Hoofdstuk 5
a. Selecteer Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A530 series de geselecteerde printer is.
c. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
Opmerking De wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor
printer opent kan van programma tot programma verschillen.
Mac-gebruikers
a. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A530 series de geselecteerde printer is.
c. Kies het deelvenster Printerfuncties.
5. Schakel het selectievakje Zonder rand uit als het is ingeschakeld.
6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK
(Windows) of Afdrukken (Mac OS).
Briefkaarten afdrukken
Richtlijnen
•
Gebruik alleen kaarten en klein afdrukmateriaal die voldoen aan de
printerspecificaties van het papierformaat. Zie
voor meer informatie.
•
Overschrijd de capaciteit van de papierlade niet wanneer u papier in de printer plaatst.
Zie
"Printerspecificaties" op pagina 59
Briefkaarten afdrukken
1. Controleer of de printer aan staat.
2. Plaats geschikt papier voor de huidige afdruktaak. Zie
op pagina 15
3. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
4. Volg de stappen voor uw besturingssysteem.
Windows-gebruikers
a. Selecteer Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A530 series de geselecteerde printer is.
c. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
Opmerking De wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor
printer opent kan van programma tot programma verschillen.
Mac-gebruikers
a. Kies Bestand en vervolgens Afdrukken.
b. Controleer of de HP Photosmart A530 series de geselecteerde printer is.
c. Kies het deelvenster Printerfuncties.
5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de soort papier die u hebt geladen.
6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK
(Windows) of Afdrukken (Mac OS).
30
Afdrukken vanaf een computer
voor meer informatie.
"Printerspecificaties" op pagina 59
voor meer informatie.
"Het papier plaatsen"