Onder het rijden
Snelheidsbegrenzer "LIMIT"
1.
Selecteren van de snelheidsbegrenzer.
2. Verlagen van de ingestelde snelheid.
3. Verhogen van de ingestelde snelheid.
4. Onderbreken/hervatten van de
snelheidsbegrenzing (pause).
5. Weergave van de lijst met opgeslagen
snelheden (via het menu van de autoradio).
Het instellen van de snelheid is alleen mogelijk
bij draaiende motor.
123
Snelheidsregelaar
"CRUISE"
1.
Selecteren van de snelheidsregelaar.
2. Instellen van een snelheid / Verlagen van
de ingestelde snelheid.
3. Instellen van een snelheid / Verhogen van
de ingestelde snelheid.
4. Onderbreken/hervatten van de
snelheidsregeling (pause).
5. Weergave van de lijst met
geprogrammeerde snelheden (via het
menu van de autoradio) .
Het instellen van een snelheid en het
activeren van de snelheidsregelaar is
alleen mogelijk bij een rijsnelheid hoger dan
40 km/h, vanaf de 4e versnelling bij een
handgeschakelde versnellingsbak (2e bij een
EGS-versnellingsbak of een automatische
transmissie).
125
Weergave op het
instrumentenpaneel
Als de snelheidsregelaar of -begrenzer is
ingeschakeld, verschijnen de instellingen van
het systeem op het instrumentenpaneel.
Schakelindicator
Dit systeem kan u, afhankelijk van de
omstandigheden, voorstellen in een hogere
versnelling te schakelen.
107