4
Maak de opname.
Druk de ontspanknop in. De flitser flitst
z
wanneer de camera de eerste opname
maakt.
Nu worden de tweede en derde opname
z
gemaakt zonder de flitser.
5
Zorg dat de persoon stil blijft staan
totdat het lampje knippert.
De persoon waarvan u een opname aan
z
het maken bent, moet stilstaan totdat het
lampje drie keer heeft geknipperd na de
derde opname. Dit kan ongeveer twee
seconden duren.
Alle opnamen worden gecombineerd
z
om één beeld te maken.
●
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen beelden er anders
uitzien dan verwacht.
●
Voor betere opnamen laat u de persoon uit de buurt staan van
lichtbronnen zoals straatverlichting en zorgt u ervoor dat de flitser
is uitgeklapt.
●
Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname
kunt maken, omdat de camera de foto's verwerkt.
●
Om wazige foto's te voorkomen, zorgt u ervoor dat de persoon
van wie u bij stap 4–5 opnamen maakt, stilstaat.
●
Als u gemakkelijker wilt kijken, selecteert u MENU ►
tabblad [ 2] ► [Nachtdisplay] ► [Aan] ( = 161) voordat
u de opname maakt.
●
Als u de helderheid van het onderwerp wilt aanpassen,
probeert u de flitsbelichtingscompensatie te wijzigen ( = 92).
●
Als u de helderheid van de achtergrond wilt aanpassen, probeert
u de belichtingscompensatie te wijzigen ( = 78). In bepaalde
opnameomstandigheden zien beelden er echter mogelijk anders
uit dan verwacht. Daarnaast dient de persoon bij stap 4–5 stil
te blijven staan, wat 15 seconden kan duren.
●
Om meer sterren en helderder sterrenlicht vast te leggen,
kiest u MENU ( = 31) ► tabblad [
6] ► [Instellingen
Sterrenportret] ► [Sterrenweerg.] ► [Prominent]. In bepaalde
opnameomstandigheden zien beelden er echter mogelijk anders
uit dan verwacht. Daarnaast dient de persoon bij stap 4–5 stil
te blijven staan, wat 8 seconden kan duren.
Om sterren helderder te maken, kiest u MENU ( = 31) ►
●
tabblad [
6] ► [Ster helderder] ► [Scherp]. Om de
heldere sterren in een sterrenhemel te benadrukken, stelt
u [Ster helderder] in op [Zacht]. Deze instelling levert opvallende
opnamen op door heldere sterren te vergroten en doffere sterren
minder te benadrukken. Om de beeldverwerking voor sterrenlicht
uit te schakelen, selecteert u [Uit].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
68