VACON · 34
5.1.3
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE INSTALLATIE, MR11–MR12
PE
2L1 2L22L3
B
PE
L1 L2 L3
DC+
DC-
PE
U/T1
C
PE
Afb. 15: Het hoofdcircuitschema, MR12 zonder optiemodule en andere opties
A. Vermogenseenheid 1
B. Vermogenseenheid 2
C. Optionele externe
voedingsaansluitblokken (+PCTB)
D. Besturingseenheid
De minimale lengte van de motorkabels van de voedingseenheid naar een
gemeenschappelijk aansluitpunt bedraagt 10 m. Wanneer er een du/dt-filter wordt gebruikt,
mogen de kabels korter dan 10 m zijn.
Met het optionele externe voedingsaansluitblok kunnen 3 motorkabels op 1 klem worden
aangesloten. Met deze optie is het bovendien eenvoudiger om grote motorkabels aan te
sluiten.
5
COM
STO
V/T2
W/T3
U/
V/
W/
T1
T2
T3
PE
U1
M
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PE
1L1 1L2 1L3
PE
L1 L2 L3
A
DC+
DC-
PE
U/T1
V/T2
C
U/
T1
PE
V1
W1
E
E. Symmetrische motorkabels. De kabels
moeten dezelfde lengte hebben van de
voedingseenheid naar een
gemeenschappelijk aansluitpunt.
INSTALLATIE IN KAST
D
COM
STO
W/T3
V/
W/
T2
T3