Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrading
De paragraaf beschrijft hoe het regelpaneel, BPI-bus-
perifere en diverse beveiligingsapparaten kunnen wor-
den bedraad.
Elke bedradingsschema verwijst naar een specifiek
type
apparaat
(BPI-busperifere,
meldapparaten).
+
Gebruik een afgeschermde kabel voor alle aanslui-
tingen, met één uiteinde op negatief aangesloten
en het andere zwevend.
!
Het einde van de gevlochten geleider mag niet
gesoldeerd zijn op plaatsen waar het onder
druk kan komen te staan.
!
Het netsnoer moet voldoen aan de voorschrif-
ten voor dubbele of versterkte isolatie.
+
Gebruik een zelfklevende kabelklem om de bedra-
dingen te bevestigen aan de aansluitblokken.
De elektrische schema's tonen een aantal talrijke
oplossingen op maat die dit systeem te bieden heeft.
Informatie over elektrische schema's De plaatsen
van de aansluitpunten in de elektrisch schema's kun-
nen verschillen van die van het blok.
Ø De aansluitpunten van de zone behoren bij het regel-
paneel, de bedieningspanelen of de ingangs-/uit-
gangsuitbreider;
Ø De uitgangsaansluitpunten van de zone behoren bij
het regelpaneelof de ingangs-/uitgangsuitbreider;
Ø De ingangszone en de open-collector uitgangsaan-
sluitpunten (in het elektrische schema's) kunt u vin-
den op het hoofdtoestel of uitbreiders;
Ø Alleen de noodzakelijke aansluitpunten voor de aan-
sluiting worden weergegeven in de elektrische
schema's.
Paneel
Figuur 10 Het aansluiten van het voedingsstation.
ABSOLUTA
detectors
BPI-
BPI-
apparaat
apparaat
BPI-
Voedingsstation
apparaat
Voedingsstation
apparaat
INSTALLEREN
Het aansluiten van BPI-busapparaten
De BPI-bus ondersteunt de volgende apparaten:
Ø LCD-Bedieningspanelen
Ø Touch-toetsenpanelen
Ø Sleutellezers
Ø Ingangsuitbreiders
en
Ø Uitgangsuitbreiders
Ø Voedingsstations
Het maximaal aantal ondersteunde apparaten is af-
hankelijk van het type regelpaneel, zoals weergegeven
in Tabel 1 op pagina 6.
Elektrische aansluitingen De BPI-busapparaten moe-
ten parallel aangesloten zijn op aansluitpunten [+], [C], [R],
[–] op het hoofdtoestel, zoals weergegeven in Figuur 9.
Het voedingsstation bestaat uit twee groepen aansluitpunten
voor de BPI-busaansluiting: de BPI-IN groep — voor het voe-
dingsstation; en de BPI-OUT groep — voor de BPI apparaten
die stroomafwaarts aangesloten zijn op het voedingsstation.
De twee groepen aansluitpunten zijn elektrisch ge-
ïsoleerd, waardoor alle stroomafwaarts aangesloten
kabels en apparaten van het voedingsstation niet het
regelpaneel BPI-bus laden.
Raadpleeg voor meer informatie de folder Instructies
voor het voedingsstation.
+
Slechts één voedingsstation kan worden aang-
esloten op elke aftakking van het regelpaneel
BPI-bus (zie Figuur 10).
Adressen toewijzen U moet een adres toekennen
aan elk van de BPI-busapparaten. Met het toegewezen
adres kan het regelpaneel één apparaat van het ander
onderscheiden. Randapparaten zijn in categorieën
verdeeld: Bedieningspanelen, lezers, ingangs-/uit-
gangsuitbreiders en voedingsstations.
Apparaten van hetzelfde type (bijv. twee lezers) moe-
ten verschillende adressen hebben.
Apparaten van verschillende typen (bijv. een bedie-
ningspaneel en een lezer) zijn intrinsiek verschillend,
en kunnen dus hetzelfde adres hebben. De BPI-bus-
perifere adressen kunnen in willekeurige volgorde wor-
den toegewezen.
Voedingsstation
BPI-
apparaat
BPI-
Voedingsstation
BPI-
BPI-
apparaat
apparaat
BPI-
BPI-
apparaat
apparaat
BPI-
apparaat
Ja
Ja
NEE
27
Advertenties
Inhoudsopgave
