Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Noodremfunctie; Noodontgrendeling - CITROEN DS5 2012 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Noodremfunctie

Wanneer het rempedaal niet werkt of bij
uitzonderlijke situaties (bijv. wanneer de
bestuurder onwel wordt), kan de auto worden
gestopt door aan de hendel A te trekken en
deze vast te houden.
De dynamische stabiliteitsregeling zorgt
ervoor dat de auto stabiel blijft wanneer de
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect".
Bij een storing aan het CDS,
aangegeven door het branden van dit
verklikkerlampje, kan de stabiliteit bij het
remmen niet worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A te trekken en
deze weer los te laten.

Noodontgrendeling

Bij een defect aan de elektrische parkeerrem of
een lege accu kan de parkeerrem door middel
van een mechanische noodontgrendeling
worden ontgrendeld.
Beveilig de auto tegen wegrollen:
- door de eerste versnelling in te
schakelen (handgeschakelde
versnellingsbak),
- bij draaiende motor, door het selecteren
van de stand P (automatische
versnellingsbak) of M of R (EGS-
versnellingsbak).
Zet de motor af en zet het contact
weer aan. Als de auto niet tegen
wegrollen kan worden beveiligd, mag de
noodontgrendeling niet worden uitgevoerd
en moet zo snel mogelijk contact worden
opgenomen met het CITROËN-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Neem het wielblok en de slinger voor
het ontgrendelen van de handrem uit de
bagageruimte (onder de vloerbekleding).
Als de auto op een helling staat, beveilig
deze dan tegen wegrollen door wielblokken
vóór (auto hellingafwaarts geparkeerd) of
achter (auto hellingopwaarts geparkeerd)
de voorwielen te plaatsen.

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave