Opslag
5 Herhaal stap 4 voor het buitenste zuigerdeel (26) en schuif
daarna de draagring (42) op het buitenste zuigerdeel (zie
afb. 7). Let erop dat de afdichtingen en de draagring tijdens
de montage op hun plaats blijven. Het buitenste zuigerdeel
op de zuigerstang schuiven en met een stifsleutel
vastdraaien.
6 Boor een nieuw borgstiftgat tussen zuiger en zuigerstang en
monteer de borgstift (27). Als extra zekerheid stifteinde wat
uitpletten.
7 Zuiger en cilinderboring met het toegepaste hydrauliek-
medium smeren. De zuiger in de boring schuiven. Erop
letten dat, bij het inschuiven van de zuiger, de naar binnen
gerichte lippen van de dakvormmanchetten niet verdraaien.
Cilinder Montage Afbeeldingen 1, 6 en 7
De cilinder wordt als volgt samengebouwd:
1 Wanneer ook de cilinderbuis vervangen wordt, de kop- en
bodemflens over hun volle breedte op de buis draaien.
2 Bij de montage beginnen met de cilinderbodem. O-ring (9)
en steunring (10) licht smeren en zonder verdraaien in de
bodemgroef drukken. De cilinderbuis, waarin zich reeds de
zuiger/stangcombinatie bevindt, wordt nu met een wat
wrikkende beweging, tot aan de aanslagrand over de O-ring
gedrukt. Nu de flens op de cilinderbodem monteren, door
het diagonaalgewijze vastdraaien van de inbusbouten (21),
zie aandraaimoment op blz. 2.
3 Indien ook de geleidingsbus gereviseerd is, dan wordt deze
weer overeenkomstig de montage- aanwijzingen op blz. 3
en 4 gemonteerd. In dit stadium is het voldoende de
geleidingsbushouder handvast aan te draaien. Bij het
schuiven van de kop/geleidingsbuscombinatie over de
stangschroefdraad kan een lichte draaibeweging
beschadiging van de afdichtingen voorkomen. Het
omwikkelen van de schroefdraad met tape kan eveneens
beschadiging voorkomen.
4 Na licht smeren achtereenvolgens de O-ring (9) en de
steunring (10) in de cilindergroef aanbrengen.
Geleidingsbus en afdichtingen smeren en de kop/
geleidingsbuscombinatie op de zuigerstang schuiven.
Hierbij beschadigingen van de dichtingslippen vermijden.
Cilinderkopgroep over de zuigerstang tegen de cilinderbuis
aanschuiven. Met een zachte hamer op de koprand tikken,
totdat de kop tegen het cilinderbuiseinde aanligt. Nu kan de
kopflens op de cilinderkop gemonteerd worden door het
diagonaalgewijze vastdraaien van de inbusbouten. Zie
aandraaimoment op blz. 2.
5 Indien ook de geleidingsbusgroep gereviseerd is, dan is
deze nog handvast aangedraaid (stap 3). Geleidings-
bushouder wordt nu met een stiftsleutel in de cilinderkop
vastgedraaid (geleidingsbushouder met schroefdraad)
ofwel met inbusbouten (34) bevestigd.
Hydraulics
MMA-Onderhoudshandleiding
Opslag
Wanneer de cilinder vóór de inbedrijfname opgeslagen moet
worden dan dienen de volgende voorzorgsmaatregelen te
worden getroffen:
1 Cilinder dient in verticale positie met de zuigerstang naar
boven te worden geplaatst.
2 Cilinder vullen met een corrosiewerend middel. Vóór de
ingebruikneming moet de cilinder, met het toe te passen
hydraulische medium, grondig gespoeld worden.
Indien de cilinder langer dan vijf jaar is opgeslagen geweest,
dan dienen vóór gebruik alle afdichtingen vervangen te worden.
Reparaties
Voor meer informatie of reparaties kunt u contact opnemen met:
Parker Hannifin B.V.
Postbus 340
7570 AH Oldenzaal
Tel. 0541 - 585000
Fax 0541 - 585459
6
6
Parker Hannifin BV
Cilinder Divisie
Oldenzaal