De camera testen
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen
te maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
1
Schakel de camera in.
Druk op de ON/OFF-knop.
z
Het opstartscherm wordt weergegeven.
z
2
Open de modus [
Stel het programmakeuzewiel in
z
op [
].
Richt de camera op het onderwerp.
z
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus voor
z
composities en de beeldstabilisatiemodus
aanduiden worden linksboven in het
scherm weergegeven.
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
z
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
Foto's
Films
].
3
Kies de compositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
z
vergroten, duwt u de zoomknop naar
[
] (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar [
] (groothoek).
4
Maak de opname.
Foto's maken
1) Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat is
z
scherpgesteld, hoort u tweemaal een
pieptoon en worden kaders weergegeven
om aan te geven op welke beeldgebieden
is scherpgesteld.
Wanneer [Flitser Opklappen] wordt
z
getoond, klapt u de flitser met uw vingers
uit. De flitser flitst wanneer u een opname
maakt. Als u liever geen flitser gebruikt,
drukt u de flitser met uw vinger omlaag.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
23