3 Aanwijzingen voor de installateurs
Installatievereisten
Voor een correcte installatie zijn de volgende vereisten te garanderen:
• montage in overeenstemming met de algemene en plaatselijk geldende veiligheids- en
installatievoorschriften van o.a. de elektriciteitsmaatschappij en in overeenstemming met de bepalingen
van deze gebruikershandleiding;
• buitenmuur met afgewerkte wanddikte van ten minste 335 mm;
• voldoende ruimte voor de voorwerpen en onderhoudswerkzaamheden (telkens minstens 10 cm aan
retourluchtzijde, 20 cm aan toevoerluchtzijde en 70 cm aan frontzijde) gemeten vanaf de
behuizingoppervlakken in ingebouwde toestand;
• aanbevolen aanzuigopening van de buitenlucht op > 1 m van de grond, maar ten minste in een
aanzuigzone van schone lucht;
• voeding 230 VAC, 50-60 Hz voor vaste apparatuur.
Transport en verpakking
Ga tijdens het transport en het uitpakken van de ComfoSpot 50 voorzichtig te werk. De ventilatie-unit met
gemonteerde binnenkap en de buitenkap zijn verpakt in een transportveilige doos.
De verpakking niet beschadigen of afvoeren vóór de definitieve inbouw van de ventilatie-unit.
Controle van de levering
Neem onmiddellijk contact op met de leverancier indien u schade of ontbrekende stukken op het geleverde
product vaststelt. De levering bevat:
• ComfoSpot 50 met geïntegreerde CO
• Buitenkap inclusief montageset
• Bedienings- en montagehandleiding
• Productetiketten met energie-efficiëntielabel
Montage
Algemene montage-aanwijzingen
De ComfoSpot 50 is uitsluitend voorzien voor montage in een buitenwand, waarbij de zijdelingse
luchtdoorlaatopeningen zich verticaal aan de binnenzijde moeten bevinden en het kartelwiel voor de
klepverstelling zich rechts moet bevinden. Voor de opname van de ventilatie-unit moet vooraf een mantelbuis
in de buitenmuur worden ingebouwd, de werkwijze voor de inbouw van de wandinbouwbuis is beschreven in
de bijgesloten montage-instructies.
Bij het plannen van de montageplek is het belangrijk op te merken dat voor de goede werking
een vrije ruimte van 10 cm aan de retourluchtzijde en van 20 cm aan de toevoerluchtzijde
aanwezig moet zijn. Voor onderhoudswerkzaamheden is een afstand van 70 cm aan de
voorzijde van de unit na te leven!
De unit heeft een IP11 beschermingsgraad en mag in vochtige ruimtes alleen buiten de
beschermde omgevingen van zones 1 en 2 volgens DIN 57100/VDE 100 deel 701 worden
geïnstalleerd!
Montagevoorbereidingen
Vóór de installatie van de ventilatie-unit moet al een bijpassende mantelbuis op de voorziene montageplek in
de buitenmuur zijn ingebouwd en exact aansluitend aan de afmetingen van de afgewerkte wandconstructie
zijn aangepast.
-vocht-sensormodule inclusief montageset
2
17