Geleidingsbussen, Dempingskleppen
4 Kegelvormmanchet (32) van de dakvormmanchettengroep
uit de set RGL of RKL nemen. Deze manchet over de
zuigerstang schuiven en in de geleidingsbus drukken (zie
afb. 2). Daarna afwisselend vezelversterkte en nitrile
dakvormmanchetten (31) monteren. Zijn alle
dakvormmanchetten gemonteerd dan de drukring (30) met
de hoekprofielzijde tegen de laatste manchetafdichting
drukken en de PTFE-steunring (33) aanbrengen.
5
De wiperseal (28) met lip naar buiten in de buitenste groef
van de geleidingsbushouder (1) monteren. De draagring
(29) licht samendrukken en in de uitsparing van de houder
monteren.
6 Controleer of afdichtingen correct in de geleidings-
bushouder gemonteerd zijn en smeer alle delen met het
toegepaste hydrauliekmedium.
7 Complete houder over de zuigerstang heen tegen
cilinderkop aan schuiven.
8 Geleidingsbushouder met buitenschroefdraad in de
cilinderkop draaien en met een geschikte stiftsleutel
vastdraaien. Houder met flensaansluiting wordt met
inbusbouten bevestigd. Zie aandraaimoment op blz. 2.
De afdichtingen in de geleidingsbus zijn drukgeactiveerd,
waardoor instelling overbodig is.
Onderhoud aan de dempingsklep
Afbeelding 4
MMA cilinders zijn voorzien van dempingskleppen in
patroonvorm. Bij lekkage aan deze klep dient de gehele patroon
vervangen te worden. In de vervangingsset bevindt zich tevens
een nieuwe afdichtingsring.
Demontage
Dempingskleppatroon eruit draaien en de schroefdraad alsook
het dichtingsvlak voor de afdichtingsring schoonmaken.
18
Afbeelding 4: dempingsklep
Montage
Afdichtingsring (16) op de patroon schuiven.
Patroonschroefdraad licht smeren. Daarna de patroon, met het in
de tabel aangegeven aandraaimoment, vastdraaien. Het
dempingseffect kan met de inbusschroef (18) worden beïnvloed.
Hiervoor dient eerst de contramoer (19) te worden losgedraaid
en na instelling weer vastgedraaid.
Hydraulics
19
17
16
MMA-Onderhoudshandleiding
Onderhoud aan de terugslagklep
Afbeelding 5
Bij lekkage aan de terugslag, deze in zijn geheel verwijderen.
Een vervangingsset bevat ook een nieuwe afdichtingsring.
Abfeelding 5: dempings-terugslagklep
Demontage
Plug (8) en kogel verwijderen. Schroefdraad en het
dichtingsvlak voor de afdichtingsring reinigen.
Montage
Afdichtingsring (7) op de plug aanbrengen en de
plugschroefdraad licht smeren. Nieuwe kogel (6) aanbrengen en
plug met afdichtingsring monteren. Aandraaimoment volgens
tabel blz. 2
Onderhoud aan de zuigerafdichtingen
Bij een cilinderrevisie dienen altijd de zuigerafdichtingen en de
O-ringen (9) met hun steunringen (10) te worden vervangen. De
O-ringen en steunringen bevinden zich in de afdichtingssets PH
en PL of kunnen als vervangingsset CB worden besteld.
Verwijderen en inspectie
Afbeeldingen 1,6 en 7
Indien de zuigerafdichtingen slijtage vertonen, dan zijn in de
meeste gevallen ook de stangafdichtingen aan vervanging toe.
Is bij de cilinderrevisie dit onderhoud aan de geleidingsbus
nodig dan dient de geleidingsbus weliswaar te worden
losgenomen zoals aangegeven op blz. 3, maar nog in de
cilinderkop te blijven. De geleidingsbus zorgt tijdens de
cilinderdemontage voor geleiding van de zuigerstang.
Demontage van de cilinder bij revisie
1 Inbusbouten (21) waarmee het cilinderkopgedeelte aan de
voorflens bevestigd is, losdraaien en het cilinderkopgedeelte
inclusief de geleidingsbuscombinatie van de zuigerstang af
schuiven. Het geleidingsbusgedeelte kan nu gedemonteerd
en gereviseerd worden zoals beschreven op blz. 3. O-ring
(9) en steunring (10) uit de groef van de cilinderkop
verwijderen en alle delen grondig schoonmaken.
2 Inbusbouten (21) waarmee het cilinderbodemgedeelte aan
de achterflens bevestigd is, losdraaien en de cilinderbuis
scheiden van de cilinderbodem. O-ring (9) en steunring (10)
uit de groef van de cilinderbodem verwijderen en alle delen
grondig schoonmaken.
3 Zuigerstang met zuiger uit de buis trekken. Let erop dat de
zuigerstang niet beschadigd wordt door het buisuiteinde.
4
8
7
6
Parker Hannifin BV
Cilinder Divisie
Oldenzaal