7.5.2 Automatisch uitrichten (Auto Alignment)
Houd de ontvangerzijde van de PRA 35 op de gewenste
uit te richten plaats en in de richting van de PR 35 en
druk de toets 'Automatisch uitrichten' in.
Nu start het uitrichtproces van het laservlak. Gedurende
het uitrichtproces klinkt een voortdurend akoestisch sig-
naal.
U kunt de richting van het zoekproces wijzigen door de
toets "Automatisch uitrichten" in te drukken.
Een dubbele klik volstaat om het uitrichtproces af te
breken.
Zodra de laserstraal op het ontvangstveld van de PRA 35
schijnt, wordt de straal naar de markeerkerf (referentie-
vlak) bewogen.
Nadat de positie bereikt is (markeerkerf gevonden) klinkt
een kort signaal, dat het einde van het proces aangeeft.
7.6 Werken met hellingen
AANWIJZING
Voor optimale resultaten is het nuttig de uitrichting van
de PR 35 te controleren. Dit gebeurt het beste door
2 punten, ieder 5 m links en rechts van het apparaat,
maar parallel op de apparaatas, te kiezen. De hoogte van
het genivelleerde horizontale vlak markeren, dan na de
hellingshoek de hoogten markeren. Alleen wanneer deze
hoogten op beide punten identiek zijn, is de uitrichting
van het apparaat geoptimaliseerd.
7.6.1 Opstellen
AANWIJZING
De hellingshoek kan handmatig, automatisch of met be-
hulp van de hellingadapter PRA 76/78 worden ingesteld.
1.
Monteer, indien nodig, het apparaat bijv. op een
statief.
2.
Richt het apparaat met behulp van de doelkerf op
de kop van de PR 35 parallel aan het hellende vlak
uit.
3.
Druk de aan/uit‑toets minstens 8 seconden in tot de
oranje LED brandt.
4.
Zodra de automatische nivellering afgerond is, wordt
de laserstraal ingeschakeld en kan de PRA 35 wor-
den gekanteld.
7.6.2 Hellingshoek handmatig instellen
Druk de richtingtoetsen (omhoog/omlaag) op de
afstandsbediening van de PRA 35 in. Druk de pijltoetsen
lang in om de waarden sneller te veranderen.
De LED-aanduiding van de PRA 35 geeft de hellingshoek
aan.
Wanneer 3 seconden lang geen toets wordt ingedrukt,
wordt de laatst weergegeven helling in het apparaat
ingesteld.
7.6.3 Hellingshoek automatisch instellen
AANWIJZING
Voorwaarde voor de automatische hellingshoek is een
laserontvanger PRA 35 en een geactiveerde hellings-
hoekmodus.
Kantel de laser zoals in punt 7.5.2 beschreven, maar nu
langs het hellend vlak.
7.6.4 Optioneel elektronisch uitrichten
Na het uitrichten van de helling (zoals hierboven be-
schreven) kan het uitrichten van de PR 35 door het
gepatenteerde Hilti elektronisch uitrichten worden geop-
timaliseerd.
1.
Positioneer de PRA 35 centraal aan het einde van
het hellend vlak tegenover de PR 35. U kunt hem
zelf vasthouden of met de PRA 80 fixeren.
2.
Schakel de PRA 35 in.
3.
Activeer het elektronisch uitrichten van de PR 35
door de pijltoets "naar links" in te drukken.
4.
Wanneer de LED's "schok" en "helling" knipperen
ontvangt de PRA 35 geen laser van de PR 35.
5.
Wanneer de LED's "schok" en "controle" knipperen,
de PR 35 linksom verdraaien.
6.
Wanneer de LED's "helling" en "controle" knipperen,
de PR 35 rechtsom verdraaien.
7.
Wanneer de LED controle knippert, is het uitrichten
geslaagd.
8.
Beëindig de elektronische uitrichtmodus door de
pijltoets "naar rechts" in te drukken.
7.6.5 Hellingshoek met behulp van de
hellingadapter PRA 76/78 instellen
AANWIJZING
De hellingadapter moet correct tussen het statief en het
apparaat gemonteerd zijn (zie handleiding in het appa-
raat).
7.7 Controle
De functie "controle" controleert regelmatig of een uit-
gericht vlak (verticaal, horizontaal of hellend) verschoven
is (bijv. door trilling). Is dit het geval, dan wordt het ge-
projecteerde vlak naar het 0-punt (d.w.z. de markeerkerf
van de PRA 35) terug uitgericht (zolang het binnen het
ontvangstveld blijft). Het werken met de controlefunctie
vereist een PRA 35. Wordt de laserstraal gecontroleerd,
dan kan nog een laserontvanger voor de detectie van de
laserstraal worden gebruikt.
1.
De voorbereiding van de activering van de con-
trolefunctie komt in grote lijnen overeen met de
voorbereidingen voor het automatisch uitrichten.
2.
Positioneer het apparaat op het gewenste uitgangs-
punt 1 en schakel het in.
3.
Positioneer en fixeer de PRA 35 laserontvanger op
het oriëntatiepunt (punt 2) van de as. Het apparaat
(punt 1) en de PRA 35 (punt 2) vormen nu anker-
punten van een vlak. Hierbij in acht nemen dat de
markeerkerf van de PRA 35 zich exact op de hoogte
bevindt waar de rotatielaser later de laserlijn resp.
de laserpunt moet projecteren. Het rode laseront-
vangstveld van de PRA 35 moet daarbij naar de
rotatielaser gericht zijn.
nl
101