AMC2 DCUA
5.5
Bekabeling
WAARSCHUWING!
De kabels die worden gebruikt in het AMC2
toegangscontrolesysteem zijn niet onderhevig aan elektrische
!
storingen. Desondanks dient u de kabels uit de buurt te houden
van kabels en apparatuur voor het schakelen van zware lasten.
Indien dit onvermijdelijk is, kruist u de kabel elke 1 à 2 m onder
een rechte hoek om de interferentie te verminderen.
5.5.1
Gegevens over geleiders
Met de onderstaande berekening kunt u bepalen welk type
kabel moet worden gebruikt. Als u de voedingsbron en het
AMC-apparaat vanuit de behuizing aansluit met de
meegeleverde kabelset, hoeft deze berekening niet te worden
uitgevoerd.
Gebruik voor afstanden van minder dan 25 m geleiders van
AWG18 (1 mm²). Breng voor grotere afstanden een extra
voedingsbron aan in de buurt van de AMC2 controller.
Bereken de spanningsval door de karakteristieke
weerstandswaarden van de geleider op te zoeken in zijn
specificaties. De spanningsval mag nooit groter zijn dan 2 V.
Voorbeeld:
Lengte = 100 m
U = 12 V, I = 1 A, maximale U
bijv. RAWG18 (conform specs) = 6,385
U
val
U
-afname
Kritieke situatie! Plaats de voedingsbron dichter bij de
controller.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
= 20.948
x 0,1 km x 1 A = 2,1 V
= 6,385
Installatiehandleiding
= 2 V
val
x 328 ft x 1A = 2,1 V
Installeren | nl
27
of 20.948
| V 1.2 | 2008.12