Reiniging
Vonkenvanger/geluiddemper
onderhoudsbeurt geven
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
De geluiddemper moet om de 200 bedrijfsuren worden
ontkoold.
1. Verwijder de afsluiter van de geluiddemperpijp
uit de reinigingspoort aan de onderzijde van de
geluiddemper.
VOORZICHTIG
De geluiddemper kan heet zijn en brandwonden
veroorzaken.
Wees voorzichtig als u werkzaamheden verricht
rond de geluiddemper.
2. Start de motor. Sluit de normale uitlaatpoort van de
geluiddemper af met een stuk hout of een metalen
plaatje zodat de uitlaatgassen via de reinigingspoort
worden afgevoerd. Zorg dat de uitlaatpoort
geblokkeerd blijft totdat er geen koolstofaanslag
meer naar buiten komt.
VOORZICHTIG
Ga nooit recht achter de reinigingspoort staan.
Draag altijd een veiligheidsbril.
3. Zet de motor af en plaats de afsluiter weer in de pijp.
Stalling
Motor
1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de
aftapplug.
2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een
nieuw oliefilter.
3. Vul het oliecarter met 9,5 liter motorolie, type
SAE 15W-40 CH-4, CI-4 of hoger.
4. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
stationair lopen.
5. Zet de motor af.
6. Spoel de brandstoftank om met verse, schone
dieselbrandstof.
7. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer
goed vast.
8. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig worden
gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt.
9. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met
weerbestendige tape.
10. Controleer de antivriesbescherming en vul het
systeem bij met een oplossing die half uit water,
half uit ethyleenglycol bestaat. Vul zoveel bij als
nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten
minimumtemperatuur.
Tractie-eenheid
1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de
motor grondig.
2. Controleer de bandenspanning; zie Bandenspanning
controleren.
3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze
vast indien nodig.
4. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie.
Neem overtollig vet op.
5. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of
geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt
worden. Eventuele deuken in de metalen carrosserie
uitdeuken.
6. Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden
aan de accu en de kabels:
A. Haal de accuklemmen los van de accupolen.
B. Reinig de accu, de klemmen en de polen met
behulp van een staalborstel en een oplossing van
zuiveringszout (natriumbicarbonaat).
C. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro
onderdeelnr. 505-47) of vaseline op de
59