Bedieningshandleiding
Veiligheidsfotocellen
2.8.2 Veiligheidsmodus met herstartblokkering
In de bedrijfsmodus herstartblokkering blijven de
veiligheidsschakeluitgangen (OSSD) na het inschakelen van de
bedrijfsspanning of na een onderbreking van het veiligheidsveld
in UIT toestand
De BWS schakelt de OSSD pas in AAN toestand als met een
bedienorgaan (drukknop) een signaalimpuls met een duur van
100 ms < T < 1500 ms geactiveerd wordt aan de ingang "Vrijgave"
Der ontvanger toont de bereidheid tot vrijgave door een geel signaal
in de signaaleindkap Als het veiligheidsveld niet vrij is, blijft de
signaallamp rood
De BWS schakelt over naar instelmodus, als bij het
inschakelen van de bedrijfsspanning de vrijgaveknop minstens
2 seconden ingedrukt wordt, zie hoofdstuk Instelmodus
Het bedienorgaan (vrijgaveknop) moet buiten de
gevarenzone aangebracht worden De gebruiker moet
een overzicht over de gevarenzone hebben
Aanduiding
Signaallamp
Status
Rood
UIT toestand
(veiligheidsveld onderbroken, OSSD-signaal Low)
Groen
AAN toestand (OSSD signaal High)
Geel
Herstartblokkering actief, SLB verwacht vrijgavesignaal
2.8.3 Parametrering
Met de bedrijfsmodus Parametrering kan een individuele aanpassing van
de bedrijfsparameters aan de zender en ontvanger uitgevoerd worden
Mogelijke opties zijn:
Nr.
Optie
Beschrijving
P1
actief / niet actief Straalcodering 1 (reactietijd 10 ms)
P2
actief / niet actief Straalcodering 2 (reactietijd 14 ms)
P3
actief / niet actief Straalcodering 3 (reactietijd 18 ms)
P4
actief / niet actief Straalcodering 4 (reactietijd 22 ms)
P5
actief / niet actief Straalcodering 5 (reactietijd 7 ms)
P6
actief / niet actief actief = herstartblokkering
niet actief= automatische modus
P7
actief / niet actief Regeling van de verwarming:
Alleen bij de SLB440-H-EH met
geïntegreerde verwarming
Straalcodering 5 mag uitsluitend gebruikt worden als er geen
andere SLB parallel gebruikt wordt
De reactietijd van het systeem verandert afhankelijk van
de gekozen straalcodering
De veiligheidsafstand moet dienovereenkomstig worden
aangepast Zie hoofdstuk Reactietijd
Parametrering met adapterkabel KA-0977
• Schakel de voedingsspanning uit
• Sluit de adapterkabel KA-0977 op het toestel aan
• Houd de geïntegreerde toets ingedrukt en schakel de
voedingsspanning in U kunt de toets loslaten zodra de aanduiding
van de ontvanger verandert van rood naar geel of de aanduiding van
de zender van blauw naar geel
• De BWS staat nu in instelmodus De signaalsterkte wordt aan
de ontvanger door impulsen of het permanent branden van de
gele LED weergegeven
• Om naar de parametrering over te schakelen moet u kort
(100 ms < T < 1500 ms) op de toets drukken
4
• Nu wordt de status van parameter P1 getoond Daarbij knippert
de signaallamp een maal cyaan (parameter is actief) of magenta
(parameter is niet actief)
• Druk kort op de toets om naar de volgende parameter te gaan
Het aantal impulsen geeft het parameternummer weer, de kleur geeft
de parameterstatus aan (cyaan = actief, magenta = niet actief)
• Druk lang op de toets (2,5 seconden < T < 6 seconden) om de status
van de huidige parameter van ACTIEF naar NIET ACTIEF of van
NIET ACTIEF naar ACTIEF te veranderen en op te slaan Tijdens het
drukken van de toets verandert de aanduiding na 1,5 seconden in de
kleur van de huidige status, met een lange druk op de knop van
T > 2,5 seconden wordt de kleur van de nieuwe status weergegeven
Nu kunt u de toets loslaten om op te slaan Als u de toets langer dan
6 seconden indrukt, verdwijnt de aanduiding en wordt de verandering
niet opgeslagen
• Om de bedrijfsmodus parametrering te verlaten, schakelt
u de voedingsspanning uit en herstelt u de oorspronkelijke
aansluitconfiguratie
Met de adapterkabel KA-0977 kunnen zender en ontvanger
tegelijkertijd geconfigureerd worden
De parameter P6 Herstartblokkering is nu actief aan de
ontvanger
Parametrering zonder adapterkabel KA-0977
Alternatief voor de adapterkabel kan de aansluiting van een drukknop
als volgt worden uitgevoerd:
Aansluitschema
zender
2
3
1
+ 2 4 V D C
0 V D C
2.8.4 Zelftest
De BWS voert na het inschakelen van de bedrijfsspanning binnen
de 2 seconden een zelftest uit In geval van een storing wordt de BWS
in UIT toestand vergrendeld en geeft hij een status weer (zie hoofdstuk
Foutdiagnose)
Na een geslaagde zelftest schakelt de BWS in AAN toestand als het
veiligheidsveld vrij is (bedrijfsmodus automatisch)
In werking voert het systeem een cyclische zelftest uit Veiligheidsrelevante
fouten worden binnen de reactietijd herkend en leiden tot de vergrendeling
in UIT toestand en het weergeven van een statusmelding
NL
SLB440
Aansluitschema
ontvanger
4
2
4
3
+ 2 4 V D C
0 V D C
1
5