persvloeistoffen op minerale basis biologisch afbreekbare pers- vloeistoffen wilt gebruiken, dient u contact op te nemen met ons bedrijfsadviesbu- reau!
  • Pagina 165: Vulhoeveelheden

    Vulhoeveelheden Bedrijfsstof Hoeveelheid Brandstoftank Diesel 210 liter Hydraulische olietank Hydraulische olie liter Dieselmotor Motorolie 13,0 liter (met oliefiltervervanging) Pompverdelerdrijfwerk Transmissie-olie 90 liter Schakeldrijfwerk Transmissieolie 90 liter Planeetdrijfwerk Transmissie-olie 220 liter loopwerk Transporteurdrijfwerk Transmissie-olie 220 liter (per zijde) Wormkast Transmissieolie 460 liter Planeetdrijfwerk Transmissieolie 90...
  • Pagina 166: Elektrische Zekeringen

    Elektrische zekeringen Hoofdzekeringen (naast de accu’s) 50 A - F3.1 gehele elektriciteit - F3.2 niet in gebruik Zekeringen in de hoofdzekeringkast (naast de brandstoftank) Smeltveiligheidsbord (2) F5... F7... F45... QSBFuse4_SPS.cdr QSBFuse.tif F5.1 - F5.8 rijaandrijving ASC-regeling startmotor verwarming 1e stopcontact links achter 2e stopcontact links achter / schaalverlichting 2e stopcontact rechts achter 2e stopcontact rechts achter/ schaalverlichting...
  • Pagina 167: Zekeringen Op Het Bedieningspaneel

    Zekeringen op het bedieningspaneel Element3_SPSC.cdr Smeltveiligheidsbord (3) Fuse1.Tif F1.1 - F1.8 verbrandingsmotor / NOODSTOP controlelampjes besturingsmodule A1 / display / spanningstransformator / transporteurbesturing voorzekering slave 1-3 voorzekering slave 4-6 daklicht ( ) afstandsbediening / dwarshelling / voorzekering display ST/VIB EMR-besturingsapparaat F 40...
  • Pagina 168 Smeltveiligheidsbord (4) Fuse1.Tif F2.1 - F2.8 Knipperlichten, lang werkend Claxon, knipperlichten Voetrem Groot licht Dimlicht rechts Dimlicht links Parkeerlicht rechts, instrumentverlichting Parkeerlicht links F 41...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Df 135 p

Inhoudsopgave