●
Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
●
De kleuren van RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
●
De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt,
kan licht afwijken van die van de beelden die zijn opgenomen
met de functie My Colors ( = 83).
●
U kunt deze instelling ook configureren door op een optie
te tikken om deze te selecteren op het scherm in stap 3
en vervolgens nogmaals hierop te tikken.
De helderheid van het beeld corrigeren
(i-Contrast)
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan
dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla
het beeld vervolgens op als een apart bestand.
1
Selecteer [i-Contrast].
Druk op de knop [
z
[i-Contrast] op het tabblad [
( = 31).
2
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
z
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
Foto's
Films
] en kies
3]
].
3
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
z
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
4
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
Volg stap 2 in "Het formaat van beelden
z
wijzigen" ( = 122).
Druk op de knop [
z
in "Het formaat van beelden wijzigen"
( = 122).
●
Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
●
Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
●
RAW-beelden kunnen niet op deze manier worden bewerkt.
●
Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt,
probeert u de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
●
U kunt deze instelling ook configureren door op [ ][ ] op het
scherm bij stap 3 te tikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
].
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
] en volg stap 3
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
125