Slim automatisch
De camera analyseert het onderwerp en biedt u de mogelijkheid een opname te maken
met de juiste instellingen.
1 MENU t [Opn.modus] t [Slim automatisch].
2 Richt de camera op het onderwerp.
Wanneer de camera de scène herkent, verschijnen het
pictogram van Scèneherkenning en aanwijzingen op het
scherm.
De camera herkent
statief),
(Nachtportret),
(Portret m. tegenlicht),
(Landschap),
(Macro),
(Duister) of
(Kind).
Opmerkingen
• [Flitsfunctie] is ingesteld op [Automatisch flitsen] of [Flitser uit].
• U kunt ook een opname maken als de camera de scène niet heeft herkend.
• Wanneer [Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Uit], worden de scènes [Portretopname], [Portret m.
tegenlicht], [Nachtportret] en [Kind] niet herkend.
(Nachtscène),
(Nachtscène m.
(Tegenlichtopname),
(Portretopname),
(Spotlight),
Pictogram en aanwijzingen
Scèneherkenning
Vervolg r
NL
61