1. Accudeksel
2. Verwijder de accu uit de accubehuizing.
3. Verwijder de vuldoppen van de accu en giet langzaam
accuzuur in elke cel totdat het zuurpeil net boven
de platen komt.
4. Plaats de vuldoppen terug en sluit een acculader
van 3-4 A aan op de accupolen. Laad de accu op
gedurende 4 tot 8 uur bij 3-4 A.
Bij het opladen produceert de accu gassen die
tot ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg
ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij
de accu komen.
5. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het
stopcontact en maakt u deze los van de accupolen
(Figuur 6).
Figuur 5
1. Accu
6. Verwijder de vuldoppen. Giet langzaam accuzuur in
elke cel totdat het peil net boven de vulring komt.
Plaats de vuldoppen terug.
Belangrijk: Laat de accu niet te vol worden.
Er zal dan accuzuur naar buiten stromen over
andere delen van het voertuig. Dit kan ernstige
corrosie en beschadiging veroorzaken.
7. Plaats de accu zo in de accubehuizing dat de
accupolen naar de buitenkant van het voertuig
gericht zijn.
8. Bevestig de pluskabel (rood) aan de klem van
pluspool (+) van de accu en de minkabel (zwart) aan
de klem van minpool (-) van de accu met behulp
van de bouten en moeren. Schuif het rubberen
stofkapje over de pluspool om eventuele kortsluiting
te voorkomen.
Als accukabels verkeerd worden verbonden,
kan dit schade aan de machine en de kabels
tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing
komen, waardoor lichamelijk letsel kan
ontstaan.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu
los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu
aan.
9. Plaats het accudeksel op de accubehuizing.
17
Figuur 6