3
Stel scherp en fotografeer het
onderwerp.
Het diafragma wordt automatisch
aangepast om de juiste belichting te
verkrijgen.
• Wanneer de camera oordeelt dat de
juiste belichting niet kan worden
verkregen met de geselecteerde
sluitertijd, knippert de
diafragmawaarde. Als dit gebeurt, stelt
u de sluitertijd opnieuw in.
Opnametechnieken
• Als de sluitertijd langer wordt, gebruikt u een statief.
• Voor het opnemen van een binnensport, gebruikt u een hogere ISO-
gevoeligheid.
Opmerkingen
• De
(camerabeweging)-indicator wordt niet afgebeeld in de functie
[Sluitertijdvoorkeuze].
• Hoe hoger de ISO-gevoeligheid, hoe opvallender de ruis.
• Wanneer de sluitertijd 1 seconde of meer is, wordt na de opname ruisonderdrukking
(NR lang-belicht) uitgevoerd gedurende dezelfde tijdsduur waarin de sluiter
geopend was. U kunt niet opnemen tijdens ruisonderdrukking.
• Druk op de -knop wanneer u opneemt met gebruikmaking van de flitser. Echter,
als u de flitser gebruikt en het diafragma sluit (een hoger F-getal instelt) door de
sluitertijd langer te maken, zal het licht van de flitser een onderwerp op grote afstand
niet bereiken.
Handm. belichting
Deze functie is geschikt voor
Opnemen met de gewenste belichtingsinstelling door zowel de sluitertijd als het
z
diafragma te veranderen.
De opnamefunctie selecteren
Diafragma (F-getal)
105