De afdrukgegevens controleren
Als er geen afdrukgegevens van de computer naar de printer worden verzonden, is de oorzaak
waarschijnlijk dat deze als afdruktaak op de computer achterblijven of dat de optie Afdrukken
onderbreken of Printer offline gebruiken is ingesteld.
Bepaal de oorzaak aan de hand van de volgende stappen.
1
Open Apparaten en printers op de computer.
2
Stel de printer als de standaardprinter in.
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de printer en klik op Als
standaardprinter instellen.
Als de printer meerdere keren is geïnstalleerd, kunnen kopieën van het
printerstuurprogramma gemaakt zijn.
Als er meer dan één printerpictogram is en u een kopie zoals "TM-C3500 (kopie 1)"
aantreft, klik dan met de rechter muisknop op de kopie en verwijder die door te klikken op
Apparaat verwijderen.
3
Voer een testafdruk uit om te controleren of de afdrukgegevens naar de
printer worden verzonden.
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de gebruikte printer, en
klik vervolgens op Eigenschappen van printer.
4
Het scherm met de printereigenschappen van het printerstuurprogramma
wordt geopend. Klik in het tabblad Algemeen op Testpagina afdrukken.
Als de testafdruk juist wordt uitgevoerd, hebt u bevestigd dat gegevens van de computer
naar de printer verzonden worden.
5
Open de afdruktaak. Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de
gebruikte printer, en klik op Afdruktaken weergeven.
6
Er wordt een nieuw scherm geopend. Controleer de afdruktaak.
Als de afdrukgegevens worden weergegeven, selecteer dan Printer - Alle documenten
annuleren.
7
Controleer dat de optie Afdrukken onderbreken of Printer offline
gebruiken niet is ingesteld voor de printer.
Selecteer Printer en vergewis u ervan dat Afdrukken onderbreken of Printer offline
gebruiken niet is geselecteerd. Deselecteer deze opties als ze geselecteerd zijn.
163