Paneelbeschrijvingen
Regelpaneel
fig.panel-L.eps
1
2
4
5
1.
[POWER]
Dit is de stroom toets. Deze schakelt de
stroom in/uit.
2.
[EXIT]
Laat u terugkeren naar het vorige scherm of
annuleert een bewerking.
3.
[UTILITY]
Geeft toegang tot een verscheidenheid aan
functies, zoals geheugenkaart bewerkingen,
en sporen bewerking.
• MODUS
(Houd [EXIT] ingedrukt, en druk op
[UTILITY])
Selecteert de opname modus.
4.
CURSOR [
][
Gebruik deze toetsen om de cursor te
verplaatsen of door pagina's te bladeren.
5.
[EFFECTS]
Zet het effect aan/uit, en geeft toegang tot
een scherm waar u de instellingen kunt
wijzigen.
6.
[RHYTHM]
Geeft toegang tot een scherm met
verschillende ritme instellingen.
• TUNER
3
6 7 9
10 11 12
]
18
14
8
13
(Houd [EFFECTS] ingedrukt, en druk op
[RHYTHM])
Schakelt de ingebouwde Tuner aan/uit.
7.
[MP3/TRAINER]
Schakelt om naar een modus, waarin u
MP3/WAV gegevens kunt opnemen of
afspelen.
In deze modus kunt u tevens de Phrase
Trainer functie gebruiken.
8.
[TR1]-[TR4]
Selecteert het spoor dat u wilt opnemen of
geeft toegang tot een scherm waar u het
spoor volume kunt wijzigen. In sommige
schermen dienen deze als functietoetsen,
voor snelle toegang tot verschillende
functies.
Als in deze handleiding bijvoorbeeld [TR1]
(SNG) wordt gebruikt, betekent dit, dat het
indrukken van [TR1] 'SNG' selecteert, wat
op het scherm wordt weergegeven.
9.
(Rewind)
Spoelt het muziekstuk terug, wanneer u
deze toets ingedrukt houdt.
17
15
16
13