De interfacekabel aansluiten
Sluit de interfacekabel aan op de aansluiting aan de achterzijde van de printer. (U
pagina
24)
Als u een USB-kabel aansluit, voer deze dan door de trekontlasting om incidenteel loskomen te
voorkomen.
Het IP-adres instellen
Als u een ethernetinterface (verbinding met LAN-kabel) gebruikt, dient u de
netwerkinstellingen te configureren.
Gebruik Install Navi om de basisnetwerkinstellingen te configureren. U kunt deze starten vanaf
de meegeleverde cd. Voor informatie over geavanceerde netwerkinstellingen, raadpleeg
"Geavanceerd gebruik" op pagina
Rolpapier laden
Laad het rolpapier (gestanst label met zwarte markering) dat met de printer geleverd is in de printer.
Voor de procedure voor het laden van rolpapier, raadpleeg "Rolpapier voor het eerst laden" in
"Rolpapier laden en vervangen" op pagina
Trekontlasting
101.
46.
"Aansluitingen" op
32