Als u een stilstaand beeld maakt van een onderwerp
z
waarop u moeilijk kunt scherpstellen
Scherpstellings-
indicator
z brandt
brandt
brandt
z knippert
• Het zal misschien moeilijk scherpstellen zijn in de volgende situaties:
– Het is donker en het onderwerp is ver weg.
– Er is maar weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
– Het onderwerp is zichtbaar door glas heen.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Het onderwerp reflecteert licht, bijvoorbeeld een spiegel, of heeft glimmende oppervlakken.
– Het onderwerp knippert.
– Het onderwerp wordt van achteren belicht.
Achtergrond onscherp maken
(Slim automatisch) biedt u de mogelijkheid gemakkelijk de achtergrond onscherp te
maken zodat het onderwerp op de voorgrond komt.
U kunt het effect van het onscherp maken controleren op de LCD-monitor.
1 Druk op het midden van het instelwiel.
2 Maak de achtergrond onscherp door het instelwiel te draaien.
: Omhoog draaien als u meer scherpte wilt
: Omlaag draaien als u meer onscherpte wilt
Druk op [Terug] als u de oorspronkelijke status wilt herstellen.
Wanneer de camera niet automatisch op het onderwerp kan
scherpstellen, knippert de scherpstellingsindicator. Maak
opnieuw een compositie van de opname of kies een andere
instelling voor het scherpstellen.
Scherpstellingsindicator
Status
Scherpstelling vergrendeld.
Scherpstelling is bevestigd. Het scherpstelpunt beweegt doordat
het een bewegend onderwerp volgt.
Nog bezig met scherpstellen.
Kan niet scherpstellen.
NL
25
Vervolg r