Zoeker
De volgende informatie wordt in de zoeker getoond als deze gebruikt
wordt voor het maken van opnamen.
4
5
13
1
AF-kader
2
Spotmeetkader (p.108)
3
AF-punt (p.116)
Het voor autofocus gebruikte AF-punt wordt in het rood getoond
(Superimpose AF Area) als de ontspanknop half ingedrukt wordt. (p.116)
4
Flitsindicatie (p.77)
Brandt:
Wanneer de flitser beschikbaar is.
Knippert: Wanneer het gebruik van de flitser wordt aangeraden maar deze
nog niet is ingesteld of wordt opgeladen.
5
Scherpstelstand (p.113)
Wordt weergegeven indien ingesteld op \.
6
Sluitertijd
Wordt onderstreept wanneer het kan worden gewijzigd.
Toont het aftellen van verwerkingstijd wanneer de ruisreductiefunctie is
geactiveerd. (p.109)
7
Diafragmawaarde
Wordt onderstreept wanneer het kan worden gewijzigd.
[nr] knippert als de ruisreductiefunctie geactiveerd is. (p.109)
8
Scherpstelindicatie (p.71)
Brandt:
als er scherpgesteld is op het onderwerp.
Knippert: als er niet scherpgesteld is op het onderwerp.
2
1
6
7
8
14
15
3
1
9
10
16
17
18
19
11
12
37
1