4.
Tussen de rotatielaser en de laserontvanger PRA 35
mogen zich geen obstakels bevinden die de commu-
nicatie kunnen verstoren. Glas en andere lichtdoor-
latende materialen storen ook het contact tussen de
beide apparaten, net als reflecties van ruiten.
5.
Schakel de PR 35 en de PRA 35 in. De controle-
functie wordt geactiveerd door dubbelklikken op de
toets 'Controlemodus' op de PRA 35.
Nog een klik kan de zoekrichting wijzigen, een dub-
bele klik beëindigt de controlemodus.
6.
Het systeem staat nu in de controlemodus. De func-
tie wordt op het display van de PRA 35 aangegeven.
7.
Met regelmatige intervallen wordt automatisch ge-
controleerd of het laservlak verschoven is. Bij een
verschuiving wordt het vlak weer op het marke-
ringsvlak verschoven, wanneer dit mogelijk is. Ligt
het markeringsvlak buiten het nivelleringsbereik van
nl
±5° of is het directe zichtcontact tussen rotatiela-
ser en laserontvanger voor langere tijd geblokkeerd,
dan volgt een storingsmelding.
8 Verzorging en onderhoud
8.1 Reinigen en drogen
1.
Stof van de lenzen wegblazen.
2.
Het glas niet met de vingers aanraken.
3.
Alleen met schone en zachte doeken reinigen; zo
nodig met zuivere alcohol of wat water bevochtigen.
AANWIJZING Door te ruw schoonmaakmateriaal
kan het glas bekrast raken en de nauwkeurigheid
van het apparaat nadelig worden beïnvloed.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten.
4.
Bij de opslag van uw uitrusting dient u zich te houden
aan de temperatuurlimieten. Dit is met name van
belang in de winter / zomer, wanneer u de uitrusting
in een voertuig bewaart (‑30 °C tot +60 °C).
8.2 Opslaan
Apparaten die nat zijn geworden, dienen te worden uit-
gepakt. Apparaten, transportcontainers en accessoires
moeten worden gedroogd (bij hoogstens 40 °C / 104 °F)
en gereinigd. De apparatuur pas weer inpakken als alles
helemaal droog is.
Voer wanneer de apparatuur gedurende langere tijd is
opgeslagen of getransporteerd vóór gebruik een contro-
lemeting uit.
Verwijder voor langere opslagtijden de batterijen uit het
apparaat. Lekkende batterijen kunnen het apparaat be-
schadigen.
Bewaar het apparaat droog en in de Hilti-koffer.
102
7.8 Naar de standaardmodus terugkeren
Om naar de standaardmodus, horizontaal werken,
300/min, terug te keren, moet het apparaat worden
uitgeschakeld en weer opnieuw ingeschakeld.
7.9 Slaapmodus
In de slaapmodus kan de PR 35 stroom besparen. De
laser wordt uitgeschakeld en zo wordt de levensduur van
de accu verlengd.
Activeer de slaapmodus door de slaapmodustoets op de
PRA 35 in te drukken.
Deactiveer de slaapmodus door nogmaals de slaapmo-
dustoets op de PRA 35 in te drukken.
Controleer na het weer activeren van de PR 35 de la-
serinstellingen, om de nauwkeurigheid van het werk te
waarborgen.
7.10 Werken met de doelplaat
De doelplaat verhoogt de zichtbaarheid van de laser-
straal. Vooral bij veel licht of waar er ook maar meer
zichtbaarheid gewenst is wordt de doelplaat toegepast.
Beweeg daartoe eenvoudigweg de doelplaat door de ge-
projecteerde laserstraal. Het materiaal van de doelplaat
verhoogt de zichtbaarheid van de laserstraal.
8.3 Transporteren
Gebruik voor het transport of de verzending van uw
uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een
gelijkwaardige verpakking.
ATTENTIE
Het apparaat altijd zonder batterijen/accu-pack ver-
sturen.
8.4 Hilti Kalibratieservice
Wij raden aan uw apparatuur regelmatig te laten controle-
ren door de Hilti Kalibratieservice om de betrouwbaarheid
conform de normen en wettelijke eisen te kunnen garan-
deren.
De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw be-
schikking; het wordt echter aanbevolen om de kalibratie
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd
dat de specificaties van het gecontroleerde apparaat op
de dag van keuring overeenkomen met de technische
gegevens van de handleiding.
Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens worden de ge-
bruikte meetapparaten weer opnieuw ingesteld. Na ijking
en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat
aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk
bevestigd dat het apparaat conform de fabrieksgege-
vens werkt.
Bedrijven die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn, heb-
ben altijd een kalibratiecertificaat nodig.