Sectie 3. Effecten gebruiken
Insertie effecten algoritme lijst
De algoritmes (de beschikbare effecten en de
volgorde van aansluiting) die als de insertie effec-
ten gebruikt kunnen worden, ziet u hieronder.
De algoritmes, die geselecteerd kunnen worden,
verschillen per bank. Om het algoritme dat u wilt
• De lijn of de lijnen die het algoritme verbinden, geven aan of het effect een mono uitvoer (één lijn) of een
stereo uitvoer (twee lijnen) heeft.
(Vb.)
Output: Mono
–[ AMP ]–[ SP ]–
BANK: GUITAR [COSM GTR AMP]
Dit is een multi-effect, ontworpen voor elektri-
sche gitaar.
Dit voorziet in een versterkergeluid dat van een
voorversterker en een luidspreker simulator
gebruikmaakt.
* In geval van 'Phase' wordt de uitvoer mono.
fig.03-170
–[AMP]–[ SP ]–[NS]–[FX]–[DLY]=
BANK: MIC [VOCAL MULTI]
Dit is een multi-effect, ontworpen voor vocalen.
Dit voorziet in de basis effecten, die voor vocalen
ingezet kunnen worden.
–[ CMP ]–[ ENH ]–[ EQ]–[NS]
[ DLY ]=
BANK: LINE/EXT
Deze effecten zijn voor stereo lijninvoer of een
externe microfoon.
=[ IN ]=[ CMP ]=[ MIX ]=[ LIM ]=[ OUT ]=
66
gebruiken te selecteren, selecteert u eerst de
effectbank die het betreffende algoritme bevat.
Dan raadpleegt u de 'Effect patch lijst' (folder) en
selecteert u een patch die het gewenste algoritme
gebruikt.
Output: Stereo
=[ LIM ]=[ OUT ]=
Preamp
Speaker Simulator
Noise Suppressor
FX
- Compressor
- Chorus
- Flanger
- Phaser
- Tremolo/Pan
Delay
Compressor
Enhancer
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
Input
Compressor
Mixer
Limiter
Output